William over een leven onder de kermislampjes

Maandelijks leggen we dezelfde vijf vragen voor aan een ondernemer. Om zo de mens achter de ondernemer te leren kennen. Dit keer trekken we naar de kermis!

William Severs is al de vierde generatie van een familie waarbij de foor met de paplepel wordt meegegeven. In hun thuisbasis Halle is de familie Severs beroemd. Vraag er maar eens naar de ‘Paraplukes’: een bijnaam die Williams grootvader meekreeg. “Vandaag is ook de winterperiode een druk seizoen met de kerstmarkten, maar vroeger lag de kermis stil. Om ook in de koude wintermaanden een inkomen te hebben leurde hij met paraplu’s en beddengoed.” Ninove is al sinds mensenheugenis een vaste stop voor William. Wij legden hem onze vijf ondernemersvragen voor.

Waarom koos je voor een leven als ondernemer?

“Ik heb natuurlijk nooit iets anders gezien. De kermis is al jaren de manier waarop heel mijn familie de kost verdient. Het was dus vanzelfsprekend om die stap te zetten. Niet dat ik me ooit verplicht gevoeld heb om foorkramer te worden. Ook mijn twee dochters staan ondertussen op de kermis. Ze moesten wel eerst een diploma halen, daar stond ik op. De kermis is een harde wereld en het tij kan snel keren.”

Wat is het eerste dat je ’s ochtends doet?

“Ik drink twee tassen koffie. Zonder functioneer ik niet (lacht). Daarna kijken we de attracties na en poetsen we grondig. Mijn vrouw en ik baten een draaimolen en een lunapark uit. Die hebben allebei heel wat lampjes die ook regelmatig vervangen moeten worden. In de namiddag openen we dan, meestal rond een uur of drie.”

Wie zijn je klanten?

“Dat is natuurlijk heel breed. Voor de draaimolen is er een duidelijke link met de jeugd. Kinderen die met hun ouders de kermis bezoeken. Dat is soms heel aandoenlijk. Bijvoorbeeld wanneer ouders voor de eerste maal met hun kleine spruit op de molen gaan. In het lunapark hebben we een wat ouder publiek en zien we ook veel volwassen klanten. Die afwisseling maakt het leuk. Maar de rode draad is natuurlijk dat het allemaal mensen zijn die zich amuseren.”

Wat is je grootste talent?

Ik denk dat ik vooral gekend ben omdat ik met het lot van de kermiskramers begaan ben. Ik engageer me in het syndicaat van kermiskramers. Ik ben iemand die graag in overleg gaat en geschillen en problemen oplost. Zo probeer ik altijd een go-between te zijn tussen kermiskramers, buurtbewoners en lokale overheden. Kermis is een feest en dat moet het ook blijven. Ik probeer dus eventuele plooien zo snel en zo goed mogelijk glad te strijken.”

Wat maakt je dag goed?

“Dat is een combinatie van een aantal factoren. Mooi weer dat veel volk op de been brengt. Dat zorgt op zijn beurt natuurlijk voor veel plezier en vertier. Maar het zorgt ook voor inkomsten. Het blijft natuurlijk onze broodwinning, daar gaan we niet flauw over doen.”