Kringwinkel en Sociaal Huis: een goeie match

In de Kringwinkel aan de Albertlaan krijgen kleren, servies, boeken, meubels, speelgoed … een tweede leven. Door te kringwinkelen dragen de klanten mee zorg voor het milieu. Maar de Kringwinkel is ook een plaats waar heel wat mensen hun eerste stappen op de arbeidsmarkt zetten en worden klaargestoomd om elders aan de slag te gaan.

De tandem stad Ninove en Kringwinkel Zuid-Oost-Vlaanderen draait al jaren bijzonder soepel. Wij schoven aan tafel met Nele Van den Broeck (Kringwinkel Zuid-Oost-Vlaanderen), Tinneke Van Bulck (dienst Activering) en Dalya Alobaidi (een gepassioneerd Kringwinkelmedewerker) om er ons alles over te vertellen.

Nele en Tinneke, hoe moeten we ons de samenwerking tussen het Sociaal Huis en de Kringwinkel precies voorstellen?

Tinneke: “De stad zet via het Sociaal Huis erg in op activering. Dat heeft geleid tot heel wat mooie projecten die mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt klaarstomen voor het beroepsleven. Ook de Kringwinkel is een belangrijke partner in dit opzet. Via de Kringwinkel oriënteren we mensen naar een traject dat hen in staat stelt om op termijn helemaal zelfstandig de arbeidsmarkt te betreden. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen met een leefloon, of mensen die tewerkgesteld worden binnen artikel 60.”

Nele: “We zetten ook in op andere, vaak voorbereidende trajecten, waarbij mensen begeleid worden die door een specifieke medische, psychologische problematiek nog niet aan het werk kunnen, of het VOKANStraject. Bij dit laatste wordt vooral ingezet op taalbegeleiding op de werkvloer. Zo kunnen mensen met een andere taalachtergrond door intensieve werkvloerbegeleiding op maat van de werknemer zich het Nederlands eigen maken.”

De Kringwinkel zet stevig in op een persoonlijke aanpak voor haar medewerkers?

Nele: “Dat is zeker zo. We stomen hen echt klaar voor het beroepsleven. Ook door een heel goede interne sociale dienst waar mensen met al hun vragen terechtkunnen. Niet enkel werkgerelateerde zaken maar ook privézaken. We laten de mensen hier niet los en wanneer er problemen opduiken, spelen we kort op de bal om meteen bij te sturen, ook in samenspraak met het Sociaal Huis. We laten zo heel wat mensen intern doorstromen zodat ze voor langere tijd bij ons aan de slag kunnen. Maar heel wat van onze mensen zwermen ook uit en gaan, op basis van hun ervaringen ook een opleiding volgen en komen zo elders op de arbeidsmarkt terecht.”

En dat het fijn werken is in de Kringwinkel, daar weet Dalya Alobaidi alles van. Dalya, hoe ben jij hier terechtgekomen? 

Dalya: “Ik ben negen jaar geleden vanuit Irak naar België gekomen. Ik ben afkomstig uit Bagdad en ben uiteindelijk neergestreken in Ninove. Via het Sociaal Huis heb ik een plaatsje gevonden bij de Kringwinkel. Mijn Nederlands was al redelijk goed toen ik hier begon, omdat ik drie cursussen gevolgd heb om mijn Nederlands te verbeteren. Door het werk in de Kringwinkel kan ik het blijven verfijnen. Ondertussen kan ik zeggen dat de Kringwinkel mijn tweede thuis geworden is. Veel van de collega’s hier zie ik een beetje als familie. Mijn twee kindjes lopen hier in Ninove school en na schooltijd spring ik soms eens met ze binnen om dag te zeggen tegen de collega’s. Het is hier fijn om te werken en ik ben heel dankbaar voor de kansen die ik hier gekregen heb.”

Nele, de mensen die jullie hier tewerkstellen zijn hier duidelijk graag?

Nele: “Vaak wel ja. En dat is in belangrijke mate ook te danken aan de goede samenwerking met het Sociaal Huis. Zij screenen de kandidaten altijd heel uitvoerig en gaan met hen in gesprek over wat voor werk ze willen en kunnen doen. Dat maakt het voor ons als Kringwinkel erg fijn om met nieuwe mensen aan de slag te gaan. We kunnen ze hierdoor meteen de juiste plaats geven. Het komt maar zelden voor dat het geen match is tussen de kandidaten en de Kringwinkel.”

Zijn er nog samenwerkingen waar het Sociaal Huis in investeert?

Tinneke: “Zeker. We zetten ook steeds meer in op interne doorverwijzing, waarbij mensen tewerkgesteld worden bij de stadsdiensten, zoals de technische dienst, de groendienst, de financiële dienst of de personeelsdienst. Daarnaast proberen we ook steeds meer bruggen te slaan met de privésector. We werkten onder andere een kader uit waarbinnen de sociale dienst en privébedrijven een samenwerking kunnen uitbouwen. Hoe meer mensen we kunnen activeren, hoe blijer we zijn.”