In vuur en vlam

Op 4 mei is het de Internationale Dag van de Brandweer. Geen betere aanleiding om op de bank te kruipen bij Wesley de Feyter, onderofficier bij de brandweer en facility manager in het dagelijkse leven. Een Ninovieter met een hart voor hulpverlening en een passie die al meer dan twintig jaar stevig brandt.

Brandweerman Wesley

Dag Wesley, vertel eens, hoe ben je bij de brandweer terechtgekomen?

“Ik heb altijd wel iets met veiligheid gehad, dat komt ook terug in mijn job als security & facility manager. Maar bij de brandweer ben ik terechtgekomen via een goede vriend van me, die een café had in de buurt en waar ik af en toe hielp. Destijds zakten de brandweermannen na interventies regelmatig af naar daar. Dat waren toffe gasten waarbij je meteen voelde: die zijn er écht voor elkaar. Ze namen het ook voor me op toen ik vertelde dat ik als tiener zwaar verbrand raakte. Een tijdlang moest ik van die drukpakken dragen. Ik was wat bezorgd over hoe de klanten in het café daar op zouden reageren. Maar de cafébaas en de brandweermannen zeiden meteen: ‘De eerste die daar iets van zegt, vliegt buiten.’ Die fijne interacties hebben me uiteindelijk over de streep getrokken om zelf brandweer te worden.”

Eenmaal de passie is aangewakkerd, wat staat je dan te wachten?

“Wie vandaag brandweerman wil worden, moet een stevig traject doorlopen. Het begint met een federaal geschiktheidsattest, met onder meer sport- en vaardigheidsproeven. Daarna volgt er een jaar interne en externe opleiding, gevolgd door een jaar stage. Die opleiding start met theorie: hoe werkt vuur, hoe ontwikkelt een brand zich, hoe red je mensen en dieren, hoe stabiliseer je gebouwen ... Daarna volgt de praktijk. Eerst doe je koude oefeningen, zonder vuur, en daarna pas brandoefeningen in containers en huizen. En het stopt daar niet: je blijft je hele carrière bijleren. Jaarlijks moet je 24 uur interne en 24 uur externe opleiding volgen. Die interne opleiding in onze brandweerpost geef ik zelf, samen met collega's.”

Jij bent vrijwillig brandweerman, al wordt die term niet meer gebruikt, toch?

“Klopt. Vroeger spraken we over vrijwilligers, en veel mensen doen dat nog altijd, maar officieel zijn we parttime brandweerman. Het verschil met beroepsbrandweermannen zit ‘m vooral in de omkadering. Zij houden zich ook bezig met het reilen en zeilen van de kazerne en allerlei dagelijkse taken. De interventies die we doen, zijn exact dezelfde. Daarnaast kunnen wij als parttime brandweerman zelf onze beschikbaarheid aangeven via een app. Je kiest dus je eigen uren, al moet je jaarlijks wel aan een beschikbaarheidspercentage van 23% komen. Dat is soms pittig, zeker als je een voltijdse job en een gezin hebt. De weken dat mijn zoon bij mij is, ben ik dus minder beschikbaar. Al is dat geen indiciatie voor het aantal keer dat je opgeroepen zal worden. Zo kreeg ik op een oudejaarsavond eens drie oproepen (lacht).”

Na al die jaren ben je wellicht geroutineerd bij een interventie?

“Goh, geen enkele interventie is dezelfde. Het grootste gevaar is denken dat je weet wat je mag verwachten. Een slachtoffer dat er op het eerste gezicht prima uitziet, kan ineens in elkaar zakken. Woningbranden zijn ook altijd risicovol, want er kan uit elke hoek een moeilijkheid of probleem optreden. We blijven natuurlijk ook mensen. Soms maken we fouten, je kan tenslotte nooit álles inschatten. Na elke interventie volgt dan ook een nabespreking, zo kunnen we in de toekomst sneller of beter ingrijpen.”

Zijn er interventies of situaties die je bijblijven?

“Natuurlijk zijn niet alle momenten even gemakkelijk. Zware ongevallen, interventies met jonge kinderen … dat blijft moeilijk. Ooit ben ik naar het adres van een jeugdvriend gestuurd die zelfmoord had gepleegd, dat is even slikken natuurlijk. Wat me ook altijd is bijgebleven, is de keer dat een oud-collega een hartstilstand kreeg in het shoppingcenter waar ik werk. Ik heb hem samen met een collega en vriend van bij de brandweer toen moeten reanimeren tussen de kassa’s, gelukkig met succes. Het klinkt misschien vreemd, maar die reanimatie was voor mij een mooi moment. Alles kwam daar samen: mijn collega’s, de brandweer, mijn werkplek …”

Dat soort mooie momenten maken de job?

“Brandweerman zijn vraagt veel opoffering, maar ik doe het nog altijd met veel goesting. Intussen ben ik al 22 jaar actief bij de brandweer, in carnavalstermen is dat ‘ne jubilée’ (lacht). Al mijn collega’s daar zijn echte kameraden geworden. Dat is ook nodig, want je moet blindelings op elkaar kunnen vertrouwen.”

Hoe hard leeft het brandweergevoel in jouw dagelijkse leven?

“Je hebt de uren in je vrije tijd waarop je je beschikbaar stelt. Maar ook daarnaast ben ik er onbewust altijd mee bezig. Je mag het gerust beroepsmisvorming noemen. Op vakantie zie ik sneller een foute brandblusser dan een mooi uitzicht (lacht). En ook thuis ben ik extra waakzaam. Waarschijnlijk val ik voor velen in herhaling, maar alsjeblieft mensen, laad je smartphone niet op onder je hoofdkussen en die rookmelder hoort aan het plafond te hangen en niet in een schuif te liggen."

Als we terugkeren in de tijd, zou je dan opnieuw dezelfde weg inslaan?

“Ik zou het allemaal zonder twijfel opnieuw doen. Natuurlijk heb je ook al eens minder leuke taken en moeilijke momenten, maar de voldoening en kameraadschap maken alles goed. Je leert je hele leven lang bij, en kan die kennis op jouw beurt ook opnieuw doorgeven aan de jonge garde. Ondanks alle opofferingen zou ik het iedereen dus kunnen aanraden. En gelukkig voor het korps zijn er nog steeds genoeg kinderen die dromen van een toekomst als brandweerman (lacht).”

Ook dit najaar werft brandweerzone Zuid-Oost parttime brandweerlieden aan. Interesse? Meer info vind je op zuid-oost.hulpverleningszone.be.