GR20171123 Punt 33. Lokale economie - Sociale economie - Oprichting projectvereniging met de naam Plaatselijk WijkWerkAgentschap - goedkeuring (datum van publicatie 29/01/2018)

Gelet op de brief van 1 augustus 2017 van de heer Philippe Muyters, Vlaams Minister van werk, economie, innovatie en sport betreffende de hervorming van het PWA-stelsel naar een nieuw instrument ‘wijk-werken’ binnen het Vlaamse activeringsbeleid;

 

Overwegende dat in de 6de staatshervorming een pakket bevoegdheden met betrekking tot de activering van werkzoekenden werd overgeheveld aan de Gewesten;

 

Overwegende dat één van die bevoegdheden het PWA-stelsel betreft, met uitzondering van een aantal aspecten van PWA die federaal bleven;

 

Overwegende dat in het Vlaams Regeerakkoord van 23 juli 2014 het engagement opgenomen werd om het PWA-stelsel ter hervormen, waarbij de focus ligt op het activeren van langdurig werkzoekenden door het aanbieden van tijdelijke werkervaring op lokaal niveau;

 

Overwegende dat de huidige PWA-werknemers waar mogelijk worden geheroriënteerd naar bestaande of nieuwe instrumenten of in het stelsel blijven tot vertrek of pensionering;

 

Gelet op de conceptnota hervorming van het PWA-stelsel: naar een nieuw instrument ‘wijk-werken’ binnen het Vlaamse activeringsbeleid zoals die door de Vlaamse Regering goedgekeurd werd op 4 maart 2016;

 

Gelet op het Decreet van 5 juli 2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de 6de staatshervorming;

 

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2017 betreffende wijk-werken;

 

Overwegende dat zowel het Decreet betreffende het wijk-werken als het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende wijk-werken op 1 januari 2018 in werking zullen treden;

 

Overwegende dat uit de brief van Philippe Muyters, Vlaams Minister van werk, economie, innovatie en sport, blijkt dat indien het gemeentebestuur opteert voor de oprichting van een samenwerkingsverband als organisator voor het Wijk-werken uiterlijk op 30 september 2017 een beslissing van het college van burgemeester en schepenen dient bezorgd te worden aan de VDAB;

 

Gelet op de collegebeslissing van 28 juli 2017, waar de afvaardiging van de mandatarissen goedgekeurd werd;

 

Gelet op de collegebeslissing van 26 september 2017, waar de intentieverklaring van de wijkwerking goedgekeurd werd;

 

Overwegende dat uiterlijk op 31 oktober 2017 een beslissing van de gemeenteraad dienaangaande dient bezorgd te worden aan de VDAB;

 

Gelet op artikel 5 van het Decreet van 5 juli 2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de 6de staatshervorming dat bepaalt: ‘de volgende vier afzonderlijke partners zijn betrokken bij het wijkwerken: de VDAB, de gemeente, de organisator en het OCMW.‘;

 

Gelet op artikel 13§1 van het Decreet van 5 juli 2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de 6de staatshervorming dat bepaalt: ‘De gemeente heeft volgende taken voor de regie van het wijkwerken:

 

1°        het detecteren van lokale noden met betrekking tot activiteiten die niet worden uitgevoerd in het reguliere arbeidscircuit;

2°        het bepalen van lokale uitbreidingen of beperkingen op de lijst van activiteiten, zoals bepaald in artikel 27 van het Decreet;

3°        het bewaken van de lijst van activiteiten, zodat er geen verdringing van de reguliere arbeid kan zijn;

4°        het uitbouwen van een samenwerking en coördinatie met de VDAB en de organisator;

5°        het informeren en het sensibiliseren van de gebruikers;

6°        het verzamelen en het aanleveren aan de organisator van de mogelijke werkplekken voor het verrichten van het wijkwerken;

 

Gelet op artikel 13§2 van Decreet van 5 juli 2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de 6de staatshervorming dat bepaalt dat de gemeente de taken, vermeld in §1 zelf kan uitvoeren, of voor uitvoering van die taken een samenwerkingsverband kan sluiten met andere gemeenten als vermeld in het Decreet van 6 juli houdende de intergemeentelijke samenwerking;

 

Gelet op artikel 14§1 van Decreet van 5 juli 2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de 6de staatshervorming dat de taken van de gemeente bepaalt inzake de organisatie van het wijk-werken:

 

1°        hetzij het oprichten van een organisator als het een gemeente betreft die minstens 60.000 inwoners heeft;

2°        hetzij het vormen van een samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid als vermeld in het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, dat als organisator zal optreden of een organisator zal oprichten, op voorwaarde dat het samenwerkingsverband een grondgebied van 60 000 inwoners omvat;

3°        hetzij de organisatie van het wijk-werken aan de VDAB overlaat;

 

Overwegende dat voor de taak, vermeld in het eerste lid, 2°, de gemeente kan kiezen om een bestaand samenwerkingsverband of een bestaande vereniging als vermeld in het voormelde punt 2°, te belasten met de organisatie van de wijkwerking;

 

Overwegende dat de Vlaamse Regering bepaalt welke vormen van rechtspersoonlijkheid in aanmerking komen als organisator;

 

Gelet op artikel 18 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het wijk-werken dat bepaalt dat een projectvereniging, een dienstverlenende vereniging, een opdrachthoudende vereniging en een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid (onder de opschortende voorwaarde dat een van de deelnemende gemeenten aangesteld wordt als beherende gemeente) in aanmerking komen als organisator van wijk-werken;

 

Overwegende dat over ‘wijk-werken’ diverse gesprekken werden gevoerd en overlegmomenten zijn geweest tussen de steden Geraardsbergen, Ninove, Zottegem en de gemeenten Denderleeuw, Erpe-Mere, Haaltert, Herzele en Sint-Lievens-Houtem onderling;

 

Overwegende dat in opvolging van deze onderhandelingen van deze grote groep steden en gemeenten er gesprekken en overleg opgestart zijn met de steden Ninove, Geraardsbergen Zottegem en gemeenten Denderleeuw en Haaltert om een afzonderlijke cluster te vormen;

 

Overwegende dat door de deelnemende besturen van de steden Geraardsbergen, Ninove, Zottegem en de gemeenten Denderleeuw en Haaltert besloten werd dat het voordelen biedt om deze samenwerking te gebruiken om de taken in het kader van het wijk-werken toebedeeld aan de gemeentelijke overheden gezamenlijk uit te oefenen en ook als organisator op te treden;

 

Overwegende dat het aangewezen is om een projectvereniging op te richten die deze taken voor zijn rekening zal nemen;

 

Gelet op artikel 12§2,1° van het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking dat bepaalt dat een projectvereniging een samenwerkingsverband is met rechtspersoonlijkheid zonder beheersoverdracht met als doel een duidelijk omschreven project te plannen, uit te voeren en te controleren;

 

Overwegende dat een projectvereniging de aangewezen rechtsfiguur is om de gemeentelijke taken in verband met het wijk-werken gezamenlijk in de afgebakende regio uit te oefenen en om als organisator van het wijkwerken in deze regio op te treden;

 

Overwegende dat het wenselijk geacht werd te onderzoeken of er beroep gedaan kan worden op een derde partner met wie een samenwerkingsovereenkomst kan aangegaan worden voor wat de dagelijkse praktische werking en opvolging betreft en dit binnen de vigerende regelgeving;

 

Overwegende dat vanuit de VDAB de vraag naar deze mogelijkheid intussen positief werd beantwoord;

 

Overwegende dat een businessplan dient opgemaakt te worden waaruit blijkt dat de middelen die voorzien worden om de taken als organisator van wijk-werken uit te voeren voldoende zijn om de te verwachten kosten te dragen;

 

Gelet op artikel 14§4 van het Decreet van 5 juli 2017 betreffende wijk-werken dat bepaalt dat in afwijking van de bepalingen van het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, de beslissing tot oprichting van een samenwerkingsverband als organisator kan genomen worden tijdens kalenderjaren 2017 en 2018, ongeacht de nabijheid van de gemeenteraadsverkiezingen;

 

Gelet op artikel 13 van het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking dat bepaalt dat de projectvereniging wordt opgericht voor een periode van ten hoogste zes jaar (verlengbaar) conform de daartoe te nemen gemeenteraadsbeslissing;

 

Gelet op het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 18 september 2017 om een samenwerkingsverband aan te gaan rond wijkwerking en aan te sluiten bij de cluster, met als deelnemende steden: Geraardsbergen, Ninove, Zottegem en de gemeenten Denderleeuw, Erpe-Mere, Haaltert, Herzele en Sint-Lievens-Houtem;

 

Overwegende dat het aantal deelnemende steden en gemeenten in één cluster zoals voorgesteld in het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 18 september 2017 een te groot verzorgingsgebied is om het wijkwerken nog te kunnen managen en er dus een haalbaarder voorstel tot cluster wordt voorgesteld met de steden Geraardsbergen, Ninove, Zottegem en gemeenten Denderleeuw en Haaltert;

 

Overwegende dat op het overleg tussen de betrokken gemeenten, van 5 oktober, een ontwerp van statuten werd uitgewerkt;

 

Gelet op de hoofdlijnen van de statuten tot oprichting van het intergemeentelijk samenwerkingsverband rond wijk-werken:

 

- De gemeentebesturen sluiten een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst met rechtspersoonlijkheid, onder de vorm van een projectvereniging. De projectvereniging draagt de naam Plaatselijk WijkWerkAgentschap;

 

- De maatschappelijke zetel van de projectvereniging Plaatselijk WijkWerkAgentschap is gevestigd te Geraardsbergen, Sociaal Huis, Kattestraat 27 en kan bij beslissing van de Raad van Bestuur gewijzigd worden;

 

- Het samenwerkingsverband beoogt de lokale samenwerking tussen besturen onderling en andere betrokken partners (die als doelstelling hebben het stimuleren van het tewerkstellings- en activeringsbeleid) te bevorderen;

 

- Vanuit deze samenwerking wil de projectvereniging streven naar de uitvoering van projecten die de werkgelegenheidsgraad van kwetsbare groepen in het werkingsgebied verhogen, alsook naar een gedragen beleidsvisie;

 

- De prijs voor wijkwerkcheques is voor het hele verzorgingsgebied van de cluster gelijk en wordt vastgelegd op 7,45 euro per wijkwerk per uur;

 

Overwegende dat de vereniging wordt opgericht voor de maximumduur van 6 jaar (verlengbaar) met ingang van 1 januari 2018;

 

Gelet op art. 42 en 43 van het Gemeentedecreet;

 

 

Besluit:

 

 

met 29 ja-stemmen

3 niet gestemd

 

 

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de oprichting van een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst met rechtspersoonlijkheid, onder de vorm van een projectvereniging met de naam Plaatselijk WijkWerkAgentschap goed.

 

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de statuten van de projectvereniging goed als volgt:

 

  1. BENAMING, ZETEL, DOEL, DUUR

 

Artikel 1:

De gemeentebesturen van Geraardsbergen, Ninove, Zottegem, Denderleeuw en Haaltert sluiten een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst met rechtspersoonlijkheid, onder de vorm van een projectvereniging. De projectvereniging draagt de naam Plaatselijk WijkWerkAgentschap.

 

Artikel 2:

De maatschappelijke zetel van de projectvereniging Plaatselijk WijkWerkAgentschap is gevestigd te: Geraardsbergen, Sociaal Huis, Kattestraat 27 en kan bij beslissing van de Raad van Bestuur gewijzigd worden.

 

Artikel 3: DOEL

De lokale samenwerking tussen besturen onderling en andere betrokken partners (die als doelstelling hebben het stimuleren van het tewerkstellings- en activeringsbeleid) te bevorderen.

Vanuit deze samenwerking wil de projectvereniging streven naar de uitvoering van projecten die de werkgelegenheidsgraad van kwetsbare groepen in het werkingsgebied verhogen, alsook naar een gedragen beleidsvisie.

Dit kan onder meer door het organiseren van het wijk-werken.

 

Artikel 4: DUUR

De vereniging wordt opgericht voor de maximumduur van 6 jaar met ingang van 1 januari 2018.

De projectvereniging kan opeenvolgende keren verlengd worden voor een termijn die telkens niet langer mag zijn dan zes jaar, ingevolge de voor het verstrijken van de termijn door de deelnemende gemeenten genomen beslissingen ten gunste van de verlenging. Bij gebrek aan instemming van alle betrokken gemeenten of bij het uitblijven van een of meer beslissingen, wordt de projectvereniging ontbonden.

 

  1. DEELNEMERS

 

Artikel 5

De deelnemers van de projectvereniging zijn de steden en gemeenten die deze overeenkomst hebben ondertekend of later zullen ondertekenen en de statuten hebben aanvaard.

De aanvaarding van een nieuwe deelnemer dient goedgekeurd te worden in de Raad van Bestuur op basis van een formele beslissing. De toetreding wordt daarop aan alle deelnemers van de vereniging bezorgd die de toetreding goedkeuren door middel van een gemeenteraadsbeslissing.

De toetreding neemt aanvang op de eerste dag van de maand volgend op de aanvaarding door de laatste deelnemende gemeente.

 

Artikel 6

Tijdens de bij de oprichting van de projectvereniging vastgestelde duur is geen uittreding mogelijk tenzij bij een eventuele fusie de deelnemers in verschillende wijk-werk regio’s actief zouden zijn.

 

  1. RAAD VAN BESTUUR

 

Artikel 7

De projectvereniging wordt geleid door een Raad van Bestuur waarvan de leden benoemd worden door de deelnemers. De Raad van Bestuur heeft uitsluitend de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die kaderen binnen het doel van de vereniging.

De Raad van Bestuur bestaat uit stemgerechtigde leden en raadgevende leden.

Alle deelnemende gemeenten hebben recht op één effectief stemgerechtigd lid en één plaatsvervanger en één raadgevend lid en één plaatsvervanger.

Stemgerechtigde leden en hun vervangers kunnen uitsluitend lid zijn van  het college van burgemeester en schepenen of gemeenteraadsleden die behoren tot de meerderheidsfractie.

Raadgevende leden en hun vervangers kunnen uitsluitend lid zijn van de minderheid. Deze afgevaardigden zijn steeds raadsleden in de deelnemende gemeenten, verkozen op een lijst waarvan respectievelijk geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen of aangesteld is als voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Het mandaat van een bestuurder wordt beëindigd indien de raad die hij vertegenwoordigt zijn mandaat intrekt. Er dient zo spoedig mogelijk een opvolger te worden aangeduid.

Alle bestuurders zijn van rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat, uitgezonderd in geval van algehele vernieuwing van de raden.

Alle mandaten vallen samen met de duur van de zittingsperiode (legislatuur). In elk geval worden de mandaten in de Raad van Bestuur beëindigd op de eerste vergadering van de gemeenteraad die volgt na de installatie van de nieuwe gemeenteraad.

De Raad van Bestuur heeft uitsluitend de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die hun expliciet door de deelnemers zijn opgedragen.

De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van de projectvereniging. Zij zijn overeenkomstig het gemeen recht verantwoordelijk voor de vervulling van de hun opgedragen taak en aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur.

 

Artikel 8

De Raad van Bestuur duidt onder zijn leden een voorzitter, ondervoorzitter en een secretaris aan. Het voorzitterschap, ondervoorzitterschap en de functie van secretaris worden steeds toevertrouwd aan een door een gemeente aangewezen stemgerechtigde bestuurder.

Het is steeds mogelijk om externe deskundigen te laten participeren aan de raden van bestuur.

 

Artikel 9

Elke stemgerechtigde bestuurder beschikt over één stem. Leden van de Raad van Bestuur kunnen zich laten vervangen op de vergaderingen door hun plaatsvervanger of kunnen een volmacht geven aan een ander stemgerechtigd lid. Elk lid kan maar over één volmacht beschikken.

De beslissingen worden genomen met gewone meerderheid met uitzondering van de beslissingen waarvoor volgens deze statuten een bijzondere meerderheid vereist is.

 

Artikel 10

Om geldig te beraadslagen en te beslissen is een aanwezigheidsquorum vastgesteld op de gewone meerderheid van het aantal stemgerechtigde bestuurders. Van dit aanwezigheidsquorum kan statutair worden afgeweken door een tweede vergadering die volgt op een onvoldoende samengestelde eerdere vergadering, en voor zover het gaat om punten die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.

Deze bepaling geldt niet voor de voorstellen tot statutenwijziging en aanvaarding van toetredingen.

 

Artikel 11

De Raad van Bestuur heeft een algemeen coördinerende opdracht, het legt prioriteiten inzake beleid en werking vast.

De Raad van Bestuur beheert het huishoudelijk reglement. In het huishoudelijk reglement wordt de organisatie van de werkzaamheden vastgelegd en deze kan indien gewenst gewijzigd worden bij eenvoudige beslissing van stemgerechtigde leden van de Raad van Bestuur.

Daarnaast behoren tot de taken van de Raad van Bestuur:

Het overleggen over de wijze waarop deze overeenkomst wordt uitgevoerd;

Het voorbereiden en vastleggen van het programma en de begroting voor de volgende werkjaren;

Het opmaken van een jaarverslag;

Het vastleggen van de rekeningen van de projectvereniging;

Het voorleggen van de rekeningen en het jaarverslag aan de raden van de deelnemende besturen

Het formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van de algemene overeenkomst

Het organiseren van het toezicht op het bereiken van de doelstellingen van de vereniging.

Het personeelsbeleid

Voor bepaalde projecten kan een afwijkende financieringsregel worden afgesproken na voorafgaande bespreking en goedkeuring in de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur kan elke persoon wiens aanwezigheid hij nuttig oordeelt, uitnodigen tot het bijwonen van zijn vergaderingen. Hun aanwezigheid wordt vermeld in de notulen. Deze personen hebben geen stemrecht.

 

Artikel 12

De leden van de Raad van Bestuur ontvangen geen presentiegeld.

De Raad van Bestuur vergadert zoveel als nodig en minstens tweemaal per jaar waarvan een zitting voor het vaststellen van de rekening en een zitting voor het vastleggen van de begroting.

 

  1. STUURGROEP

 

Artikel 13

Er wordt een stuurgroep opgericht bestaande uit één stemgerechtigde afgevaardigde per deelnemend bestuur én eventueel aangevuld met externe deskundigen.

De stuurgroep adviseert de Raad van Bestuur. De werking van de stuurgroep wordt bepaald in het huishoudelijk reglement.

 

  1. PERSONEEL

 

Artikel 14

De Raad van Bestuur is bevoegd voor het personeelsbeleid.

 

  1. FINANCIEN

 

Artikel 15

De projectvereniging wordt gefinancierd door:

Opbrengsten uit de activiteit wijk-werken

Een gemeentelijke bijdrage na goedkeuring door alle deelnemende besturen

Voor bepaalde projecten kan een afwijkende financieringsregel worden afgesproken na voorafgaande bespreking en goedkeuring in de Raad van Bestuur.

 

Artikel 16

De financiële middelen worden aangewend voor de doeleinden van de vereniging.

 

Artikel 17

De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de overheid uitvaardigt m.b.t. de boekhoudkundige verrichtingen. Aldus verloopt het boekjaar elk jaar op 31 december.

De Raad van Bestuur stelt de rekening van het afgelopen jaar en de begroting van het komende jaar vast en keurt die goed respectievelijk uiterlijk op 30 april (rekening) en op 31 oktober (begroting).

 

Artikel 18

De Raad van Bestuur benoemt een accountant die de controle op de financiële toestand uitvoert en hierover jaarlijks rapporteert aan de Raad van Bestuur.

 

  1. INFORMATIEVERSTREKKING AAN DEELNEMERS

 

Artikel 19

Jaarlijks dient de jaarrekening aan de deelnemende steden en gemeenten ter kennisgeving te worden voorgelegd. Samen met de jaarrekening wordt een activiteitenverslag en het verslag van de accountant bezorgd.

 

  1. ONTBINDING/VEREFFENING

 

Artikel 20

Op verzoek van drievierde van het aantal deelnemers en aan de hand van de daartoe strekkende gemeenteraadsbeslissingen, kan de Raad van Bestuur met een drievierde meerderheid van het aantal stemmen tot vervroegde ontbinding van de projectvereniging beslissen.

 

Artikel 21

Wanneer aan het bestaan van de vereniging een einde komt, wordt door de deelnemende gemeenten in gezamenlijk akkoord één of meerdere vereffenaars aangesteld.

De in de vereniging aanwezige middelen worden in voorkomend geval evenredig verdeeld over de deelnemende gemeenten à rato van het aantal inwoners per stad of gemeente. De eventuele schulden worden evenredig verdeeld over de deelnemende besturen à rato van het aantal inwoners per stad of gemeente.

 

  1. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 22

Voor alles wat niet door deze overeenkomst werd geregeld, zal het huishoudelijk reglement en het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking van toepassing zijn. Voor al wat niet uitdrukkelijk geregeld is door het hierboven vermeld Decreet zijn op het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid de bepalingen van toepassing van het Wetboek voor de vennootschappen die gelden voor de vennootschapsvorm van de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.

 

 

Artikel 3

De gemeenteraad vaardigt volgende vertegenwoordigers af om te zetelen in de Raad van Bestuur van het intergemeentelijk samenwerkingsverband:

 

  • Als effectief vertegenwoordiger Raad van Bestuur (meerderheid): Alain Triest
  • Als plaatsvervangend vertegenwoordiger Raad van Bestuur (meerderheid): Lieven Meert
  • Als effectief vertegenwoordiger Raad van Bestuur met raadgevende stem (minderheid): Joost Arents
  • Als plaatsvervangend vertegenwoordiger Raad van Bestuur met raadgevende stem (minderheid): Guy D’haeseleer

 

Artikel 4

De gemeenteraad legt de prijs van de wijkwerkcheque vast op 7,45 euro per uur.

 

Artikel 5

De gemeenteraad machtigt de gemeentesecretaris en de voorzitter van de gemeenteraad of hun wettelijke vervangers om de oprichtingsakte projectvereniging te ondertekenen.

 

Artikel 6

Het college wordt belast met de verdere formele stappen in uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 7

Deze beslissing wordt overgemaakt aan Annemieke Van Laethem, stad Geraardsbergen. Zij zal alle gemeenteraadsbesluiten verzamelen en deze overmaken aan VDAB.


Contact informatie