GR20151029 AP5. Interpellatie van raadslid Werner Somers betreffende de uitspraken van de schepen van ruimtelijke ordening Tania De Jonge over de afwikkeling van het vrachtverkeer dat zal worden gegenereerd door de leemontginningsactiviteiten van ODM (dat

Volgende motivering wordt door de heer Werner Somers in zijn interpellatie:

 

“Onlangs liep een openbaar onderzoek af dat werd gehouden over een door ODM (Ontginningen Demets Moorslede NV) ingediende aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot de uitbreiding van leemontginningsactiviteiten aan het Hof ter Duyst. De aanvraag voorziet in de afwikkeling van het vrachtverkeer van en naar de site via de Galgenveldbaan naar de Lebeke.

 

In een interview met Ninofmedia (https://www.youtube.com/watch?v=Ju16tPfZNPw) heeft schepen van Ruimtelijke Ordening Tania De Jonge het over projectvoorstellingen waarbij de stad Ninove betrokken was. Die voorstellingen zouden vooral hebben gehandeld over de nabestemming van de ontgonnen gronden. Aldus suggereert de schepen dat de stad niet op de hoogte was van de plannen voor de afwikkeling van het vrachtverkeer via de Lebeke. Tegelijk noemt zij die plannen „bijna onaanvaardbaar” en „nefast voor de dorpskern van de Lebeke”, waarbij zij tevens verwijst naar het feit dat de Galgenveldbaan vaak wordt gebruikt door ruiters, mountainbikers, joggers en wandelaars. Het is volgens haar „onverantwoord om dat vrachtverkeer langs de Galgenveldbaan naar de Lebeke te sturen”. De lokale wegeninfrastructuur leent er zich immers niet toe en de geplande uitwijkstroken zijn niet voldoende voor zoveel vrachtverkeer.

 

Het voorgaande is merkwaardig in het licht van een aantal passages in de door ODM ingediende projectnota, die deel uitmaakt van het stedenbouwkundige vergunningsdossier. Zo lezen we op blz. 28 van die nota over de ontsluiting via de Galgenveldbaan het volgende:

 

„Vanaf het projectgebied wordt alle verkeer naar de Lebekestraat/Groenstraat geleid. Via de semi-verharde veldweg Galgenveldbaan. Dit geldt zowel voor aanvoer als voor afvoer. Zodoende is er geen enkel gebruik van de Lindestraat, Lindendreef of van de Denderhoutembaan ingevolge het project.

Dit is een randvoorwaarde die tot stand gekomen is in overleg met de stad Ninove. De aan- en afvoer via de Galgenveldbaan dient zodoende als een projectkenmerk te worden beschouwd." (Mijn cursivering)

 

Voorts lezen we op blz. 78 van dezelfde nota onder punt 3.5.2.2 („Effect op het vlak van verkeersveiligheid. Verkeersveiligheid langs de Galgenveldbaan”) het volgende:

 

In overleg met het Schepencollege van de stad Ninove werd bekeken of een tijdelijk omleiding van de recreatieve routes zich opdringt om redenen van verkeersveiligheid. Dit werd evenwel niet noodzakelijk geacht om volgende redenen:

 

[...]” (Mijn cursivering)

 

Gelet op een ander wens ik de schepen van Ruimtelijke Ordening de volgende vragen te stellen.

 

Vragen

 

1. Hoe vallen de uitspraken van de schepen van Ruimtelijke Ordening te rijmen met de aangehaalde passages uit de projectnota van ODM?

2. Wanneer vond het overleg tussen ODM en de stad Ninove over de afwikkeling van het vrachtverkeer plaats?

3. Heeft de stad Ninove zich tijdens dat overleg inderdaad akkoord verklaard met de afwikkeling van het vrachtverkeer via de Galgenveldbaan?

4. Zo ja, waarom beweert de schepen van Ruimtelijke Ordening het tegendeel? Zo niet, beweert de schepen van Ruimtelijke Ordening dan met zoveel woorden dat de projectnota leugens bevat?”


Contact informatie