GR20151029 AP4. Interpellatie en motie van raadslid Kurt Van Den Driessche aan de schepen van communicatie met betrekking tot het inzagerecht van raadsleden in plannen en dossiers van in uitvoering zijnde werken (datum van publicatie 25/11/2015)

Volgende motivering wordt door de heer Kurt Van Den Driessche in zijn interpellatie en motie vermeld:

“Motivatie:

Wanneer een burger op de stedelijke diensten informatie vraagt naar aanleiding van werken in de buurt, dan krijgt die direct de nodige uitleg aan het loket in het kader van openbaarheid van bestuur.

Door het bestaan van het huishoudelijke reglement  voor raadsleden (art. 12 §4), zijn ambtenaren genoodzaakt dezelfde info in de kast te laten liggen wanneer een raadslid om diezelfde info vraagt. Zij kunnen en mogen immers niet zelf oordelen of de vraag betrekking heeft op het bestuur van de stad. Dit is de wereld op zijn kop…

Toelichting:

Wij kunnen begrijpen dat de meerderheid graag weet wie wat raadpleegt. Een registratieblad aan de balie van elk loket van de stad waar de ambtenaren noteren welke documenten door een raadslid werden opgevraagd, of welke info wordt gevraagd, is voor ons geen probleem. Om hypocriete toestanden te voorkomen zouden we wel met aandrang willen vragen om het huishoudelijk reglement aan te passen zodat alle info die valt onder de openbaarheid van bestuur, ook en zonder voorafgaandelijke schriftelijke aanvraag, aan raadsleden ter beschikking wordt gesteld.

Motie:

De gemeenteraad vraagt het CBS om bij artikel 12 van het Huishoudelijk Reglement een §5 en eventueel §6, toe te voegen die er voor zorgt dat:

§5: alle informatie die in het kader van de openbaarheid van bestuur aan derden mag en kan worden meegedeeld, ook aan raadsleden mag en kan worden meegedeeld zonder voorafgaandelijke schriftelijke vraag via het raadsledenloket

§6: aan alle openbare loketten van de stedelijke diensten een register te voorzien waar ambtenaren kunnen noteren welk raadslid op welk moment is langs geweest voor welke dossier of voor welke vraag”