GR20150521 Punt 13. Ruimtelijke ordening - goedkeuring van de zaken van de wegen van de verkavelingsaanvraag van Danneels Imobiliere voor gronden gelegen langs 't Angereelstraat in Appelterre, 9e afd, Sie B, nrs 203g, 462a, h en /02, 463c, 465g, 203h, 205

Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet;

 

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;

 

Gelet op de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, in bijzonder Onderafdeling 5. Zaak van de wegen

art.4.2.25 dat het volgende bepaalt:

“Als de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

Als de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid had, maar geen beslissing heeft genomen over de zaak van de wegen, roept de provinciegouverneur op verzoek van de deputatie of de Vlaamse Regering, de gemeenteraad samen. De gemeenteraad neemt een beslissing over de zaak van de wegen en deelt die beslissing mee binnen een termijn van zestig dagen vanaf de samenroeping door de provinciegouverneur.”;

 

Gelet op de uitvoeringsbesluiten van bovengenoemd decreet en codex;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, in het bijzonder op art. 3, §4 dat het volgende bepaalt:

“Verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging worden onderworpen aan een openbaar onderzoek, behalve als voldaan is aan alle hieronder vermelde voorwaarden :
1° de kavels waarop de aanvraag betrekking heeft, liggen in een gebied waarvoor een goedgekeurd provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan of een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg geldt;
2° de aanvraag is in overeenstemming met het voor de kavels geldende plan, vermeld in punt 1°;
3° het voor de kavels geldende plan, vermeld in punt 1°, bevat zowel bestemmingsvoorschriften als voorschriften voor de inplanting, de grootte en het uiterlijk van de constructies.”;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, in bijzonder op art. 10 dat het volgende bepaalt:

“Als het een vergunningsaanvraag betreft die wegeniswerken omvat als vermeld in artikel 4.2.25 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, neemt de gemeenteraad een gemotiveerd besluit over de zaak van de wegen. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de ingediende bezwaren en opmerkingen.”;

 

Gelet op het verkavelingsreglement voor rioleringen, goedgekeurd door de gemeenteraad van 23 juni 2011;

 

Gelet op de verkavelingsaanvraag ingediend op 12 december 2014 door Danneels Joost, Immobiliënmaatschappij nv, St. Baafskerkstraat 1 in 8200 Brugge voor gronden gelegen (in het binnengebied) langs 't Angereelstraat in Appelterre, kadastraal gekend als 9e afd, Sie B, nrs 203g, 462a, h en /02, 463c, 465g, 203h, 205a, 206g, 462g, 463a, 464b, 465k, 465y, 470e;

 

Overwegende dat de aanvraag betrekking heeft op het verkavelen van 15 kadastrale percelen in 32 kavels (3 gesloten, 27 halfopen en 2 open eengezinswoningen) waarbij een nieuwe toegangsweg, riolering en nutsleidingen met de nodige aanhorigheden moet worden aangelegd;

 

Overwegende dat op 12 juni 2014 een projectvergadering plaatsvond (conform de bepalingen van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en zijn uitvoeringsbesluiten) over de geplande verkaveling van 32 loten in bovengenoemd binnengebied;

 

Overwegende dat op 13 november 2014 de verkavelingsplannen door de ontwikkelaar werden toegelicht aan de gecoro;

 

Overwegende dat op 9 december 2014 op vraag van het college van burgemeester en schepenen een informatievergadering over de verkavelingsplannen werd gegeven aan de omwonenden waarbij de ontwikkelaar de plannen heeft toegelicht;

 

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek van 13 januari 2015 tot en met 11 februari 2015 drie bezwaarschriften werden ingediend met volgende argumenten:

 

  1. Eerste bezwaarschrift

1.1.  Schending van de privacy van de bewoners Papestichelstraat 42 door inkijk in de tuin.

1.2.  De ontsluiting in de ’t Angereelstraat is op dit ogenblik al een gevaar en kent een moeilijke doorgang, zeker tijdens de spitsuren (treinverkeer) en parkeergelegenheden langs beide kanten van de straat.

1.3.  Door de verharding wordt voetweg 33 voor het grootste gedeelte opgeofferd nochtans deze wordt veelvuldig gebruikt door inwoners, schoolgaande kinderen, enz…

1.4.  Door het niet bezitten van perceel 463b zijn de wegen op het plan drie doodlopende straten. Dit geeft problemen voor brandweer enz

  1. Tweede bezwaarschrift

2.1.  De aanvraag van het oorspronkelijk verkavelingsplan en de goedkeuring van het BPA per 01.03.2005 werden aan bezwaarindiener begin 2005 niet meegedeeld.

2.2.  Na de eerste aankoop in 2008 is men blijven zwijgen

2.3.  De oorspronkelijke voorziene sociale woningen zijn afgevoerd ook al is de noodzaak groot

2.4.  Uit een zelf uitgevoerd onderzoek blijkt dat er een maand geleden in een periferie van 400m niet minder dan 57 bouwgronden, leegstaande woningen en niet verhuurde appartementen liggen.

2.5.  De verkaveling is nog niet bouwrijp omdat de bestrating niet aaneensluitend kan gemaakt worden. De huidige toestand kan nooit de brandweerproef doorstaan.

2.6.  Het plan voorziet bij de toelichting 32 woningen. Dit aantal wordt op de laatste berichtgeving fors verhoogd. Er kan voor Danneels geen beslissing genomen worden voor eventueel toekomstige gronden.

2.7.  Variaties in de inplantingen zijn niet aanwezig. Systematisch kleiner dan 100m² bouwoppervlakte wat achterbouw garandeert en een diversificatie van toekomstige eigenaars niet bevordert.

2.8.  Er mag gevreesd worden dat de huidige verkaveling een slaapsite zal worden van een dertig kilometer verder gelegen hoofdstad.

2.9.  Voor bezwaarindiener is de verkaveling niet nodig of nuttig. Zij komt eerder over als geldgewin, een zuiver speculatief evenement ten voordele van de ontwikkelaar en ten koste van de huidige aangelanden die niet alleen een waardevermindering slikken maar vooral afstand moeten doen aan rust, kalmte, wijdheid en een mooi stukje natuur. Het ontnemen van het landelijk karakter gaat te ver voor bezwaarindiener.

  1. Derde bezwaarschrift

3.1.  Op percelen B203h en B203g wil de projectontwikkelaar 6 kavels realiseren voor bebouwing (kavels 7 - 8 - 9 - -11-12 van de verkavelingsaanvraag). Deze kavels liggen in een zone welke opgenomen is in het BPA Gezellestraat en welke ingekleurd is als een zone voor open bebouwing. Bovendien volgt de projectontwikkelaar de bouwlijn niet van de al aanwezige woningen.

3.2.  Voetweg 33 die voor een veilige verbinding zorgt voor fietsers en voetgangers tussen de 't Angereelstraat en de Papestichelstraat verdwijnt bijna volledig door deze verkaveling. Er wordt geen rekening gehouden met de splitsing van voetweg 33 die sinds mensengeheugenis begint in 't Angereelstraat tussen huisnummers 69 en 71, door de percelen B205a en B203g loopt en verderop aansluit op voetweg 33.

3.3.  Doordat de projectontwikkelaar blijkbaar zoveel mogelijk kavels wil realiseren op deze kleine oppervlakte is o.a. de breedte van rijweg en de voetpaden onvoldoende. De richtlijnen voor het bepalen van de breedte van de rijweg zijn nochtans vrij duidelijk: Als er enkel een ontsluiting voor plaatselijke lokale autoverkeer is ten behoeve van de bewoners, worden volgende wegbreedtes opgelegd: enkele richting: 3 m < X < 4m (3,5 m is een veilige breedte voor zowel fietser als bestuurder van auto/bus) ; - dubbele rijrichting: 4,5 m < X < 6 m. Hieruit blijkt dus dat de minimale afmeting voor de breedte van de niet behaald wordt.

3.4.  Op verkavelingsaanvraag zien we eveneens dat de projectontwikkelaar een voetpad voorziet van 1.5 meter. Het BPA Guido Gezellestraat is echter zeer duidelijk wat betreft de minimale breedte van de voetweg, nl minimum 2m (artikel 3.2.). De minimale afmeting van het voetpad is niet behaald.

3.5.  De wegenis is onvolledig door het niet bezitten van perceel 463b. Hierdoor zijn het in feite drie doodlopende straten.

3.6.  De hierboven omschreven minimale afmeting van de rijstrook heeft ook zware gevolgen voor het parkeerbeleid. In normale gevallen wanneer er geen aparte parkeerstrook voorzien wordt, gebeurt het parkeren de rijweg, rechts in rijrichting. In principe kan dit overal zonder bijkomende voorzieningen of aanduidingen, behalve in verbodssituaties, die beschreven worden in de wegcode (K.B. 1 december 1975 artikels 23 tot 26). Algemene regel is dat het verboden is om een voertuig te laten stilstaan of te parkeren op plaatsen waar het duidelijk een gevaar of hindernis zou betekenen voor de andere weggebruikers. Parkeren op de rijbaan is o.a. wettelijk niet toegestaan: wanneer de vrije doorgang op de rijbaan 3 meter breed zou worden. De totale breedte van de rijweg bedraagt slechts 4.4m die bovendien nog ingericht wordt als tweerichtingsverkeer (rijstrook is dus maar 2.2 meter). Zelfs indien de rijweg ingedeeld zou worden als éénrichtingsverkeer (wat in huidig verkaveling voorstel zelfs onmogelijk is aangezien het in feite doodlopende straten zijn) zal de wettelijke norm voor het parkeren op de rijweg niet behaald worden. Parkeren langs de rijweg zal dus onmogelijk zijn!

3.7.  Om de onmogelijkheid om te parkeren enigszins op te vangen heeft de projectontwikkelaar op een drietal plaatsen parkeerhavens voorzien. In totaal worden er slechts 26 bijkomende parkeerplaatsen voorzien voor 32 woningen (47 in de toekomst). Dit is onvoldoende.

3.8.  Kunnen alle parkeerplaatsen wel gerealiseerd worden? Bezwaarindiener heeft ook bezwaren bij het gebruik van deze parkeerplaatsen. Hij stelt zich vragen bij de afmetingen van de parkeerstrook kant ’t Angereelstraat. Aangezien de minimum breedte van de voetweg 2m moet zijn zullen de parkeervakken al 1m kleiner zijn. Op kruispunten is de regel dat op minder dan 5m van de verlenging van de naast bijgelegen rand van de dwarsrijbaan niet mag geparkeerd worden. De rijbaan is te smal om dwars te parkeren omwille van het parkeermanoeuvre en het voetpad ligt aan de verkeerde zijde. De parkeerzone met 4 plaatsen ligt in een zone voor open bebouwing en het is niet duidelijk dat deze daar kunnen gerealiseerd worden. Aan de derde parkeerstrook moet het voetpad best naar 2m gebracht worden om het ruimteverlies door het overhangen van de carrosserie op te vangen. Ook hier is de rijweg te smal voor het parkeermanoeuvre.

3.9.  De verkaveling zal in de buurt waarbij de smalle wegenis niet voorzien is op hogere verkeersdensiteit, bovendien over te weinig parkeerplaatsen beschikt nog extra druk leggen op vlak van mobiliteit in de ’t Ángereelstraat en nog een grotere verslechtering van de verkeersleefbaarheid tot gevolg hebben. Bezwaarindiener verwijst hiervoor naar gemeenteraadsbeslissingen van 24 april 2014 en 19 juni 2014.

3.10.             In voorliggende verkaveling voorziet men groen in een ruimte die geen eigendom is van verkavelaar en dus geen deeluitmaakt van de huidige verkalingsaanvraag (perceel 463b). Er is dus geen zekerheid dat de groenzone waarvan sprake in deze plannen ooit zal kunnen gerealiseerd worden. Er is dan ook in de huidige verkavellngsaanvraag geen groene ruimte voorzien buiten enkele onbruikbare kleine restzones waarvan het niet opbrengt om die in te richten volgens de noden van de omwonenden.

3.11.             De voorgestelde bouwdichtheid is niet in overeenstemming met deze van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Volgens de berekeningen van bezwaarindiener is de woondichtheid van dit project 28w/ha en overschrijdt dit de maximum richtwaarde van 25 w/ha. Deze grote dichtheid is in strijd met heet ruimtelijk structuurplan.

3.12.             Er zijn geen voorzieningen voor fietsers. Dit is betreurenswaardig aangezien voetweg 33 in het verleden nog omschreven werd als een zogenaamde trage weg die enkel geschikt is voor voetgangers en fietsers en die ideaal is om ons snel te verplaatsen naar de school, naar de buurtwinkel of het dorpscafé. Het volledig doen verdwijnen van een voetweg, zeker in een nieuw aan te leggen woongebied strookt volgens ons absoluut niet met een moderne visie op ruimtelijke ordening.

3.13.             Er zijn geen voorzieningen voor mindervaliden. Een parkeerplaats voor personen met een handicap zal in dit woongebied nooit kunnen gerealiseerd worden en sluit bij voorbaat uit dat mindervaliden hier ooit kunnen wonen. Dit strook volgens ons eveneens niet met een moderne visie op ruimtelijke ordening.

3.14.             Bezwaarindiener klaagt over inkijk in hun huis en tuin vanuit zeven verschillende kavels met de schending van hun privacy als gevolg.

3.15.             De wegen zijn te smal voor hulpdiensten en vuilniskar.

3.16.             Voorliggende verkaveling heeft een negatieve invloed op de aantrekkelijkheid en de waarde van de reeds bebouwde percelen.

 

Overwegende dat de sector grondgebiedzaken omtrent deze bezwaarschriften het volgende standpunt inneemt:

 

  1. Eerste bezwaarschrift

1.1.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

1.2.  Er wordt aangegeven dat er nu al een moeilijke doorgang en ontsluiting is in de ’t Angereelstraat, en dat op die manier een gevaarlijke situatie gecreëerd wordt. Het is zeker aannemelijk dat de verkeerssituatie in de ’t Angereelstraat op sommige momenten leidt tot subjectieve onveiligheid. Maar net dat heeft tot gevolg dat de weggebruikers dan oplettender zijn, en het dus objectief veiliger wordt. Ook de politie ervaart in de ’t Angereelstraat geen noemenswaardige verkeersveiligheidsproblemen. De verkaveling brengt sowieso bijkomend verkeer met zich mee. Die verkeerstoename (32 woningen) die dit met zich mee zal brengen is niet van die orde dat ze de huidige verkeersdoorstroming in de ’t Angereelstraat in het gedrang brengt. Een afwenteling van de parkeerdruk op de ’t Angereelstraat is onwaarschijnlijk: elk perceel voorziet de stallingsmogelijkheid van 2 voertuigen en er worden 26 (11 + 11 +4) parkeerplaatsen voor bezoekers voorzien.

1.3.  Het huidige feitelijke tracé van de voetweg wordt niet verlaten. Ze wordt wel volledig verhard, en over het grootste gedeelte omgevormd tot een woonstraat. De mobiliteitsfunctie van de huidige buurtweg blijft in se dus behouden: een kortere, veilige doorsteek. Maar het huidige feitelijke tracé komt inderdaad niet overeen met het officiële tracé van de buurtweg in de Atlas der Buurtwegen. Wat betekent dat de buurtweg momenteel onterecht afgesloten is. Daarom wordt naar aanleiding van de verkaveling een aanvraag tot verplaatsing van de buurtweg ingediend.

1.4.  Het doodlopen van de verkaveling wordt als probleem aangehaald. Er is evenwel geen negatief advies van de brandweer. Als er een voldoende vlotte doorgang is voor de vrachtwagens van de brandweer, lijkt ons dit parallel voor andere vrachtwagens ook het geval. Voor het overige wordt hier niet aangegeven waarom een doodlopende straat op zich een probleem veroorzaakt. De verkaveling vormt op zich een ‘doorlopende’ straat voor voetgangers en fietsers, zij kunnen de verkaveling doorkruisen.

  1. Tweede bezwaarschrift

2.1.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

2.2.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

2.3.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

2.4.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

2.5.  Zie weerlegging in 1.4

2.6.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

2.7.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

2.8.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

2.9.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase. 

  1. Derde bezwaarschrift

3.1.  Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

3.2.  Zie weerlegging in 1.3

3.3.  Op basis van ‘De richtlijnen’ wordt aangegeven dat de rijweg te smal zou zijn. Er is evenwel geen enkele verwijzing naar een bron voor deze richtlijnen. Er bestaan her en der wel aanbevelingen, maar formele richtlijnen zijn er evenwel niet. In dit geval lijkt ons de rijweg niet te smal: de parkeervraag van de bewoners wordt niet afgewenteld op het openbaar domein want moet op het eigen perceel voorzien worden, en er worden bezoekersplaatsen voorzien. De rijweg is breed genoeg voor dwarsend verkeer. Een smallere inrichting werkt snelheidsremmend. De weggoten zijn steeds inbegrepen in de opmeting waardoor een rijwegbreedte van 5m bekomen wordt.

3.4.  Bij de breedte van de voetpaden verwijst de indiener van het bezwaar naar het BPA Guido Gezellestraat, m.n. artikel 3.2.: “De minimale breedte van de voetweg bedraagt 2 m.” Door de terminologie is de verwarring begrijpelijk, maar in art. 3 gaat het over “voetweg nr 33”, maw over de buurtwegen, en niet over voetpaden in het BPA-gebied. Het ‘doorlopende’ stuk van de buurtweg in het verkavelingsplan (aan de Paepestichelstraat dus) bedraagt 2 m. Door de wooninvulling van de ‘blinde vlek’ in het BPA verdient het evenwel aanbeveling om dit gedeelte van de voetweg iets breder te voorzien. Wat de voetpaden betreft: de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer van de Vlaamse overheid bepaalt dat voetpaden minstens 1,5 m breed moeten zijn. Smaller kan eventueel in straten met een rooilijnbreedte kleiner dan 9.00 meter. Dat is hier het geval, maar de projectontwikkelaar voorziet wel degelijk voetpaden van 1,5 m breed.

3.5.  Zie weerlegging in 1.4

3.6.  Het feit dat er niet langs de straat geparkeerd kan worden, wordt als een probleem aangekaart. Dit hoeft nochtans geen probleem te zijn. Elk perceel voorziet de stallingsmogelijkheid van 2 voertuigen, er worden 26 (11 + 11 +4) parkeerplaatsen voor bezoekers voorzien en een smaller wegbeeld zorgt voor trager verkeer en dus meer verkeersveiligheid, ook voor fietsers. Een bezwaar stelt dat de voorziene parkeerhavens niet voldoende zullen zijn voor 32 woningen. Wellicht is hier sprake van een misverstand: de bewoners hebben 2 stallingsplaatsen op eigen perceel (wat overeenkomt met 64 parkeerplaatsen). De 26 parkeerplaatsen in de parkeerhavens hebben de functie van bezoekersparking. Een bezwaar stelt dat niet alle (bezoekers)parkeerplaatsen bruikbaar zijn, door de inrichting. Voor de parkeerplaatsen in de verkaveling zelf lijkt er ons evenwel geen probleem te zijn. Voor de parkeerplaatsen aan de inrit van de verkaveling is het zo dat het trottoir gedwarst moet worden om de parkeerplaatsen te bereiken. Dit is inderdaad geen ideale situatie. Een alternatieve optie is het trottoir rond de parkeerhaven aan te leggen. Maar de ervaring leert dat dit zozeer afwijkt van de looplijn van de voetgangers dat die wellicht dikwijls de rijbaan zullen gebruiken. Automobilisten die de parkeerplaats verlaten, zullen minder geneigd zijn attentief te zijn voor voetgangers dan wanneer het trottoir gewoon doorloopt. In die optiek is huidige inrichting dus wellicht beter. Bijkomend moet gesteld worden dat door deze configuratie aan te houden er een breedte van 8m gegarandeerd kan worden i.f.v. de brandweereisen.

3.7.  Zie weerlegging in 3.6

3.8.  Zie weerlegging in 3.6

3.9.  Zie weerlegging in 1.2

3.10.             De stad Ninove heeft nog geen richtlijnen waarbij een minimum percentage aan openbaar groen moet worden voorzien bij nieuwe projecten. De huidige aanvraag omvat een verkaveling met hoofdzakelijk halfopen bebouwingen. Elke woongelegenheid beschikt over een eigen tuin (minimaal 10 meter diep). Bovenop wordt een gemeenschappelijk groenzone ingericht. De definitieve groene ruimte wordt voorzien op percelen 463B en 463A. Perceel 463B is nog geen eigendom van de verkavelaar en maakt geen deel uit van de verkaveling. Het stuk van de definitieve groenzone dat reeds in eigendom is van de verkavelaar zal al ingericht worden als groenzone. In afwachting van de verwerving van perceel 463B zal een tijdelijke groenzone ingericht worden op de percelen 463A, 464B. Deze beide percelen zijn in de aanvraag niet opgenomen in de verkaveling maar moeten er deel van uitmaken. Deze groene zone heeft dezelfde oppervlakte als de definitieve groene zone en zal ingericht worden als een volwaardige speelzone d.w.z. speelheuvel, boomstammen, wilgenstaken,.. met natuurlijke elementen. Deze speelelementen zullen later overgebracht worden naar de definitieve groenzone.

3.11.             De berekening over de woondichtheid in het verkavelingsdossier zijn correct en variëren, afhankelijk van de projectzone, tussen 18.6 en 19.5 woningen per hectare (w/ha). Deze dichtheid stemt overeen met de bepalingen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dat min 15w/ha in het informatief deel en 25w/ha in het richtinggevend deel voorziet. Vermoedelijk heeft bezwaarindiener een foute oppervlakte gehanteerd in zijn berekening over de woondichtheid.

3.12.             Het is een misvatting dat enkel de aanwezigheid van een fietspad voldoet aan volwaardige fietsinfrastructuur. Minstens even belangrijke maatregelen zijn snelheidsmaatregelen (de snelheidsverschillen tussen de verschillende gebruikers van eenzelfde weg zoveel mogelijk verkleinen). De verkaveling wordt een zone 30, en de inrichting zal er toe leiden dat er effectief traag zal gereden worden (bochten van 90 °, korte rechte stukken). De fietser kan dus de facto op een voor iedereen logische manier zijn plaats opeisen.

3.13.             Het bezwaar dat ervoor bewoners geen parkeerplaatsen voor personen met een handicap voorzien kunnen worden op de openbare weg berust allicht op hetzelfde misverstand als bij het bezwaar van het ontoereikend aantal bewonersparkeerplaatsen in de parkeerhavens: elk perceel moet in de mogelijkheid voorzien om 2 voertuigen te stallen. Dus ook personen met een handicap zullen hun voertuig in of vlak bij hun huis kunnen stallen.

3.14.             Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

3.15.             Zie weerlegging argument 3.3. De leefbaarheid wordt bevorderd in een verkaveling door de wegenis dermate te concipiëren dat de snelheid beperkt wordt. Interventie hulpdiensten vragen 8m. In het centrum wordt een terugkeerpunt voor zwaardere en grotere wagens van hulpdiensten voorzien.

3.16.             Dit argument gaat niet over de zaken van de wegen en wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen in een latere fase.

 

Overwegende dat de gemeenteraad dit standpunt overneemt en het hare maakt;

 

Overwegende dat volgende interne diensten en externe instanties een advies verleend hebben:

a. Brandweer Ninove heeft op 13 januari 2014 volgend advies verleend:

Op basis van de aangeboden plannen kan de brandweer een GUNSTIGadvies verlenen mits onderstaande voorwaarden:

Bovengrondse hydranten

- ondergrondse leiding Æ 150mm;

- bovengrondse hydrant BH100 (uitgeefkant Æ 110mm en 2x70mm DSP koppeling);

- gedurende 120min voldoende druk en debiet;

- conform EN 14384:2005;

- NBN S21-019;

- vanaf elk punt van de openbare weg van de verkaveling moet er minimaal één BH100 te bereiken zijn binnen de 60 meter;

- de bovengrondse hydranten moten minimaal op 2 meter afstand van de gevels staan.

Het uitgebrachte advies is niet van beperkende aard op de bestaande voorschriften en bepalingen die van toepassing kunnen zijn. Tevens is het uitsluitend opgesteld in functie van de meegedeelde inlichtingen met betrekking tot de bestaande toestand.

Bij eventuele wijzigingen, van welke aard ook, dient de brandweer telkens opnieuw geraadpleegd.

De brandweer dient geraadpleegd te worden voor een plaatsbezoek alvorens een nieuw- of vernieuwbouw in gebruik te nemen

 

b. De stedelijke dienst Verkeer heeft in haar mail van 23 februari 2015 een voorwaardelijk gunstig advies gegeven. De motivatie en voorwaarden luiden als volgt:

MOBILITEIT

In het ontwerp snelheidsplan streven we naar een zone 30 in alle woonwijken/woonstraten: het is dus aangewezen dat ook in deze verkaveling een zone 30 wordt gerealiseerd. De inrichting ondersteunt dit snelheidsregime: korte wegsegmenten met veel bochten, verhouding voetpad/rijbaan, visuele ondersteuning door groenzone (kwalitatieve ontmoetingszone voor jong en oud?) bij het inrijden van de verkaveling.

De buurtweg richting Paepestichelstraat moet voldoende geaccentueerd worden: dit vormt een autoluwe, fietsvriendelijke verbinding naar de dorpskern (scholen, kerk, …). Er moet dan ook een voldoende brede doorgang voorzien worden naast lot 12: 3 m is aan te bevelen (in functie van het comfortabel dwarsen, ouders die kinderen begeleiden bij het oprijden van de Paepestichelstraat,…).

Om het fietsers- en voetgangersverkeer langs dit weg te ondersteunen voegt de stad de Paepestichelstraat in het ontwerp snelheidsplan toe aan de zone 30 in Appelterre.

PARKEREN

Het ontwerp stedenbouwkundige verordening parkeren bepaalt:

“Voor verkavelingen vanaf 4 wooneenheden, in B- en C-straten:

De verkaveling voorziet in zijn totaliteit 2 parkeerplaatsen per wooneenheid. Minstens 1 parkeerplaats bevindt zich bij de woning. De andere kunnen elders, eventueel gegroepeerd, ingericht worden. Parkeermogelijkheid op de openbare weg wordt niet meegeteld.”

In deze verkaveling wordt voor elk lot de mogelijkheid van minstens één garage of carport en één parkeerplaats op de oprit voorzien. Dit voldoet aan de bepalingen in het ontwerp stedenbouwkundige verordening parkeren.

Op de verkaveling worden ook 26 (11 + 11 +4) parkeerplaatsen voor bezoekers voorzien. De inschatting is dat dit zal volstaan.

De aan te bevelen verbreding van de doorgang naast lot 12 laat nog steeds 4 parkeerplaatsen toe aan de achterzijde van dat lot (4 x 2,5 m).

Het is niet de bedoeling dat er langs de rijbaan geparkeerd wordt, wat op zich geen probleem vormt. De voorziene parkeerplaatsen voor bezoekers op het publiek domein zouden moeten volstaan.

Advies:

GUNSTIG, MET VOLGENDE VOORWAARDE:

Bredere fietsdoorgang Paepestichelstraat

 

c. De stedelijke dienst Openbare Werken heeft op 11 februari 2015 volgend advies gegeven:

1. Rooilijnplan

Er is een rooilijnplan van de ‘t Angereelstraat, Buurtweg nr. 32. Deze rooilijn wordt correct weergegeven op de plannen. Er is tevens een rooilijnplan van de Papestichelstraat, Buurtweg nr. 22. De rooilijn van de Papestichelstraat wordt niet weergegeven op de plannen. Deze rooilijn werd gerealiseerd.

2. Riolering openbaar domein

Uit onze beschikbare inventarisatieplannen blijkt dat er een riolering ligt in de ’t Angereelstraat, diameter 600 mm, diepte ongeveer 2,55 m (loop van de buis) onder het maaiveld en in de Papestichelstraat, diameter 300 mm, diepte ongeveer 1,00 m (loop van de buis) onder het maaiveld. Diepte dient ter plaatse gecontroleerd te worden voor aanvang van de werken.

Deze riolering is aangesloten op een collector. We verwijzen voor het hydraulisch nazicht naar het advies van Rio-P. Er dient een gunstig advies te worden bekomen van de rioolbeheerder Rio-P (De Watergroep).

3. Hemelwater

Afkoppeling van hemelwater moet voorzien worden conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

4. Wateroverlast

Volgens de kaart “overstromingsgevoelige gebieden” van het AGIV ligt het perceel niet in een overstromingsgevoelig gebied.

5. Nutsvoorzieningen

De verkavelaar dient zijn aanvraag aan te vullen met attesten van respectievelijke nutsmaatschappijen die bevestigen dat elektriciteit, eventueel aardgas, waterleiding en teledistributie leidingen aanwezig zijn. De aanleg van de noodzakelijke nutsleidingen zijn ten laste van de aanvrager.

6. Wegenis

De aanleg van de rijweg dient te gebeuren conform typebestek 250 voor de wegenbouw (meest recente versie) en in overleg met de dienst openbare werken van de stad Ninove. Indien de aanbesteding plaatsvindt na 1 mei 2015, dient het standaardbestek 250 versie 3.1 te worden toegepast. De breedte van de rijweg dient goedgekeurd te worden door de brandweer. De zone van de rijweg, greppel en naastgelegen voetpad dient na aanleg en definitieve aanvaarding kosteloos overgedragen te worden aan de stad Ninove via een notariële akte. De overdracht van de rijweg en greppel dient afzonderlijk te gebeuren van de overdracht van de voetpaden. De voetpaden mogen pas aangelegd te worden vanaf 80% bebouwing van de verkaveling en uiterlijk 3 jaar na voorlopige oplevering. Bijgevolg geldt voor de voetpaden een afzonderlijke waarborgtermijn. Voor het materiaal en afmeting voor de betonstraatstenen van de voetpaden wordt een verplicht gebruik opgelegd van grijze betonstraatstenen, type 220 x 110 x 80 mm.

7. Riolering

Voor het hydraulisch nazicht verwijzen we naar het advies van de rioolbeheerder Rio-P (De Watergroep). Er dient een gunstig advies te worden bekomen van de rioolbeheerder Rio-P. De verkavelingsaanvraag moet aangevuld worden met de stukken vermeld in het verkavelingsreglement op rioleringen. Bij gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2011 werd volgend verkavelingsreglement voor rioleringen goedgekeurd :

- Voor elke nieuwe verkaveling ,op het grondgebied van Ninove moet een hydraulisch advies ingewonnen worden van zowel de nieuwe aan te leggen riolering als de invloed hiervan op de bestaande infrastructuur. De Watergroep heeft het recht de verkavelaar op basis van het hydraulisch advies een aangepast rioleringsontwerp te laten maken. Hierin zullen ook de technische eisen van het aan te leggen rioleringsnet en – toebehoren opgenomen zijn. Indien nodig dient de verkavelaar een pompstation te voorzien om de DWA en/of RWA op te pompen naar het bestaande stelsel. De kosten voor het hydraulisch advies en het nazicht hiervan dienen door de verkavelaar betaald te worden.

- De verkavelaar mag wanneer er geen riolering ligt, zelf de buizen aanleggen, mits toestemming en keuring door de Watergroep. Tijdens de uitvoeringswerken dient de Watergroep steeds op de hoogte gehouden te worden, zodat toezicht kan uitgeoefend worden op de aanleg en op de waterdichtheidsproeven. Deze proeven worden uitgevoerd op het volledige nieuwe rioolstelsel op kosten van de verkavelaar. Bij voorlopige oplevering van de aangelegde rioleringen dient de verkavelaar de Watergroep de gelegenheid te geven om het net visueel te inspecteren. Gebreken dienen door de verkavelaar op zijn kosten hersteld te worden. Het aangelegde rioleringsnet dient minimaal te voldoen aan de Watergroep-bestekken en de voorschriften bijgevoegd aan het hydraulisch advies voor riolering.

- Na oplevering draagt de verkavelaar het nieuw aangelegde net kosteloos over aan de Watergroep via een notariële akte. Bij het aanvragen van de verkavelingsvergunning zal de verkavelaar reeds het contract “Kosteloze overdracht aan de Watergroep” ondertekenen en bijvoegen. Dit contract en de naleving ervan zal als opschortende voorwaarde toegevoegd worden in de verkavelingsvergunning.

- Erfdienstbaarheden die voor de aanleg van de rioleringen en/of rioleringstoebehoren verkregen zijn of terreinen in volle eigendom van de verkavelaar ten behoeve van het rioleringsstelsel, dienen notarieel vastgelegd te worden en overgedragen aan de Watergroep. Rioolpompstations, indien aangelegd, dienen steeds op openbaar domein of op terrein in volle eigendom, over te dragen aan de Watergroep, te liggen.

Aandachtspunt: Voor bronbemaling moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); met betrekking tot de lozing van bemalingswater wordt verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5; de lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

8. Nuttige info

Bij indienen stedenbouwkundige vergunning, dient : De aansluiting van de riolering te gebeuren volgens het wettelijk gescheiden stelsel. Afkoppeling van hemelwater voorzien te worden conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. De plaatsing van een hemelwaterput en een septische put per woning is verplicht. Hergebruik van hemelwater uit de hemelwaterputten is verplicht.

9. Voetweg nr. 33

Er dient door de verkavelaar een procedure opgestart te worden om voetweg nr. 33 te wijzigen / af te schaffen. De wettige breedte van voetweg nr. 33, ter hoogte van lot 12, dient gewijzigd te worden naar 2m. Het overig gedeelte van voetweg nr. 33 dient afgeschaft te worden, om reden dat de voetweg wordt opgenomen in de openbare wegenis van de verkaveling.

10. As-builtplan

Vanaf 1-01-2015 is het verplicht om een GRB-conform as-built op te maken. Het as-builtplan dient opgemaakt te worden volgens het GRB-decreet (16/04/2004) art. 13 §3 en §4.

Besluit :

Gunstig advies, mits voorwaarden:

De verkavelaar dient zijn aanvraag aan te vullen met attesten van respectievelijke nutsmaatschappijen die bevestigen dat elektriciteit, eventueel aardgas, waterleiding en teledistributie leidingen aanwezig zijn.

De aanleg van de noodzakelijke nutsleidingen zijn ten laste van de aanvrager.

De aanleg van de rijweg dient te gebeuren conform typebestek 250 voor de wegenbouw (meest recente versie) en in overleg met de dienst openbare werken van de stad Ninove.

Indien de aanbesteding plaatsvindt na 1 mei 2015, dient het standaardbestek 250 versie 3.1 te worden toegepast.

De breedte van de rijweg dient goedgekeurd te worden door de brandweer.

De zone van de rijweg, greppel en naastgelegen voetpad dient na aanleg en definitieve aanvaarding kosteloos overgedragen te worden aan de stad Ninove via een notariële akte.

De overdracht van de rijweg en greppel dient afzonderlijk te gebeuren van de overdracht van de voetpaden. De voetpaden mogen pas aangelegd te worden vanaf 80% bebouwing van de verkaveling en uiterlijk 3 jaar na voorlopige oplevering. Bijgevolg geldt voor de voetpaden een afzonderlijke waarborgtermijn.

Voor het materiaal en afmeting voor de betonstraatstenen van de voetpaden wordt een verplicht gebruik opgelegd van grijze betonstraatstenen, type 220 x 110 x 80 mm.

Er dient een gunstig advies te worden bekomen van de rioolbeheerder Rio-P (De Watergroep).

De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.

Er dient door de verkavelaar een procedure opgestart te worden om voetweg nr. 33 te wijzigen / af te schaffen.

De wettige breedte van voetweg nr. 33, ter hoogte van lot 12, dient gewijzigd te worden naar 2m. Het overig gedeelte van voetweg nr. 33 dient afgeschaft te worden, om reden dat de voetweg wordt opgenomen in de openbare wegenis van de verkaveling.

Vanaf 1-01-2015 is het verplicht om een GRB-conform as-builtplan op te maken. Het as-builtplan dient opgemaakt te worden volgens het GRB-decreet (16/04/2004) art. 13 §3 en §4.

 

d. De rioolbeheerder RioP (De Watergroep) heeft op 11 februari 2015 in hun hydraulisch onderzoek van 29 januari 2015 een voorwaardelijk gunstig advies verleend. De motivatie en voorwaarden luiden als volgt:

1 Advies

Het project kan gunstig geadviseerd worden indien voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

In de berekening van het infiltratiedebiet is uitgegaan van een ledigingsdebiet van 20l/s via infiltratie. Bij herberekening blijkt dit echter slechts 2l /s te zijn. Dit is niet voldoende om geen overstorting te garanderen bij T20. Daarom wordt ook gevraagd om een debietsbeperker te voorzien (preferentieel een wervelventiel) van 10l/s op 80cm van de bodem van het infiltratiebekken, zodat het bekken gecontroleerd kan leeglopen bij grotere buien en er bij kleinere buien toch volledig geïnfiltreerd wordt. In verband met administratieve bepalingen wordt verwezen naar het verkavelingsreglement van de rioolbeheerder.

Voor aansluiting van de riolering op de bestaande infrastructuur dienen volgende voorwaarden in acht genomen te worden:

· De werken moeten worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250 en de algemene wijzigingen en aanvullingen van Aquafin aan het standaardbestek 250.

· Er dient aangesloten op een bestaande inspectieput of, indien deze inspectieput te ver ligt, dient er een nieuwe inspectieput gebouwd te worden op de leiding.

· De aansluiting op een bestaande inspectieput moet worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250, hoofdstuk 7, artikel 3.10. met dien verstande dat het dichten van de aansluitopening in een betonnen inspectieput gebeurt d.m.v. beton (dus niet met metselwerk).

· De bouw van een nieuwe inspectieput moet worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 3.9.

· De afmetingen van de put moeten zodanig gekozen worden dat aan beide zijden op de bestaande leiding korte inbouwstukken ontstaan met een maximale lengte van 0,75 m, gemeten vanaf de binnenzijde van de wand van de inspectieput, in de geest van het standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 1.1.2.3.A.

· Voor eventuele opbraak en herstelling van wegenis dient contact genomen met en gewerkt worden volgens de voorwaarden opgelegd door de eigenaar van de wegenis.

2 Motivatie van het advies

2.1 DWA- stelsel - geschat aantal inwonersequivalenten 77 IE

Er wordt een leiding diameter 250mm voorzien in grès aan minimale helling 5mm/m. Dit voldoet aan de code van goede praktijk.

2.2 RWA- stelsel - totaal aangesloten verharde oppervlakte

Huidige verkaveling     0,79

Toekomstig                 0,4

2.2.1 Concept

Er worden leidingen diameter 400mm voorzien aan helling 3 tot 3.5mm/m. Er wordt een infiltratiebekken van 325m³ voorzien. Het overstortpeil is vastgelegd om 20.4mTAW en in het geval infiltratie niet voldoende blijkt te zijn, is er een mogelijkheid voorzien om een debietsbeperker gebruiken om een continue debiet door te voeren. Er wordt een sedipipe voorzien om aanzanding van het bekken te voorkomen.

2.2.2 Hydraulische dimensionering

Controle capaciteit en verhanglijn

De hydraulische dimensionering van de leidingen ontbrak gedeeltelijk in het dossier maar was vroeger al besproken en goed bevonden door Aquafin. Idem de infiltratieproeven.

Hergebruik, infiltratie, buffering en vertraagde afvoer.

Er wordt een infiltratiebekken van 325m³ voorzien. Het overstortpeil is vastgelegd om 20.4mTAW en in het geval infiltratie niet voldoende blijkt te zijn, is er een mogelijkheid voorzien om een debietsbeperker gebruiken om een continue debiet door te voeren. Er wordt een sedipipe voorzien om aanzanding van het bekken te voorkomen. In de berekening van het infiltratiedebiet is uitgegaan van een ledigingsdebiet van 20l/s via infiltratie. Bij herberekening blijkt dit echter slechts 2l /s te zijn. Dit is niet voldoende om geen overstorting te garanderen bij T20. Daarom wordt gevraagd om een debietsbeperker te voorzien (preferentieel een wervelventiel) van 10l/s op 80cm van de bodem van het infiltratiebekken, zodat het bekken gecontroleerd kan leeglopen bij grotere buien en er bij kleinere buien toch volledig geïnfiltreerd wordt.

2.2.3 Materiaalkeuze

De leidingen worden voorzien in beton. Dit is conform de materialen matrix.

 

e. De provinciale dienst Integraal Waterbeleid heeft op 9 maart 2015 volgend advies gegeven:

Hogervermelde percelen zijn gelegen binnen het stroomgebied van waterloop nr. 5.146 van tweede categorie en vallen binnen mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Bij deze verkaveling zal het hemelwater vertraagd afgevoerd worden naar het watersysteem door middel van infiltratie en buffering. De vertraagde afvoer zal collectief georganiseerd worden. Hierbij worden volgende normen gehanteerd:

-       infiltratie: 230 m³/ha verharding

-       buffering: 100 m³/ha verharding

Ter hoogte van de 't Angereelstraat zal een ondergrondse voorziening gebouwd worden waarbij het onderste compartiment dienst zal doen als een infiltratievoorziening en het bovenste compartiment dienst zal doen als een buffervoorziening. De infiltratievoorziening zal aansluiten op een ondergrondse zandlaag; de slecht doordringbare leemlaag erboven zal doorboord worden. Volgens het bodemonderzoek uit 2014 bevindt de grondwatertafel zich voldoende diep onder de bodem van de infiltratievoorziening. Een controlemeting van begin februari 2015 bevestigt dat het grondwater zich ongeveer 40 cm onder de bodem van de infiltratievoorziening bevindt. Bij de buffervoorziening zal het wervelventiel zo ingesteld worden dat het hemelwater zal geloosd worden aan een debiet van 10l/s/ha met een ondergrens van 5l/s. Rekening houdend met het bodemtype (zandbodem), de te realiseren verharde oppervlakte van de verkaveling, de overstromingsgevoeligheid van het stroomgebied en de richtlijnen uit de gewestelijke verordening hemelwater dient een infiltratievoorziening een minimaal volume te hebben van 250 m³/ha verharding. In dit project wordt een volume van 230 m³/ha verharding voorzien. Het verschil aan volume van 20m³/ha verharding, wordt gecompenseerd door meer verharde oppervlakte mee te nemen bij het dimensioneren van de infiltratievoorziening. Voor het bepalen van het volume van de infiltratievoorziening worden in het dossier volgende oppervlaktes meegerekend:

-       Openbare wegenis (3754 m²) en 43 kavels aan 80 m² per kavel (3440 m²) (zoals opgelegd in de gewestelijke verordening hemelwater).

-       Totale bebouwbare/verharde oppervlakte per kavel, verminderd met 40 m² omdat er per woning een hemelwaterput wordt voorzien. Dit is 2090 m² afkomstig van 22 kavels met een bebouwbare oppervlakte van 95 m² (135 m²-40m²) en 2310 m² afkomstig van 21 kavels met een bebouwbare oppervlakte van 110 m² (150 m²-40m²).

De totale in dit dossier in rekening gebrachte verharding bedraagt 11594 m². De voorziening zal een volume hebben van: 267 m³. Volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater kan per woning met verplichte hemelwaterput 60 m² dakoppervlak in mindering worden gebracht. Het te voorziene buffervolume dient 250 m³/ha verharding te bedragen. De totale in rekening te brengen verharding bedraagt voor dit project dus 10734 m². Op basis van deze getallen dient de voorziening een buffervolume te hebben van 268 m³.

Er kan besloten worden dan de voorziening in dit project voldoet aan de hierboven gesteld voorwaarden. Ons inziens zal de geplande verkaveling met de gecombineerde infiltratie- en buffervoorziening ,voor het (collectief) vertraagd afvoeren van het hemelwater, dan ook geen schadelijke invloed hebben op de waterhuishouding in de omgeving

 

f. De dienst Operationeel Waterbeleid van de Vlaamse Milieumaatschappij heeft in eerste instantie op 20 januari 2015 ongunstig advies verleend. De motivatie luidt als volgt:

Onder verwijzing naar artikel 8 Van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep.

Deze adviesverlening geldt voor het domein grondwater in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.

De locatie te Ninove, zoals beschreven in de aanvraag, is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Mogelijke schadelijke effecten op het grondwater zouden kunnen ontstaan als gevolg van veranderingen in infiltratie van hemelwater, kwaliteitsverlies van grondwater en de wijziging in grondwaterstroming.

De aanvraag omvat verkavelen percelen voor 32 loten met wegenis gelegen 't Angereelstraat. Voor dit dossier werd eerder een ongunstig advies gegeven met kenmerk WT 2014G 0537 met als reden dat er te weinig werd ingezet op infiltratie.

Naar het aspect grondwaterstroming kunnen we stellen dat de aanleg van de ondergrondse constructie een bronbemaling met zich kan meebrengen. Indien men van plan 'is te bemalen moet minstens een melding volgens Vlarem (klasse 3) van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs MER-plichtig naargelang de ligging en het debiet per dag.

Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II). Met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt eveneens verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5 namelijk dat niet-verontreinigd bemalingswater bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht wordt. Wanneer het in de bodem brengen redelijkerwijze niet mogelijk is, moet dit niet-verontreinigd bemalingswater geloosd I worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. Het lozen in de openbare riolering is slechts toegestaan wanneer het conform de beste beschikbare technieken niet mogelijk is zich op een andere manier van dit water te ontdoen.

De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte constructie en zonder kunstmatig drainagesysteem.

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de verkaveling met wegenis minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Deze verordening legt op dat altijd en overal geïnfiltreerd dient te worden tenzij wordt aangetoond dat dit niet haalbaar is.

Hoewel de dimensionering van het bufferbekken groot genoeg uitgewerkt is, wordt er nog steeds gebufferd i.p.v. geïnfiltreerd aangezien het bekken voorzien is van een vertraagde afvoer. Daarnaast wordt in het dossier aangegeven dat er niet gewerkt kan worden met infiltratieleidingen door een te hoge grondwaterstand, maar wordt wel gewerkt met een ondergrondse doorlatende constructie voorzien van een knijpleiding. Concrete waarden over de grondwaterstand zijn niet opgenomen in het dossier, de enige houvast is de boorstaat waar het grondwater op aanzienlijk grotere diepte wordt aangetroffen. Dit lijkt in overeenstemming met de classificatie op de bodemkaart als droge zandleembodem, de bodemsamenstelling wordt eveneens ondersteund door deze boorstaten. Indien een hoge grondwaterstand een probleem is, dient overgestapt te worden op bovengrondse infiltratievoorzieningen. In de verkaveling zijn ruime groenzones aanwezig, het is niet duidelijk waarom een beperkt deel hiervan niet wordt gebruikt om reeds een deel van het hemelwater op te vangen en te infiltreren. Rekening houdend met de bodemsamenstelling zullen de bovenste bodemlagen die eerder zandig zijn daarnaast beter infiltreren dan de daaronder gelegen zandlemige bodemlagen.

Voor wat betreft het aspect grondwaterkwaliteit wordt er een gescheiden stelsel voorzien en wordt het afvalwater aangesloten op de bestaande straatriolering. De aanleg van riolering moet in vereenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem " en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

BESLUIT

Het project wordt ongunstig geadviseerd en is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid met betrekking tot het aspect grondwater aangezien er geen informatie is opgenomen die aangeeft dat infiltratie onmogelijk is en het voorliggende plan nog steeds inzet op buffering met vertraagde afvoer. We willen er tevens op wijzen dat er binnen de verkaveling aanzienlijke mogelijkheden zijn om te werken via bovengrondse infiltratievoorzieningen indien de grondwaterstand een probleem vormt.

Bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid:

- voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II);

- de lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II;

- de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.

- de aanleg van riolering moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Vlarem " en de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;

de volledig gescheiden aansluiting moet uitgevoerd worden conform art. 6.2.2.1.2 § 3 van Vlarem II.

Gelieve, conform artikel 8 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 inzake de watertoets, een afschrift van uw beslissing te bezorgen aan de VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer binnen de 10 kalenderdagen na het nemen van de beslissing.

 

g. De dienst Operationeel Waterbeleid van de Vlaamse milieumaatschappij heeft in tweede instantie in hun e-mail van 26 februari 2015 gunstig advies verleend. De motivatie luidt als volgt:

Op basis van de nagestuurde informatie betreffende de boringen en na overleg met de provincie nemen we aan dat de verkaveling ’t Angereelstraat te Ninove in voldoende mate voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV) en dat voor wat betreft het aspect infiltratie de schadelijke effecten kunnen worden ondervangen.

 

h. De Watergroep heeft in hun brief van 6 februari 2015 volgend advies gegeven:

Ter hoogte van de vermelde verkaveling is er geen drinkwaterdistributieleiding aanwezig. Een uitbreiding van het drinkwaterdistributienet is noodzakelijk om deze verkaveling te bevoorraden. Voor het opmaken van het ontwerp, wachten wij op de aanvraag van betrokken aanvrager of opdrachtgever. Mogen wij u vragen geen bouwvergunningen af te leveren vooraleer de uitbreiding gerealiseerd is of de verkavelaar een attest van De Watergroep kan voorleggen waaruit blijkt dat hij aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan.

 

i. Eandis heeft op 24 februari 2015 volgend advies gegeven:

Zonder uw tegenbericht, gelden deze definitieve voorwaarden voor de aanvrager vanaf 26 maart

2015. De loten mogen pas verkocht worden nadat o.a. de financiële verplichting aan ons is voldaan. Bij ontvangst van de betaling, wordt U hiervan in kennis gesteld. De volledige verkavelingsreglementering kunt u raadplegen op www.eandis.be > Publicaties en reglementen>

Verkavelingsreglementen.

Uitbreiding distributienetten binnen verkaveling

Laagspanningsnet                                                       € 29 560,00 (Vrij van btw)

Openbaar verlichtingsnet                                            € 5 360,00 (Vrij van btw)

Lage druk gasnet                                                        € 30 299,00 (Vrij van btw)

Uitbreiding distributienetten buiten verkaveling

Elektriciteit forfaitair 32 lot(en) x € 500                       € 16000,00 (Vrij van btw)

Studiekosten

Elektriciteit                                                                 € 1 953,85 (21 % btw inbegrepen)

Gas                                                                             € 651,28 (21 % btw inbegrepen)

Openbare Verlichting

Palen en armaturen                                                    € 21 121,91 (21 % Btw inbegrepen)

Aansluitkosten                                                            € 2 940,30 (21 % Btw inbegrepen)

Recyclagebijdrage                                                       € 0,15 (21 % Btw inbegrepen)

Totaalbedrag verkaveling                                            € 107 886,49 (Btw inbegrepen)

Patrimonium en overdracht:

De installaties voor openbare verlichting (palen en armaturen) moeten in eigendom worden overgedragen aan de gemeente. De oprichting van een distributiecabine voor elektriciteit is noodzakelijk. Voor meer informatie  ver grondafstand, zie bijlage: 'Gronden, lokalen en/of erfdienstbaarheden'.

Opmerkingen:

De aansluitingskosten van de individuele woningen zijn niet inbegrepen in deze voorwaarden, zij worden later met de respectievelijke eigenaars afgerekend. De inplanting van de verlichtingspunten is zuiver informatief, de exacte plaats zal voor de uitvoering van de werken worden bepaald in overleg met het gemeentebestuur. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.

Opmerkingen (nieuwe wegenis):

De perceelsgrenzen en rooilijnen moeten uitgezet zijn en de nieuwe wegenis moet verhard zijn.

De voetpaden mogen nog niet zijn aangelegd. Voor deze verkaveling kunt u als verkavelaar zelf instaan voor het sleufwerk. Voor meer info zie bijlage: 'Korting sleufwerk'. Er dient minstens een vrije, openbare ruimte met een breedte van 1,50 m langs beide zijden van de straat op het openbaar domein tussen de 2 rooilijnen voorzien te worden waarin de leidingen en kabels aangelegd worden. Op het einde van een pijpenkop wordt eveneens een vrije openbare ruimte van 1,5 m voorzien. Zowel bovengronds als ondergronds (tot op een diepte van 1,5 m ten opzichte van het maaiveld) mogen zich geen hindernissen, o.a. fundering, bevinden in deze ruimte. Hieronder wordt tevens begrepen dat de ruimte vrij dient te zijn van bebouwing, bedekking (zoals asfalt, beton, ... ) of beplanting uitgezonderd gras. De vrije, openbare ruimte dient na de aanleg der nutsleidingen een openbaar karakter te behouden en vrij te blijven van alle constructies.

Detailoverzicht te plaatsen openbare verlichting

Standaard openbare verlichting -Aantal: 18

Type paal: SPMH 06,3 RAL YYYY

Type armatuur: LUMA 1 40 LED 4500LM 840 R4 ED

Kleur: Diepzwart

De gebruikte codes worden in onderstaand overzicht toegelicht. U kunt eveneens het vademecum voor openbare verlichting raadplegen om standaard palen en armaturen op te zoeken a.d.h.v. de opgegeven codes.

Codes Lichtmasten zonder passieve veiligheid

Materiaal:         S(G) = Thermisch verzinkt staat

AL = Geanodiseerd aluminium

Afwerking:       P = Bedekt met polyesterlaag

Vorm:              M = Lichtmast, volledig conisch

S = Lichtmast, met verjonging

Bevestiging:    H = Inplantingsstuk

B = Voetplaat

Cijfer:              Hoogte van de lichtmast in meter

Ral X of Y:        Kleurkeuze mogelijk uit betreffende RAL- kleuren X of Y

X = Kleurcodes 6005, 7001, 7032, 9005, 6009, 6020, 7035, 7038, 9010, 3004

Y = Alle niet X-nummers

Codes Lichtmasten met passieve veiligheid

Materiaal:         PA = Passieve veiligheid, thermisch verzinkt

PP = Passieve veiligheid, bedekt met polyesterlaag

Klasse veiligheid          100 HE 3 = High energy absorbing

Hoogte van de lichtmast in meter

RAL X of Y:       Lichtmasten zonder passieve veiligheid

Gronden, lokalen en/of erfdienstbaarheden, Elektriciteits- en/of gascabine

De oprichting van een distributiecabine voor elektriciteit is nodig voor de uitrusting van deze verkaveling. Conform de verkavelingsvoorwaarden moet de verkavelaar de benodigde grond kosteloos afstaan aan de distributienetbeheerder, die de kosten voor de oprichting van de cabine(s) ten laste neemt. De afmetingen van deze grond bedragen (benaderend) 5 x 6 meter per cabine. De grond waarop de cabine dient te worden geplaatst, moet zijn gelegen in de bouwzone en bij notariële akte worden overgedragen aan de distributienetbeheerder. (niet aan het openbaar domein) Het is absoluut noodzakelijk dat de inplanting van dit perceel is voorzien op het door Stedenbouw vergunde verkavelingsplan, en dit volgens de inplanting in bijgevoegd voorontwerp. Hier moet ook melding van worden gemaakt in de tekst van de verkavelingsvergunning. Zoniet dient de verkavelaar een wijziging van de verkavelingsvergunning aan te vragen. Teneinde het voeden van de verkaveling op een bevredigende wijze te kunnen verzekeren, dient de distributiecabine technisch en administratief in orde te zijn. Op vraag van de verkavelaar en mits akkoord van de distributienetbeheerder kan een lokaal voor oprichting van een distributiecabine elektriciteit worden voorzien die aan de voorwaarde van de brochure "Leidraad distributiecabines elektriciteit in gebouwen" voldoet. De afstand van de cabinegrond of het cabinelokaal wordt ten laste van de DNB bij notariële akte bekrachtigd.

Leidingen en/of doorgang:

Er dient geen grond afgestaan te worden voor toevoerleidingen of doorgang personeel en materiaal.

 

j. Telenet heeft in hun brief van 21 januari 2015 volgend advies gegeven:

Onze studiedienst stelde een offerte op aan de hand van de liggings- en perceelsplannen. In dit bestek houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.

Offerte en voorwaarden: De kostprijs om de percelen aansluitbaar te maken bedraagt € 15635,62. Deze offerte blijft 6 maanden geldig vanaf de verzendingsdatum van deze brief. Worden er na de start van de werken nog wijzigingen gevraagd, dan zijn de kosten voor het verplaatsen of wijzigen van de Telenet-installaties ten laste van de aanvrager. Wij kunnen de werken ten vroegste drie maanden na uw akkoord starten. Dat kan pas indien wij over alle noodzakelijke vergunningen beschikken en de factuur betaald is. Worden de werken niet aangevat binnen de geldigheidstermijn van deze offerte, dan vervallen de voorwaarden. Deze offerte omvat niet de kosten van de aftakking naar en de aansluiting van de abonnees zelf. Deze kosten zijn ten laste van de verschillende abonnees.

Verloop van de procedure. Wij bezorgen u een factuur van zodra wij uw ondertekende invulformulier en uw facturatiegegevens ontvangen. Wilt u ons deze dan ook zo snel mogelijk voor akkoord toesturen? Na uw akkoord op onze offerte maken wij een ontwerpplan op basis van uw gegevens. Ook dit plan sturen we u ter goedkeuring op. Na betaling van de factuur sturen we het attest 'Alle voorwaarden voldaan' naar de gemeente en starten wij met de uitvoering van de werken. Wordt de verkavelingvergunning toch niet goedgekeurd, dan legt u deze weigering voor aan Telenet NV. Wij verbinden ons er uitdrukkelijk toe alle bedragen die al betaald zijn, terug te storten.

 

Gelet op het verslag van het overleg op 9 april 2015 van de sector grondgebiedzaken waarbij nog enkele overkoepelende opmerkingen geformuleerd werden aan de hand van de argumenten uit de bezwaarschriften en de deeladviezen;

 

Gelet op de mail van de dienst stedenbouw van 9 april 2015 aan de verkavelaar en zijn ontwerpers over de opmerkingen uit het overleg van de sectro grondgebiedzaken;

 

Gelet op de antwoordmail van de verkavelaar van 10 april 2015 waarbij de verkavelaar toelichting en een repliek geeft op de opmerkingen;

 

Gelet op het verslag van het overleg van 16 april 2015 van de sector grondgebiedzaken waarbij de belangrijkste conclusies meegenomen worden in de eindbeslissing:

-       Voorwaarden en lasten over de percelen met tijdelijk groen worden in de verkaveling opgelegd inclusief een verbintenis (onderhoud, aanleg groenzone en verharding, vergunning verkrijgen,…) die als voorwaarde en last opgelegd wordt bij het verstrekken van het verkoopbaarheidsattest.

-       De tijdelijke groenzones 1) op perceel 464b en 2) t.h.v de doorsteek tussen kavel 4 en 5 worden privé gehouden in handen van de verkavelaar maar moeten publiek toegankelijk zijn en moeten onderhouden worden door de verkavelaar,

-       De breedte van de voetweg wordt behouden op 2m;

 

Overwegende dat de volledige projectzone volgens de zoneneringen van het gewestplan Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem van 30 mei 1978 gelegen is woongebied;

 

Overwegende dat de projectzone niet gelegen is in een bijzonder plan van aanleg, uitvoeringsplan of verkaveling;

 

Overwegende dat dit besluit over de zaken van de wegen gaat en dat het college van burgemeester en schepenen in een latere fase de stedenbouwkundige aanvraag zal toetsen aan de stedenbouwkundige voorschriften, regelgeving en de goede ruimtelijke ordening;

 

Overwegende dat bij het adviseren van de verkavelingsaanvraag door het college van burgemeester en schepenen nog verdere voorwaarden en lasten kunnen opgelegd worden over de invulling, bestemming en voorschriften van de percelen en aanhorigheden;

 

Overwegende dat het aangewezen is, rekening houdende met de adviezen en bezwaarschriften, om volgende voorwaarden, opmerkingen en modaliteiten op te leggen aan de verkavelaar wat betreft de wegenis:

  1. Voor het tijdelijk groen, ook buiten de contouren van de verkaveling worden door het college van burgemeester en schepenen in de verkavelingsvergunning voorwaarden en lasten, inclusief een verbintenis (onderhoud, aanleg groenzone en verharding, vergunning verkrijgen,…) opgelegd die via het verstrekken van het verkoopbaarheidsattest verzekerd kunnen worden.
  2. De tijdelijke groenzones 1) op perceel 464b en 2) t.h.v. de doorsteek tussen kavel 4 en 5 worden privé gehouden in handen van de verkavelaar maar moeten publiek toegankelijk zijn, aangelegd en onderhouden worden door de verkavelaar.
  3. De aanleg van de rijweg dient te gebeuren conform typebestek 250 voor de wegenbouw (meest recente versie) en in overleg met de dienst openbare werken van de stad Ninove. Indien de aanbesteding plaatsvindt na 1 mei 2015, dient het standaardbestek 250 versie 3.1 te worden toegepast. Voor het materiaal en afmeting voor de betonstraatstenen van de voetpaden wordt een verplicht gebruik opgelegd van grijze betonstraatstenen, type 220 x 110 x 80mm.
  4. De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
  5. Op kosten van de aanvrager en op basis van een lichtstudie van Eandis moeten nieuwe verlichtingspalen geplaatst worden.
  6. Op kosten van de aanvrager en op aanwijzen van de stedelijke dienst verkeer en de lokale politie moet de nodige signalisatie aangebracht worden.
  7. De verkavelaar moet voldoen aan de eisen van de brandweer omtrent de bovengrondse hydranten:

.    ondergrondse leiding Æ 150mm;

.    bovengrondse hydrant BH100 (uitgeefkant Æ 110mm en 2x70mm DSP koppeling);

.    gedurende 120min voldoende druk en debiet;

.    conform EN 14384:2005;

.    NBN S21-019;

.    vanaf elk punt van de openbare weg van de verkaveling moet er minimaal één BH100 te bereiken zijn binnen de 60 meter;

.    de bovengrondse hydranten moten minimaal op 2 meter afstand van de gevels staan.

  1. De verkavelaar moet voldoen aan de lasten en voorwaarden opgelegd door de respectievelijke nutsmaatschappijen. Hij moet zijn verkavelingsaanvraag aanvullen met attesten van de respectievelijke nutsmaatschappijen die bevestigen dat volgende nutsvoorzieningen aanwezig of aangelegd zijn: openbare verlichting, elektriciteit, aardgas, waterleiding en teledistributie leidingen (Telenet, Belgacom).
  2. De wegeniswerken, de rioleringswerken, het waterleidingsnet, het elektriciteitsnet met de openbare verlichting, de TV-distributie, het gasnet en het telefoonnet worden uitgevoerd op kosten en ten laste van de verkavelaar.
  3. Op kosten van de aanvrager en op aangeven van RioP moet het hoofdrioleringsnet uitgebreid worden. De verkavelaar moet de geldende reglementering, uitgevaardigd door Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening thans De Watergroep, inzake privéverkavelingen strikt naleven. Voorliggende verkavelingsaanvraag moet aangevuld worden met de stukken vermeld in het verkavelingsreglement op rioleringen. De verkavelaar moet voldoen aan de voorwaarden en lasten van de rioolbeheerder, zoals vermeld in bovenstaand voorwaardelijk hydraulisch advies van RioP van 29 januari 2015:

.    Op 80cm van de bodem van het infiltratiebekken moet een debietbeperker (preferentieel een wervelventiel) van 10l/s voorzien worden, zodat het bekken gecontroleerd kan leeglopen bij grotere buien en er bij kleinere buien toch volledig geïnfiltreerd wordt.

.    Voor aansluiting van de riolering op de bestaande infrastructuur dienen volgende voorwaarden in acht genomen te worden:

.    De werken moeten worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250 en de algemene wijzigingen en aanvullingen van Aquafin aan het standaardbestek 250.

.    Er dient aangesloten op een bestaande inspectieput of, indien deze inspectieput te ver ligt, dient er een nieuwe inspectieput gebouwd te worden op de leiding.

.    De aansluiting op een bestaande inspectieput moet worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250, hoofdstuk 7, artikel 3.10. met dien verstande dat het dichten van de aansluitopening in een betonnen inspectieput gebeurt d.m.v. beton (dus niet met metselwerk).

.    De bouw van een nieuwe inspectieput moet worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 3.9.De afmetingen van de put moeten zodanig gekozen worden dat aan beide zijden op de bestaande leiding korte inbouwstukken ontstaan met een maximale lengte van 0,75 m, gemeten vanaf de binnenzijde van de wand van de inspectieput, in de geest van het standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 1.1.2.3.A.

.    Voor eventuele opbraak en herstelling van aansluitende wegenis dient contact genomen met en gewerkt worden volgens de voorwaarden opgelegd door de eigenaar van de wegenis.

  1. De verkavelaar moet de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Eandis voor elektriciteit, inzake privéverkavelingen strikt naleven. De reglementen zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij de genoemde distributiebeheerder of kunnen geraadpleegd worden op www.eandis.be.
  2. De kosten en lasten voor de aanleg van de nieuwe wegenis, riolering, aanhorigheden en nutsvoorzieningen mogen niet afzonderlijk of in een afzonderlijke clausule in eventuele verkoopsovereenkomsten verhaald worden op de eventuele kopers van percelen. Deze kosten mogen ook niet op een later tijdstip of afzonderlijk doorgerekend worden aan de eigenaars of kopers van de percelen.
  3. De zone van de rijweg, greppel en naastgelegen voetpad dient na aanleg en definitieve aanvaarding kosteloos overgedragen te worden aan de stad Ninove via een notariële akte.
  4. De overdracht van de rijweg en greppel dient afzonderlijk te gebeuren van de overdracht van de voetpaden. De voetpaden mogen pas aangelegd te worden vanaf 80% bebouwing van de verkaveling en uiterlijk 3 jaar na voorlopige oplevering. Bijgevolg geldt voor de voetpaden een afzonderlijke waarborgtermijn.
  5. Na uitvoering van de werken moet de rioleringsinfrastructuur kosteloos aan RioP afgestaan worden.Voor de riolering die over privéterrein loopt dient ook een erfdienstbaarheid gevestigd te worden.
  6. De verkavelaar moet een GRB-conform as-builtplan opmaken in overeenstemming met art. 13 §3 en §4. van het GRB-decreet van 16 april 2004.
  7. De verkavelaar moet een procedure opstarten om voetweg nr. 33 te wijzigen/af te schaffen. De wettige breedte van voetweg nr. 33, ter hoogte van lot 12, dient gewijzigd te worden naar 2m. Het overig gedeelte van voetweg nr. 33 dient afgeschaft te worden, om reden dat de voetweg wordt opgenomen in de openbare wegenis van de verkaveling.

 

Overwegende dat door het opleggen van voornoemde voorwaarden tegemoet gekomen wordt aan de opmerkingen, voorwaarden en lasten van de adviesinstanties;

 

Overwegende dat de goedkeuring van de zaken van de wegen impliceert dat de stad principieel akkoord gaat met de verkaveling voor 32 huiskavels;

 

Overwegende dat bij het adviseren van de verkavelingsaanvraag door het college van burgemeester en schepenen nog verdere voorwaarden en lasten kunnen opgelegd worden over de invulling, bestemming en voorschriften van de kavels en aanhorigheden;

 

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen voorstelt om voorliggende zaak van de wegen van de verkavelingsaanvraag ingediend op 12 december 2014 door Danneels Joost, Immobiliënmaatschappij nv, St. Baafskerkstraat 1 in 8200 Brugge voor gronden gelegen langs 't Angereelstraat in Appelterre, kadastraal gekend als 9e afd, Sie B, nrs. 203g, 462a, h en /02, 463c, 465g, 203h, 205a, 206g, 462g, 463a, 464b, 465k, 465y, 470e goed te keuren met voornoemde voorwaarden, opmerkingen, lasten en modaliteiten;

 

 

«VISUM»

Beslist,

 

«Stemresultaat»

 

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van de ingediende bezwaren en opmerkingen.

 

Artikel 2

De zaak van de wegen voor de verkavelingsaanvraag ingediend op 12 december 2014 door Danneels Joost, Immobiliënmaatschappij nv, St. Baafskerkstraat 1 in 8200 Brugge voor gronden gelegen langs 't Angereelstraat in Appelterre, kadastraal gekend als 9e afd, Sie B, nrs. 203g, 462a, h en /02, 463c, 465g, 203h, 205a, 206g, 462g, 463a, 464b, 465k, 465y, 470e, wordt goedgekeurd, onder volgende voorwaarden, opmerkingen, lasten, verplichtingen en modaliteiten:

  1. Voor het tijdelijk groen, ook buiten de contouren van de verkaveling worden door het college van burgemeester en schepenen in de verkavelingsvergunning voorwaarden en lasten, inclusief een verbintenis (onderhoud, aanleg groenzone en verharding, vergunning verkrijgen,…) opgelegd die via het verstrekken van het verkoopbaarheidsattest verzekerd kunnen worden.
  2. De tijdelijke groenzones 1) op perceel 464b en 2) t.h.v de doorsteek tussen kavel 4 en 5 worden privé gehouden in handen van de verkavelaar maar moeten publiek toegankelijk zijn, aangelegd en onderhouden worden door de verkavelaar.
  3. De aanleg van de rijweg dient te gebeuren conform typebestek 250 voor de wegenbouw (meest recente versie) en in overleg met de dienst openbare werken van de stad Ninove. Indien de aanbesteding plaatsvindt na 1 mei 2015, dient het standaardbestek 250 versie 3.1 te worden toegepast. Voor het materiaal en afmeting voor de betonstraatstenen van de voetpaden wordt een verplicht gebruik opgelegd van grijze betonstraatstenen, type 220 x 110 x 80mm.
  4. De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II.
  5. Op kosten van de aanvrager en op basis van een lichtstudie van Eandis moeten nieuwe verlichtingspalen geplaatst worden.
  6. Op kosten van de aanvrager en op aanwijzen van de stedelijke dienst verkeer en de lokale politie moet de nodige signalisatie aangebracht worden.
  7. De verkavelaar moet voldoen aan de eisen van de brandweer omtrent de bovengrondse hydranten:

.    ondergrondse leiding Æ 150mm;

.    bovengrondse hydrant BH100 (uitgeefkant Æ 110mm en 2x70mm DSP koppeling);

.    gedurende 120min voldoende druk en debiet;

.    conform EN 14384:2005;

.    NBN S21-019;

.    vanaf elk punt van de openbare weg van de verkaveling moet er minimaal één BH100 te bereiken zijn binnen de 60 meter;

.    de bovengrondse hydranten moten minimaal op 2 meter afstand van de gevels staan.

  1. De verkavelaar moet voldoen aan de lasten en voorwaarden opgelegd door de respectievelijke nutsmaatschappijen. Hij moet zijn verkavelingsaanvraag aanvullen met attesten van de respectievelijke nutsmaatschappijen die bevestigen dat volgende nutsvoorzieningen aanwezig of aangelegd zijn: openbare verlichting, elektriciteit, aardgas, waterleiding en teledistributie leidingen (Telenet, Belgacom).
  2. De wegeniswerken, de rioleringswerken, het waterleidingsnet, het elektriciteitsnet met de openbare verlichting, de TV-distributie, het gasnet en het telefoonnet worden uitgevoerd op kosten en ten laste van de verkavelaar.
  3. Op kosten van de aanvrager en op aangeven van RioP moet het hoofdrioleringsnet uitgebreid worden. De verkavelaar moet de geldende reglementering, uitgevaardigd door Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening thans De Watergroep, inzake privéverkavelingen strikt naleven. Voorliggende verkavelingsaanvraag moet aangevuld worden met de stukken vermeld in het verkavelingsreglement op rioleringen. De verkavelaar moet voldoen aan de voorwaarden en lasten van de rioolbeheerder, zoals vermeld in bovenstaand voorwaardelijk hydraulisch advies van RioP van 29 januari 2015:

.    Op 80cm van de bodem van het infiltratiebekken moet een debietbeperker (preferentieel een wervelventiel) van 10l/s voorzien worden, zodat het bekken gecontroleerd kan leeglopen bij grotere buien en er bij kleinere buien toch volledig geïnfiltreerd wordt.

.    Voor aansluiting van de riolering op de bestaande infrastructuur dienen volgende voorwaarden in acht genomen te worden:

.    De werken moeten worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250 en de algemene wijzigingen en aanvullingen van Aquafin aan het standaardbestek 250.

.    Er dient aangesloten op een bestaande inspectieput of, indien deze inspectieput te ver ligt, dient er een nieuwe inspectieput gebouwd te worden op de leiding.

.    De aansluiting op een bestaande inspectieput moet worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250, hoofdstuk 7, artikel 3.10. met dien verstande dat het dichten van de aansluitopening in een betonnen inspectieput gebeurt d.m.v. beton (dus niet met metselwerk).

.    De bouw van een nieuwe inspectieput moet worden uitgevoerd volgens standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 3.9.De afmetingen van de put moeten zodanig gekozen worden dat aan beide zijden op de bestaande leiding korte inbouwstukken ontstaan met een maximale lengte van 0,75 m, gemeten vanaf de binnenzijde van de wand van de inspectieput, in de geest van het standaardbestek 250, hoofdstuk VII, artikel 1.1.2.3.A.

.    Voor eventuele opbraak en herstelling van aansluitende wegenis dient contact genomen met en gewerkt worden volgens de voorwaarden opgelegd door de eigenaar van de wegenis.

  1. De verkavelaar moet de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Eandis voor elektriciteit, inzake privéverkavelingen strikt naleven. De reglementen zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij de genoemde distributiebeheerder of kunnen geraadpleegd worden op www.eandis.be.
  2. De kosten en lasten voor de aanleg van de nieuwe wegenis, riolering, aanhorigheden en nutsvoorzieningen mogen niet afzonderlijk of in een afzonderlijke clausule in eventuele verkoopsovereenkomsten verhaald worden op de eventuele kopers van percelen. Deze kosten mogen ook niet op een later tijdstip of afzonderlijk doorgerekend worden aan de eigenaars of kopers van de percelen.
  3. De zone van de rijweg, greppel en naastgelegen voetpad dient na aanleg en definitieve aanvaarding kosteloos overgedragen te worden aan de stad Ninove via een notariële akte.
  4. De overdracht van de rijweg en greppel dient afzonderlijk te gebeuren van de overdracht van de voetpaden. De voetpaden mogen pas aangelegd te worden vanaf 80% bebouwing van de verkaveling en uiterlijk 3 jaar na voorlopige oplevering. Bijgevolg geldt voor de voetpaden een afzonderlijke waarborgtermijn.
  5. Na uitvoering van de werken moet de rioleringsinfrastructuur kosteloos aan RioP afgestaan worden.Voor de riolering die over privéterrein loopt dient ook een erfdienstbaarheid gevestigd te worden.
  6. De verkavelaar moet een GRB-conform as-builtplan opmaken in overeenstemming met art. 13 §3 en §4. van het GRB-decreet van 16 april 2004.
  7. De verkavelaar moet een procedure opstarten om voetweg nr. 33 te wijzigen/af te schaffen. De wettige breedte van voetweg nr. 33, ter hoogte van lot 12, dient gewijzigd te worden naar 2m. Het overig gedeelte van voetweg nr. 33 dient afgeschaft te worden, om reden dat de voetweg wordt opgenomen in de openbare wegenis van de verkaveling.
  8. Het college van burgemeester en schepenen kan bij het adviseren van de verkavelingsaanvraag nog verdere voorwaarden en lasten opleggen over de invulling, bestemming en voorschriften van de kavels en aanhorigheden;

 

Artikel 3

De stad verbindt er zich toe de gronden waarop de infrastructuur wordt aangebracht, met uitzondering van de tijdelijke groenzones op perceel 464b en de doorsteek tussen kavel 4 en 5, kosteloos in het openbaar domein in te lijven en de zorg voor de instandhouding van de uitgevoerde werken na de definitieve aanvaarding op zich te nemen.

 

Artikel 4

Afschrift van deze beslissing wordt verstuurd naar de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar bij Ruimte Vlaanderen en naar de verkavelaar.


Contact informatie