GR20141023 Punt 8. Stedelijke vrijwillige brandweer - openverklaring van één functie van beroepskorporaal te begeven bij aanwerving - vaststellen van de aanwervingsvoorwaarden

Gelet op het gemeentedecreet;

 

Gelet op het gemeentelijk reglement betreffende de organisatie van de brandweerdienst, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2013 en goedgekeurd door de gouverneur op 25 februari 2014;

 

Gelet op voornoemd reglement waarbij het beroepskader van de brandweer uitgebreid werd met 1 luitenant of onderluitenant, 1 korporaal of sergeant en 2 brandweermannen-ambulanciers;

 

Gelet op de brief van 11 augustus 2014 van de officier-dienstchef, Pascal Van de Waeter, met de vraag om de functie van beroepskorporaal vacant te verklaren en deze in te vullen bij wijze van aanwerving;

 

Overwegende dat het opportuun is over te gaan tot de openverklaring van de functie van beroepskorporaal bij aanwerving;

 

Gelet op het administratief statuut van het gemeentepersoneel, inzonderheid deel III 'Werving', dat op het veiligheidspersoneel van toepassing is;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten, inzonderheid bijlage 3, modelreglement voor de organisatie van de gemeentelijke vrijwilligersbrandweerdienst;

 

Overwegende dat het de gemeenteraad toekomt de aanwervingsvereisten voor het beroepspersoneel andere dan officieren te bepalen (koninklijk besluit van 6 mei 1971 – artikel 9);

 

Gelet op het gemeentelijk reglement betreffende de organisatie van de brandweerdienst, dd. 19 december 2013 – inzonderheid hoofdstuk II – Personeel (artikel 7 tot 9);

 

Gelet op de ministeriële omzendbrief van 28 mei 2004 over de woonplaatsverplichting voor brandweerlieden;

 

Overwegende dat voor de stad Ninove het aangewezen is een woonplaatsverplichting aan de beroepsbrandweerlieden op te leggen omdat het een vrijwilligerskorps betreft waarvan de leden een andere beroepsactiviteit hebben overdag, waardoor er geen volledige wacht in de kazerne kan georganiseerd worden zoals in een beroepskorps;

 

Overwegende dat ten einde de openbare veiligheid te verzekeren het noodzakelijk is een woonplaatsverplichting op te leggen aan de beroepsbrandweermannen;

 

Overwegende dat alle functieprofielen en taakomschrijvingen alsook de evaluatiecriteria en –procedures opgenomen werden in het reglement betreffende de organisatie van de brandweerdienst goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 19 december 2013 en goedgekeurd door de heer gouverneur op 25 februari 2014;

 

 

Gelet op het visum van de financieel beheerder dat wordt verleend;

 

 

Beslist,

 

 

met 16 ja-stemmen (Dirk Vanderpoorten, Michel Casteur, Katie Coppens, Veerle Cosyns, Tania De Jonge, Henri Evenepoel, Wouter Vande Winkel, Paul De Schepper, Marc Torrekens, Lieven Meert, Freddy Van Eeckhout, Jacques Timmermans, Jannick Violon, Corinne Vanbelle, Alain Triest, Ferdi De Ville)

12 nee-stemmen (Rudy Corijn, Guy D'haeseleer, Ilse Malfroot, Antoine Van Melkebeek, Femke D'Hondt, Marc Plancke, Joost Arents, Maria Keymolen, Kurt Van Den Driessche, Veerle Vanderpoorten, Gerd Rassaerts, Levi Verberckmoes)

 

 

Artikel 1

 

Eén functie van beroepskorporaal wordt vacant verklaard. Deze functie is te begeven bij aanwerving.

 

De aanwervingsvoorwaarden voor het beroepspersoneel zijn:

  1. onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie,
  2. woonachtig zijn, uiterlijk zes maanden na het einde van de stage, in de gemeente waar de brandweerdienst gevestigd is, of binnen een straal van 15 km waarvan de brandweerkazerne het beginpunt is.

Een lid van de brandweer die niet voldoet aan de woonplaatsverplichting maar toch over de mogelijkheid beschikt om binnen een zeer korte tijdspanne na een oproep de brandweerkazerne te bereiken, kan aan de gemeenteraad een afwijking op de woonplaatsverplichting vragen. De gemeenteraad kan, rekening houdende met de omstandigheden van het individueel geval een afwijking op de woonplaatsvergoeding toestaan,

  1. ten minste 18 jaar zijn,

De minimumleeftijdsgrens moet bereikt zijn op de dag van de indiensttreding,

  1. ten minste 1,60 meter groot zijn,
  2. een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor gesolliciteerd wordt. Het passend gedrag wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister. Het uittreksel mag niet ouder zijn dan drie maanden. Als daarop een ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een verklarende nota voorleggen,
  3. in orde zijn met de dienstplichtwetten,
  4. lichamelijk geschikt bevonden zijn bij een geneeskundig onderzoek dat altijd voorafgaat aan de proeven inzake lichamelijke geschiktheid en selectie.

Dit omvat:

- een algemeen somatisch onderzoek (algemeen uitzicht, littekens, verminkingen, misvormingen),

- een onderzoek van het voortbewegingsstelsel (skelet, gewrichten, spieren),

- een onderzoek van de hartvaten (hart, pols, bloeddruk, aderspat),

- een onderzoek van het ademhalingsstelsel (neus, keel, luchtpijp, longen),

- een onderzoek van het abdomen (buik, organen, breuken),

- een neurologisch onderzoek (Romberg, pupilreflexen, peesreflexen, cremasterreflexen, tremor),

- een onderzoek van het psychisme (algemeen gedrag, emotiviteit),

- een onderzoek van de endocriene organen (schildklier),

- een urineonderzoek (eiwit, suiker),

- een onderzoek van de gezichtsscherpte (met en zonder bril),

- een onderzoek van het gehoor.

      8.   slagen voor de proeven inzake lichamelijke geschiktheid. Op die proeven staan punten. De punten worden toegekend conform de criteria die opgenomen zijn in de bijlage 1 bij de aanwerving en de bijlage 2 bij de benoeming en tijdens de verdere loopbaan. Het geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid zijn eliminerend en gaan elke andere selectieproef vooraf.

 

            De proeven inzake lichamelijke geschiktheid zijn de volgende:

  1. dragen over 50 meter:

Een persoon van + eigen gewicht dragen over een afstand van 50 m. in brandweergreep.

Het startsein wordt gegeven als de last is opgenomen.

Twee pogingen, met een tussenpoos van 30 min. worden toegestaan.

Selectiecriteria: zie bijlage 1 tabel 1.1

     

  1. lengtesprong:

Vanuit stand, de voeten samen, zo ver mogelijk springen. De afstand wordt bepaald door het dichtst bij de startlijn achtergelaten spoor, ongeacht met welk lichaamsdeel de grond wordt geraakt.

Twee pogingen, met een tussenpoos van 5 min., worden toegestaan.

Selectiecriteria: zie bijlage 1 tabel 1.2

 

  1. pompen:

Het lichaam, dat op de handen en op de voeten steunt, vormt een rechte lijn van de schouders tot de hielen terwijl de armen loodrecht op de grond staan.

Tijdens de oefening moet de borst de grond lichtjes raken.

Selectiecriteria: zie bijlage 1 tabel 1.3

 

  1. optrekken:

In hang aan een horizontale baar met de armen volledig gestrekt en de handpalmen weg van het aangezicht, de armen buigen tot de kin boven de baar uitkomt. Nadien terug uitzakken tot de armen volledig gestrekt zijn.

Het toestel wordt op zodanige hoogte geplaatst dat de voeten de grond niet raken.

Selectiecriteria: zie bijlage tabel 1.4

 

  1. evenwicht:

De evenwichtsbalk van 7 tot 10 cm breed, 3,5 m. lang, geplaatst op een hoogte van 1,2 m., overschrijden in 8 seconden. Vrije manier van op- en afstijgen zonder hulpmiddelen. De proef wordt gechronometreerd bij het geven van het signaal wanneer de kandidaat zich in evenwicht op de boom gesteld heeft. De chronometer wordt stilgelegd bij het einde van het parcours, voor de kandidaat van het toestel afstijgt, de voet voorwaarts gestrekt op het uiteinde van de boom.

Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan.

 

  1. touwklimmen:

Op een vrije manier het touw opklimmen tot de voeten op een hoogte van 4 m. zijn in 4 seconden. Het startsein wordt aan de kandidaat gegeven wanneer deze bij het touw staat, de armen langs het lichaam.

Twee pogingen, met een tussenpoos van 15 minuten, worden toegestaan.

 

  1. ladder:

Het beklimmen van de vrijstaande ladder, 20 meter uitgeschoven, helling van 70°, in 50 seconden.

De start gebeurt vanaf de voet van de ladder. De kandidaat houdt de armen langs het lichaam en raakt de ladder niet aan voor de start.

Beveiliging met veiligheidsgordel en touw vanuit de korf.

Twee pogingen, met een tussenpoos van 15', worden toegestaan.

 

  1. zwemmen:

50 meter zwemmen zonder tussenpozen.

Selectiecriteria: zie bijlage 1 tabel 1.8

 

  1. uithoudingstest:

Het lopen van 2.400 meter in een zo kort mogelijke tijd.

Selectiecriteria: zie bijlage 1 tabel 1.9

 

  1. hoogteproef:

Door middel van een touw dient de kandidaat vanaf 10 meter hoogte het grondniveau te bereiken. Hiertoe kan gebruik gemaakt worden van een afdaaltoestel.

Twee pogingen, met een tussenpoos van 15 min., worden toegestaan.

 

  1. claustrofobietest:

Het blindlopen in een onbekende ruimte zonder het vertonen van paniekverschijnselen.

 

      De behaalde score van de proeven inzake lichamelijke geschiktheid wordt herrekend naar een           score op 50 punten.

De kandidaat dient minstens 60% te behalen op het totaal van de proeven. Het niet behalen  van      50% op de proeven E, G, H, J en K is eliminerend.

     

  1. minstens een diploma van H.S.O. hebben behaald of daarmee gelijkgesteld onderwijs en het brevet van korporaal uitgereikt door een erkend opleidingscentrum,
  2. houder zijn, uiterlijk op het einde van de stage, van het rijbewijs van minstens categorie C,
  3. Slagen voor een selectieproef met als programma:

a)    Een schriftelijk gedeelte: over een onderwerp van algemene aard in verband met het beroep van brandweerman (50 punten),

b)    Een mondelinge proef: evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat, met de specifieke vereisten van de functie, evenals van zijn motivatie en van zijn interesse voor het werkterrein. (50 punten)

Om voor deze selectieproef te slagen, moeten de kandidaten in elke proef 50 % en in het totaal van de proeven 60 % van de punten behalen.


De selectiecommissie zal als volgt samengesteld worden:

1)    Officier-dienstchef van het korps

2)    Officier zonecoördinator

3)    Een leraar lichamelijke opvoeding

4)    Twee officieren-dienstchef van een ander korps (C en Y).

 

De examencommissie zal een lijst opmaken van de geslaagde kandidaten met rangschikking in de orde van de behaalde resultaten verdeeld over drie groepen (A-B-C). De A?groep vertegenwoordigt de resultaten ? 80 %, de C?groep de resultaten < 70 % en de B?groep de resultaten daartussenin.

 

De gemeenteraad zal uit deze lijst de kandidaten aanduiden die tot de stage worden toegelaten.
Voorrang wordt verleend aan de kandidaten gerangschikt in groep A.

 

Bij ontstentenis van kandidaten behorend tot de groep A dient steeds beroep gedaan te worden op kandidaten van groep B.

 

Bij ontstentenis van kandidaten behorend tot groep A en B dient een beroep gedaan te worden op kandidaten van groep C.

 

De laureaten die niet tot de stage worden toegelaten worden in een wervingsreserve opgenomen, waarvan de geldigheidsduur drie jaar bedraagt.

 

Kandidaturen dienen uiterlijk op 14 november 2014 bij een ter post aangetekende brief gericht te worden aan de burgemeester, Centrumlaan 100, 9400 Ninove

 

Een oproep tot kandidaten zal gepubliceerd worden in Ninove-info, de streekkrant/zondagskrant, op de website van de VDAB en van de stad. De oproep zal eveneens aangeplakt worden in de kazerne.