GR20140227 punt AP11: Amendement van raadslid Werner Somers op punt 21 van de gemeenteraad van 27 februari 2014 - nieuwe straatnaam

 

 

Amendement van raadslid Werner Somers op punt 21 van de gemeenteraad van 27 februari 2014 – nieuwe straatnaam

 

"Artikel 1

Artikel 1 wordt aangevuld als volgt:

"Adiel Debeuckelaerestraat"

 

Verantwoording

Op 11 juli 1917 verscheen de eerste Open Brief van de frontsoldaten 'aan den Koning van België, Albert I'. Dit manifest werd opgesteld door Adiel Debeuckelaere en was een eerste uitvoerige aanklacht tegen de schandalige taaltoestanden in het Belgische leger. Debeuckelaere woonde het grootste gedeelte van zijn leven in Ninove. Hij trouwde op 31 mei 1913 met Adelaïde Dortant en overleed te Ninove in 1979.

Aan het IJzerfront werd na verloop van tijd elke uiting van Vlaamsgezindheid, hoe onschuldig ook, onverbiddelijk de kop ingedrukt. Het flamingantisme werd immers gezien als een bedreiging voor het moreel van de troepen en voor de eenheid van het leger. Er zat voor de Vlaamsgezinde intellectuelen niets anders op dan hun werkzaamheden ondergronds verder te zetten: de geheime Frontbeweging zag het levenslicht. Adiel Debeuckelaere stond aan het hoofd van de zogenaamde Legervergadering en kreeg de bijnaam 'ruwaard'. 

In de eerste Open Brief aan de koning verklaarde de Frontbeweging zich weliswaar trouw aan België en aan de strijd tegen Duitsland, maar formuleerde zij zware kritiek op de Belgische staat omdat die sinds 1830 het Nederlands stiefmoederlijk behandelde en in feite een Franstalige staat was.

Na de Eerste Wereldoorlog was Debeuckelaere betrokken bij de oprichting van het Vlaamsche Front, beter bekend als de Frontpartij, waarvan hij de eerste voorzitter was. Bij de parlementsverkiezingen van 1919 was hij tevens samen met Hendrik Borginon de eerste verkozene voor deze partij. Op 10 november 1921, tien dagen voor de nieuwe parlementsverkiezingen, werd Debeuckelaere gearresteerd op beschuldiging van hoogverraad, meer bepaald aansporing tot defaitisme. Na negen maanden voorarrest in de gevangenis van Vorst vond het proces plaats voor de krijgsraad in Brussel. Het proces eindigde op 24 augustus 1922 met een vrijspraak.

Debeuckelaere behoorde verder nog tot de stichters van het Verbond der Vlaamse Oudstrijders (VOS). Hij was ook een van de ondertekenaars van het Federaal Statuut dat op 25 maart 1931 in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd ingediend. In mei 1940 was Debeuckelaere het enige Vlaams-nationalistische parlementslid dat de Belgische regering naar Frankrijk volgde en daar de motie tegen de capitulatie van Leopold III mee goedkeurde. Dat verhinderde niet dat hij in september 1944 door de Belgische autoriteiten werd geïnterneerd. Op 24 december 1944 werd Debeuckelaere echter zonder meer vrijgelaten.

Na de Tweede Wereldoorlog deed Debeuckelaere niet meer aan partijpolitiek, maar was hij actief in de financiële wereld en betrokken bij de acties voor amnestie en bij de organisatie van de IJzerbedevaarten. Van 1952 tot 1971 was hij ondervoorzitter van het IJzerbedevaartcomité.

Zonder overdrijving kan dus gesteld worden dat onze stadsgenoot Adiel Debeuckelaere in de Vlaamse Beweging een niet onbelangrijke rol gespeeld heeft. Aangezien het in 2017 precies honderd jaar geleden is dat de eerste Open Brief aan koning Albert verspreid werd, vormt het vernoemen van een straat naar deze Vlaamse voorman een passend huldebetoon.