GR20130912 punt 19: Onderwijs - nieuwbouwproject Stedelijke School Appelterre 48 - DBFM-programma - intrekking gemeenteraadsbesluit van 25 oktober punt 14 - goedkeuring voorontwerpdossier - goedkeuring voorwaarden

De raad,

Gelet op het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur (B.S. 15 september 2006);

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 oktober 2010 waarbij de deelname aan het DBFM-programma "Inhaalbeweging Schoolinfrastructuur", zoals bepaald in het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur, werd bevestigd, waarbij beslist werd om hiertoe een beroep te doen op de Vlaamse Regering, die als opdrachtencentrale is opgetreden voor de selectie van een private partner in de DBFM-vennootschap en het belasten van de DBFM-vennootschap met de uitvoering van het DBFM-programma en waarbij beslist werd om in navolging van artikel 3 van het voormelde decreet van 7 juli 2006 een voorcontract af te sluiten met de DBFM-vennootschap – DBFM Scholen van Morgen NV – voor een schoolbouwproject binnen het DBFM-programma, met name 146-100.O – nieuwbouwproject Stedelijke School Appelterre-Dorp 48, op voorwaarde dat er een wettelijke basis is voor de vestiging van het hypothecair mandaat;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17 februari 2011 waarbij het addendum nr. 1 van het voorcontract werd afgesloten met de DBFM-vennootschap – DBFM Scholen van Morgen NV – voor een schoolbouwproject binnen het DBFM-programma, met name 146-100.O – nieuwbouwproject Stedelijke School Appelterre-Dorp 48;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 januari 2012 waarbij het addendum nr. 2 van het voorcontract werd afgesloten met de DBFM-vennootschap – DBFM Scholen van Morgen NV – voor een schoolbouwproject binnen het DBFM-programma, met name 146-100.O – nieuwbouwproject Stedelijke School Appelterre-Dorp 48;

Gelet op het collegebesluit van 4 september 2012 waarin de voorstudiefase werd goedgekeurd onder voorbehoud van de gestelde opmerkingen;

Overwegende dat binnen de DBFM-procedure de kostprijs van alle omgevingswerken - zijnde open en overdekte speelplaats, fietsenberging, parkeer- en manoeuvreerruimte, groenaanleg – maximum 10% mag bedragen van de totale kostprijs van het bouwproject;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2012 waarbij principieel akkoord werd gegaan om een deel van de omgevingswerken buiten het zakelijk recht en het 30-jarig onderhoud van het DBFM-contract te plaatsen en om de kosten en de erelonen hieraan verbonden "up-front" te betalen;

Overwegende dat het dossier in december 2012 voorgelegd werd aan de Commissie van Deskundigen om bijkomende subsidies te vragen voor de omgevingswerken;

Overwegende dat de Commissie van Deskundigen het subsidiebedrag opgetrokken had, doch dat nog steeds niet alle omgevingswerken konden gesubsidieerd worden, waardoor de groenzone op het achterliggend terrein nog steeds buiten het DBFM-contract viel;

Overwegende dat het dossier op 24 juni 2013 opnieuw voorgelegd werd aan de Commissie van Deskundigen om bijkomende subsidies te vragen voor de omgevingswerken;

Overwegende dat de Commissie van Deskundigen in haar vergadering van 24 juni 2013 voorlopig gunstig advies heeft verleend voor de subsidiëring van de omgevingswerken (exclusief overdekte speelplaats) tot een totaal ramingsbedrag van 474.923,40 euro. De Commissie van Deskundigen wenst het dossier evenwel terug te zien na aanbesteding;

Overwegende dat alle gesubsidieerde werken moeten opgenomen worden in het zakelijk recht, waardoor nu ook het achterliggend terrein opgenomen wordt in het DBFM-contract en de omgevingswerken en de bijkomende erelonen hiervoor niet meer "up-front" moeten betaald worden;

Overwegende dat het opnemen van het achterliggend terrein in het DBFM-contract een meerwerk door wijziging van de basisparameters betekent ten opzichte van de oorspronkelijke opdracht: belangrijke uitbreiding van de oppervlakte van de omgevingswerken ten gevolge van de bijkomende aankoop van het achterliggend perceel omwille van de niet-vergunbaarheid van het project (advies RWO – overbezetting terrein);

Overwegende dat AGIOn deze meerwerken reeds goedkeurde;

Gelet op de brief van 25 juli 2013 waarin AG Real Estate CO-Production in Development NV, Programma Scholen van Morgen, de inrichtende macht verzoekt om akkoord te gaan met de bestelling van de meerwerken met een waarde van 20.500,00 euro excl. BTW, dewelke via de beschikbaarheidsvergoeding verrekend wordt;

Overwegende dat de voorontwerpfase werd beëindigd en dat het "Dossier Voorontwerp" ter goedkeuring werd voorgelegd aan de inrichtende macht op 22 februari 2013;

Overwegende dat de goedkeuringsfase van deze voorontwerpfase 5 weken bedraagt en de inrichtende macht haar goedkeuring moest overmaken aan AG Real Estate CO-Production in Development voor 10 april 2013;

Gelet op het collegebesluit van 2 april 2013 waarbij het voorontwerpdossier ter kennisneming werd goedgekeurd onder voorbehoud van de gestelde opmerkingen;

Overwegende dat het ingediende voorontwerpdossier aanleiding gaf tot tal van opmerkingen waardoor zowel de plannen als de berekening van de bruto beschikbaarheidsvergoeding moeten aangepast worden alvorens het dossier te kunnen voorleggen aan de gemeenteraad;

Overwegende dat intussen de mogelijkheid geboden werd om het dossier in juni 2013 opnieuw voor te leggen aan de Commissie van Deskundigen om bijkomende subsidies te verkrijgen voor de omgevingswerken;

Overwegende dat de beslissing van de Commissie van Deskundigen ook invloed heeft op de berekening van de bruto beschikbaarheidsvergoeding;

Overwegende dat geopteerd werd om een volledig en aangepast dossier voor te leggen aan de gemeenteraad;

Gelet op de inhoud van de voorontwerpbundel:

Gelet op de brief van 1 augustus 2013 waarin AG Real Estate CO-Production in Development NV, Programma Scholen van Morgen, de aanvullingen bezorgt op het voorontwerpdossier, bestaande uit :

Overwegende dat in deze aanvullingen rekening werd gehouden met de reeds overgemaakte opmerkingen en ook met de bijkomende subsidiëring van de omgevingswerken en met de meerkost ten gevolge de wijziging van de opdracht;

Overwegende dat in voorliggend ontwerp van het individueel iDBFM-contract de bedragen van de bruto beschikbaarheidsvergoeding ten laste van de inrichtende macht en ten laste van AGIOn verwisseld werden;

Overwegende dat de overige inhoudelijke wijzigingen van het individueel iDBFM-contract enkel betrekking hebben op de termijnverlenging met 2 maanden ten gevolge opmaak RUP Appelterre (ruimtelijk uitvoeringsplan);

Overwegende dat de bruto beschikbaarheidsvergoeding (BBV) berekend op basis van het aangepaste voorontwerpdossier 280.008,64 euro inclusief BTW per jaar (= 100%) bedraagt, verdeeld volgens subsidieerbaarheid:

AGIOn subsidie:

            232.969,96 euro inclusief BTW per jaar (= 83,20 %)

            of 58.242,49 euro inclusief BTW per kwartaal

Ten laste van de inrichtende macht:

            47.038,68 euro inclusief BTW per jaar (= 16,80%)

            of 11.759,67 euro inclusief BTW per kwartaal;

Overwegend dat de eenmalige vergoeding bij terbeschikkingstelling berekend op basis van het aangepaste voorontwerpdossier geraamd wordt op 174.528,53 euro inclusief BTW (= 100%), verdeeld volgens subsidieerbaarheid :

AGIOn subsidie:

            142.506,64 euro inclusief BTW (= 81,65 %)

Ten laste van de inrichtende macht :

            32.021,89 euro inclusief BTW (=18,35%);

Overwegende dat de overname en afwerking van de gemene muren, de tijdelijke huisvesting en toiletten, (containerklassen), het los meubilair en de aanpassingswerken aan het bestaand gebouw (eerste lokalen na afbraak refter) buiten het DBFM-project vallen en dat de opdracht voor de uitvoering hiervan nog deel zal uitmaken van aparte college- en gemeenteraadsbeslissingen;

Overwegende dat de gemeenteraad de nodige budgetten zal moeten voorzien in de respectievelijke jaren;

Gelet op artikel 156 van het gemeentedecreet;

Beslist,

met éénparigheid van stemmen

Het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2012 betreffende het principieel akkoord om een deel van de omgevingswerken buiten het zakelijk recht van DBFM te plaatsen wordt ingetrokken.

Artikel 2

De bestelling van de meerwerken ten bedrage van 20.500,00 excl. BTW, dewelke verrekend zijn in de BBV-bis worden goedgekeurd. De brief van AG Real Estate van 25 juli 2013 wordt ondertekend voor akkoord terug bezorgd.

Artikel 3

Het aangepaste voorontwerpdossier wordt goedgekeurd onder voorbehoud van de opmerkingen die uiteengezet werden in het overwegend gedeelte.

Artikel 4

De bruto beschikbaarheidsvergoeding (BBV) berekend op basis van het aangepaste voorontwerpdossier bedraagt:

280.008,64 euro inclusief BTW per jaar (= 100%), verdeeld volgens subsidieerbaarheid:

AGIOn subsidie:

232.969,96 euro inclusief BTW per jaar (= 83,20 %)

of 58.242,49 euro inclusief BTW per kwartaal

Ten laste van de inrichtende macht:

47.038,68 euro inclusief BTW per jaar (= 16,80%)

of 11.759,67 euro inclusief BTW per kwartaal

Deze BBV wordt goedgekeurd en zal ingeschreven worden in het budget vanaf het jaar van terbeschikkingstelling, vermoedelijk 2016, en dit voor een periode van 30 jaar.

Artikel 5

De eenmalige vergoeding bij terbeschikkingstelling berekend op basis van het aangepaste voorontwerpdossier wordt geraamd op 174.528,53 euro inclusief BTW (= 100%), verdeeld volgens subsidieerbaarheid:

AGIOn subsidie:

            142.506,64 euro inclusief BTW (= 81,65 %)

Ten laste van de inrichtende macht:

            32.021,89 euro inclusief BTW (=18,35%)

Deze eenmalige vergoeding bij terbeschikkingstelling wordt goedgekeurd en zal ingeschreven worden in het budget van dat jaar, vermoedelijk 2016.

Artikel 6

Het voorliggend ontwerp van het individueel iDBFM-contract wordt goedgekeurd onder voorbehoud van aanpassing van de bedragen van de bruto beschikbaarheidsvergoeding (bijlage 2 – deel 1 – 1.1).

Artikel 7

De opdracht voor de uitvoering van de werken die buiten het DBFM-contract vallen zal deel uitmaken van aparte college- en gemeenteraadsbeslissingen;

Artikel 8

Deze beslissing zal meegedeeld worden aan AG Real Estate CO-Production in Development NV.