GR20130530 punt AP2: Interpellatie van raadslid Werner Somers betreffende de vergoeding door de stad van de gsm-kosten van de leden van het college van burgemeester en schepenen
Volgende motivering wordt door de heer Werner Somers in zijn interpellatie vermeld:
"De leden van het college van burgemeester en schepenen krijgen door de stad een gsm-toestel ter beschikking gesteld waarvan zij gebruik mogen maken in het kader van de uitoefening van hun ambt. Behalve het abonnement van 8 euro per maand neemt de stad eveneens de gesprekskosten ten laste.
De totale gesprekskosten voor alle leden van het schepencollege samen bedroegen 3.157,06 euro in 2010, 3.777,53 euro in 2011 en 3.399,45 euro in 2012. Opvallend is dat een bepaalde schepen in 2010 32% van de totale gesprekskosten maakte en in 2011 zelfs 38,65% van de totale gesprekskosten. In februari 2012 bedroegen de gesprekskosten van deze schepen zelfs 247,18 euro of 55,25% van de gesprekskosten die alle leden van het schepencollege samen tijdens die maand maakten. Hierbij moet wel worden aangetekend dat de betrokken schepen in de loop van 2012 1.200 euro terugstortte aan de stad.
1. Wat was de reden voor de terugbetaling door deze schepen van een deel van de door de stad Ninove vergoede gesprekskosten?
2. Wanneer vond deze terugbetaling plaats?
3. Op welke manier wordt gecontroleerd of de leden van het college van burgemeester en schepenen hun mobiel telefoontoestel slechts gebruiken voor doeleinden die verband houden met hun mandaat en niet voor privé-doeleinden?
4. Bestaat er een bruikleenovereenkomst tussen de stad Ninove en de leden van het college van burgemeester en schepenen waarin het gebruik wordt geregeld dat zij van het door de stad Ninove ter beschikking gestelde gsm-toestel mogen maken en betreffende de mate waarin de gesprekskosten worden ten laste genomen door de stad Ninove?
5. Verdient het geen aanbeveling te werken met een belkrediet of om in elk geval bij besluit vooraf een bepaalde limiet vast te stellen waarboven de gesprekskosten voor rekening zijn van het betreffende lid van het college van burgemeester en schepenen?"
