Een stadsicoon in beeld
Cinema Central is al meer dan een eeuw een vaste waarde in het centrum van Ninove. Waar velen herinneringen koesteren aan eerste dates, schooluitstapjes of avonden vol filmklassiekers, staat Paul Raes nog steeds met hart en ziel in de zaal. Al 81 jaar ademt hij cinema. Letterlijk, want hij werd boven een cinemazaal geboren. Wat begon als een familiezaak, groeide uit tot een stadsicoon. Wij spraken met Paul over zijn jeugd tussen de filmrollen, de charme van het oude gebouw en de toekomst van Cinema Central.

Paul, volgens onze bronnen ben je letterlijk geboren in de cinema.
“Klopt! Mijn ouders hadden een cinemazaal in Denderhoutem en ik ben thuis boven de cinema ter wereld gekomen. Ik ben nu 81 jaar en al die jaren ben ik in de cinema aanwezig geweest, 65 jaar daarvan ook als uitbater. Dat was oorspronkelijk zelfs niet van mogen, maar van moeten, zoals dat gaat in een familiezaak. (lacht) Cinema Central in Ninove bestaat sinds 1919. In 1960 hebben mijn ouders de zaal gekocht. Een tijdje hadden ze dus twee cinemazalen: de Casino in Denderhoutem én Cinema Central in Ninove. We hielden de cinema open na onze reguliere werkuren. Mijn broers deden dat tijdens de week en ik draaide op zondag.”
Hoe herinner jij je die kindertijd tussen de filmrollen?
“Als kind had ik altijd veel vriendjes over de vloer. Op zondag kwamen ze samen bij mij thuis om naar de film te kijken. Logisch, want zij mochten gratis binnen. (lacht) En met Driekoningen was het vollenbak in onze zaal in Denderhoutem. Dan gingen alle stoelen en tafels eruit en werd het één groot feest. Ook tijdens de kermis was er sfeer: er kwam een orkest langs en er werden bussen ingelegd om iedereen naar onze zaal te brengen.”
Hoe groot zijn de verschillen met vroeger?
“Als je vroeger een film wilde zien, móest je gewoon naar de cinema. Nu kan je thuis tv kijken, streamen, noem maar op. Maar die échte sfeer, die mankeer je daar natuurlijk. Bij ons vind je die wél nog. Het is eigenlijk niet te geloven welke weg de technologie, maar ook de maatschappij, in zestig jaar heeft afgelegd. Zo hadden we destijds een pastoor die geen fan was van de bioscoop. (lacht) Tijdens de misviering riep hij tijdens zijn preek de mensen op om vooral níet naar de cinema te gaan, want niet elke film paste natuurlijk in het katholieke beeld van toen. Uiteindelijk richtte hij zijn eigen zaaltje op. De tijden zijn dus wel veranderd, mag je zeggen.” (lacht)
Ook op technologisch vlak zijn het andere tijden …
“We zijn destijds begonnen met stomme film, soms met pianobegeleiding. Later kwam er geluid bij, daarna kleur. Een grote investering was de cinemascope, waarbij je beeld even breed moest zijn als de zaal. Dat heeft veel zalen in Vlaanderen de das omgedaan, want die cinemascope was een serieuze investering. Ook wij waren eerst niet van plan om dat te doen. Tot het filmhuis persoonlijk kwam aandringen. Je kon gewoon niet achterblijven. Eerst werkten we met twee spiegels voor de lens die het beeld breder projecteerden, maar dat gaf kwaliteitsverlies. Later schakelden we over op speciale lenzen.”
Hoe blijf je vandaag technisch bij?
“Het grote verschil met vroeger is dat we nu digitaal werken. Films huren we nog altijd, maar ze komen via een server rechtstreeks binnen. Dat heeft ons gered. Destijds moest je wachten tot de film letterlijk binnenkwam op filmrollen, of later op een harde schijf. Tegen de tijd dat wij een populaire film kregen, waren er soms tien weken voorbij. Nu kunnen we hem praktisch onmiddellijk afspelen. Sinds 2012 zijn we dan ook volledig digitaal.”
De technologie is nieuw, maar de zaal ademt nog de sfeer van vroeger.
“Inderdaad, al hebben we door de jaren heen wel verbouwd. Zoals de vloer verraadt, liep de filmzaal destijds een stuk verder door. Aan de rode lijn aan de toog kan je zien waar het scherm ooit begon. De zalen zijn een stuk kleiner dan vroeger. We hebben nu beneden 98 en boven 79 zitjes tegenover een 500 zitplaatsen in totaal vroeger, maar net daardoor is het vandaag veel gezelliger. Destijds waren het grote zalen met balkon, maar door ze op te splitsen, konden we twee films tegelijk vertonen. Maar ondanks die wijzigingen, is de sfeer van vroeger blijven hangen. De iconische trap, de originele tegels … ze ademen de geschiedenis van het gebouw.”
Je hebt ongetwijfeld veel meegemaakt: zijn er verhalen of figuren waar je nu nog soms aan terugdenkt?
“Mijn moeder hield van een grapje. Eén keer vroegen de leden van de burgerlijke bescherming om hun kassa even bij te houden tijdens hun filmavond. Maar mijn moeder had de inhoud vervangen door stenen. Toen ze de cinema verlieten, gaf ze mee dat ze thuis alles nog eens goed moesten natellen. Niet veel later stond de man hier natuurlijk terug. (lacht) Ook meegemaakt: mensen die ’s avonds laat in hun slaapkleed terugkwamen omdat ze hun portefeuille of gsm verloren waren in de zaal. Je ziet hier echt van alles. In 65 jaar beleef je natuurlijk wel wat, zowel grote als kleine verrassingen. Zo kregen we onlangs bijvoorbeeld mensen uit Oostende over de vloer, die tot hier kwamen omdat wij nog een film draaiden die ze per se wilden zien.”
Welke film is jou altijd bijgebleven?
“Dat is zonder twijfel De Kanonnen van Navarone. Die hebben we zowel in Ninove als in Denderhoutem vertoond en ik heb hem meerdere keren gezien. De spanning in die film vond ik fantastisch. Op den duur wist ik precies waar de spannende momenten in de film zaten en ging ik snel de zaal in om ze opnieuw mee te pikken.”
Een mooie en rijke geschiedenis, dat is duidelijk. Maar hoe zie je de toekomst van Cinema Central?
“Dat is moeilijk te zeggen. Er is geen directe opvolging. Ik zou het ontzettend jammer vinden als dit alles zou verdwijnen. Maar zolang ik kan, doe ik verder. Cinema is mijn leven, al 81 jaar, en ik wil dat vuur niet laten uitdoven.”

