Dr. Hemerijckxcomité houdt het werk van Ninoves eerste ereburger levend

In 1969 overleed Frans Hemerijckx. Deze tropenarts werd zo’n 67 jaar eerder, in 1902 geboren in Ninove. De bekende Ninovieter revolutionaliseerde de behandeling van lepra en daar mogen we als Ninovieters best trots op zijn. Het Dr. Hemerijckxcomité zet zich al sinds 1965 in om het werk van deze bijzondere dokter onder de aandacht te blijven brengen. Wij spraken met voorzitter Wilfried Smesman en oudgedienden Steven Dobbelaere en Henri Avoux over het belangrijk werk van het comité.

Heren, bedankt om ons te ontvangen. Vertel eens, wie was Frans Hemerijckx eigenlijk?

Wilfried: “Frans Hemerijckx werd hier in Ninove geboren, “aan den Berdam” in 1902. Na studies geneeskunde aan de KU Leuven, trok hij naar Brussel om zich te vervolmaken in tropengeneeskunde. En daarna – in 1929 – trok hij naar Congo, waar hij in Tshumbe een leprozerie (inrichting voor leprapatiënten n.v.d.r.) oprichtte. Lepra is een vreselijke ziekte. Het leed dat Hemerijckx zag, zette hem aan om de ziekte met ongeziene geestdrift te bestrijden. Dr. Hemerijckx was er steeds van overtuigd dat het van belang was om bij familie te zijn om een ziekte te overwinnen. De leprozerie die Hemerijckx uit het niets opbouwde was zo bedacht dat mensen toch bij hun familie konden zijn, ondanks de afzondering.”

Steven: “Later, wanneer er meer bekend raakte over de ziekte en er ook betere medicijnen voorhanden waren, stapte Hemerijckx af van het leprozerie-idee. Hij behandelde mensen voortaan thuis. In Congo kende hij ook zware tegenslagen. Zo zou zijn vrouw er overlijden aan Malaria (in 1931), maar zet hij zijn werk onvermoeibaar voort en richt in 1939 een nieuw centrum op in Dikungu.”

En van Afrika trok dr. Hemerijckx naar India?

Henri: “Dat klopt. Daar hangt een vreemd verhaal aan vast. In 1953 was er in België een grote overstroming en de Indiase regering leverde toen heel wat jute om zandzakjes te maken. Als tegenprestatie stelde de regering voor om Dr. Hemerijckx te vragen naar India te reizen om er de bevolking bij te staan in de strijd tegen een allesverslindende lepra epidemie. En dus trok Hemerijckx er opnieuw op uit. Hij streek neer in Polambakkam, waar hij baanbrekend werk deed en spreekuur hield onder een boom. Van heinde en verre werden patiënten aangevoerd naar het spreekuur van dr. Hemerijckx.”

Wilfried: “In 1965 keerde Frans naar Belgïe terug, waar hij herenigd werd met zijn tweede vrouw (met wie hij in 1935 trouwde en vijf kinderen kreeg). Maar stilzitten zat er voor de dokter niet in. Hij bleef zich inzetten voor leprapatiënten en reisde de wereld rond om te gaan spreken op congressen. Hij overleed in 1969 in Leuven.”

En meer dan 50 jaar na zijn overlijden houdt het Dr.Hemerijckxomité het vuur brandend?

Wilfried: “Dat kan je wel zeggen. We blijven ons inzetten voor leprapatiënten. We ondersteunen jaarlijks Damiaanactie met onze eigen acties. Dit jaar zamelden we meer dan 16.500 euro in. We organiseerden de dubbeltentoonstelling over Pater Damiaan en Dr. Hemerijckx en in oktober werd onder grote belangstelling het Frans Hemerijckx wandelpad geopend. Een prachtige wandeling doorheen het stadscentrum, waarbij aan de hand van QR-codes wordt stilgestaan bij het leven en werk van deze wereldberoemde Ninovieter. We zorgden voor een leuke bonus voor de echte sportievelingen: een extra lange lus langs Pollare.”

Jullie staan ook voor een belangrijke verjaardag?

Wilfried:  “In 2025 vieren we onze zestigste verjaardag. Een mijlpaal en het bewijs van de vurige passie van dr. Hemerijckx. Zijn strijd voor melaatsen, dragers van een vreselijke ziekte en ook verstotenen, is ongezien. Hij streed niet enkel om hen te genezen, maar ook om deze mensen hun waardigheid terug te geven en hen opnieuw een plaats in de maatschappij te geven. Die naastenliefde is inspirerend tot op vandaag. En natuurlijk is er nog de ongelofelijke ploeg waar ik als voorzitter op kan rekenen. Zonder hen zou er van het comité al lang geen sprake meer zijn. Een voorzitter is maar zo sterk als zijn equipe en wat dat betreft kus ik mijn beide handen. We gaan er tegenaan voor de volgende zestig jaar (lacht)!”