GR20150401 Punt 13. Leefmilieu - klimaat - ondertekening burgemeestersconvenant - goedkeuring (datum van publicatie 16/04/2015)

Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet;

 

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 september 2014 waarbij de interessepeiling van de provincie Oost-Vlaanderen omtrent het Burgemeestersconvenant werd goedgekeurd waardoor de stad zich engageert om het burgemeestersconvenant in 2015 te ondertekenen en ambieert om de CO2-uitstoot tussen 2011 en 2020 met 20% te reduceren en klimaatneutraal te worden tegen 2050;

 

Gelet op het advies van de gemeentelijk milieu- en natuurraad van 4 maart 2015 waarbij gunstig advies werd gegeven om het burgemeestersconvenant te ondertekenen in 2015;

 

Overwegende dat het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC) in haar vijfde Assessment Report (AR5) van 27 september 2013 heeft bevestigd dat de klimaatverandering ondubbelzinnig is en dat het uiterst waarschijnlijk is dat de invloed van de mens de belangrijkste oorzaak is van de waargenomen opwarming sinds het midden van de 20ste eeuw;

 

Overwegende dat de Europese Unie op 9 maart 2007 het pakket Energie voor een Veranderende Wereld heeft goedgekeurd, waarmee zij zich eenzijdig ertoe heeft verbonden haar CO2-uitstoot tussen nu en 2020 met 20% te verminderen, door de energie-efficiëntie met 20% te verhogen en het aandeel van duurzame energiebronnen in de totale energiemix tot 20% te verhogen;

 

Overwegende dat één van de prioriteiten van het Europese Actieplan voor energie-efficiëntie, namelijk ‘Het potentieel realiseren’, de oprichting van een ‘Convent of Mayors’ (Burgemeestersconvenant) is;

 

Overwegende dat het Comité van de Regio’s van de Europese Unie de overtuiging is toegedaan dat lokale en regionale overheden hun krachten dienen te bundelen omdat multilevel governance een effectief middel is om de efficiëntie van maatregelen tegen klimaatverandering te vergroten, en er daarom voor pleit om ook regionale overheden bij het Burgemeestersconvenant te betrekken;

 

Overwegende dat het stadsbestuur bereid is gehoor te geven aan de in het Handvest van Leipzig betreffende Duurzame Europese Steden geformuleerde aanbevelingen met betrekking tot het verhogen van de energie-efficiëntie;

 

Overwegende dat het stadsbestuur op de hoogte is van het bestaan van het Charter van Aalborg, dat aan de basis ligt van vele stedelijke duurzaamheidsprojecten en vele initiatieven in het kader van Lokale Agenda 21;

 

Overwegende dat het stadsbestuur ervan bewust is dat de lokale en regionale overheden samen met de nationale overheden de verantwoordelijkheid dragen voor het bestrijden van de opwarming van de aarde en zich dan ook actief daarvoor moeten inzetten, ongeacht wat de andere partijen doen;

 

Overwegende dat steden en gemeenten direct en indirect (via de door de burgers gebruikte producten en diensten) verantwoordelijk zijn voor meer dan de helft van de broeikasgasemissies als gevolg van het gebruik van energie in het kader van menselijke activiteiten;

 

Overwegende dat de Europese Unie de in het vooruitzicht gestelde emissiereductie alleen kan realiseren als ook de lokale stakeholders en de burgers en hun organisaties daartoe een bijdrage leveren;

 

Overwegende dat de lokale en regionale overheden, als bestuurslagen die het dichtst bij de burgers staan, het voortouw dienen te nemen en het voorbeeld moeten geven;

 

Overwegende dat veel van de maatregelen ter vermindering van de vraag naar energie, ter bevordering van het gebruik van duurzame energie en ter bestrijding van de klimaatverandering onder de bevoegdheden van de lokale overheden vallen of zonder de politieke steun van de lokale overheden vallen of zonder de politieke steun van de lokale overheden niet zouden kunnen worden uitgevoerd;

 

Overwegende dat effectieve maatregelen op lokaal niveau de EU-lidstaten beter in staat stellen hun verplichtingen op het vlak van vermindering van broeikasgasemissies na te komen;

 

Overwegende dat de lokale en regionale overheden in heel Europa de broeikasgasemissies helpen verminderen door het opzetten van energie-efficiëntieprogramma’s, incl. programma’s op het vlak van duurzame mobiliteit, en door het stimuleren van het gebruik van duurzame energie;

 

Overwegende dat de provincie Oost-Vlaanderen de ambitie heeft klimaatneutraal te worden tegen 2050;

 

Overwegende dat de provincie Oost-Vlaanderen officieel erkend is als territoriaal coördinator van het Burgemeestersconvenant en ondersteuning biedt aan de steden en gemeenten;

 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 1 maart 2013 waarbij het milieucontract tussen de stad Ninove en de provincie Oost-Vlaanderen wordt goedgekeurd voor een periode tot 31 december 2019;

 

Overwegende dat de stad jaarlijks €3.000 trekkingsrechten betaalt aan de provincie Oost-Vlaanderen waarop ze beroep kan doen om bepaalde projecten, uitgevoerd door de provincie, te financieren; dat de stad op 1 januari 2015 over €10.187 aan trekkingsrechten beschikt;

 

Overwegende dat de ondersteuning van de provincie voor de opmaak van een nulmeting en een SEAP kan geraamd worden op €11.000, exclusief eventueel bijkomende ondersteuning zoals bv extra participatiemomenten; dat de stad door de ondertekening van het milieucontract 50% reductie krijgt; dat het resterende bedrag van €5.500 kan worden betaald via de resterende trekkingsrechten;

 

Overwegende dat al meer dan 5000 Europese steden en gemeenten het Burgemeestersconvenant ondertekenden;

 

Beslist,

 

 

met éénparigheid van stemmen

 

 

Artikel 1

 

De stad Ninove ondertekent het Burgemeestersconvenant en neemt kennis van de bijhorende engagementen.

 

 

Artikel 2

 

Met de ondertekening van het Burgemeestersconvenant verbindt de stad zich ertoe volgende engagementen na te komen:

- verder te gaan dan de EU-doelstellingen door de CO2-uitstoot op ons grondgebied gemeten in 2011 tegen 2020 met ten minste 20% terug te dringen;

- een emissieberekening (CO2-nulmeting) uit te voeren die als uitgangspunt voor de uitvoering van het actieplan moet dienen;

- binnen een jaar na de formele ondertekening van het Burgemeestersconvenant dit actieplan in te dienen;

- indien nodig de structuren aan te passen en het nodige personeel in te zetten om de vereiste acties te kunnen ondernemen;

- het maatschappelijk middenveld op het grondgebied actief te betrekken bij het opstellen van het actieplan;

- na de indiening van het actieplan minstens om de twee jaar een voortgangsrapport in te dienen voor evaluatie-, toezicht- en controledoeleinden;

- ervaringen en knowhow delen met andere territoriale gemeenschappen;

- in samenwerking met de Europese Commissie en andere stakeholders energiedagen of convenantdagen te organiseren om de burgers rechtstreeks te laten profiteren van de voordelen en mogelijkheden die een verstandiger energiegebruik biedt en de lokale media regelmatig over de uitvoering van het actieplan informeren;

- actie deel te nemen en bij te dragen aan de jaarlijkse EU-conferentie van burgemeesters voor een Energieduurzaam Europa;

- de boodschap van het Burgemeestersconvenant in de geijkte fora onder de aandacht te brengen;

 

Artikel 3

 

De burgemeester krijgt de machtiging om het intekenformulier van het burgemeestersconvenant te ondertekenen. Een afschrift van dit besluit en het intekenformulier wordt bezorgd aan de bevoegde diensten.

 

Artikel 4

 

Het college van burgemeester en schepenen krijgt de machtiging om de nodige stappen te ondernemen om dit Burgemeestersconvenant te verwezenlijken.

 

Artikel 5

 

Bovenop de doelstelling om in vergelijking met 2011 tegen 2020 de CO2-uitstoot met 20% terug te dringen ambieert de stad ook om net als de provincie Oost-Vlaanderen om klimaatneutraal te zijn tegen 2050.


Contact informatie