GR20161215 Punt AP6. Interpellatie van raadslid Joost Arents met een motie aan het CBS over neutraliteit bij alle stadsmedewerkers (projectmedewerkers inbegrepen)

Volgende motivering wordt door de heer Joost Arents in zijn interpellatie vermeld:

 

“Gelet op het feit dat een meerderheid op een vorige gemeenteraad van oordeel was dat religieuze kenmerken bij ambtenaren de neutraliteit niet ten goede komt en omdat er binnen de meerderheid in laatste instantie onenigheid was waardoor een compromis voorstel van open VLD werd weggestemd door haar eigen coalitiepartners leg ik het thema opnieuw voor op de gemeenteraad met als doel een voorstel te kunnen stemmen waar zich een meerderheid achter schaart.

 

Gelet op het artikel van OVSG vzw over bestuurlijke neutraliteit van de openbare diensten die we vorige GR konden inlezen m.b.t. het stedelijk onderwijs en waarbij we de beginselverklaring unaniem goedkeurden.

Beste collega’s,

 

Op een vorige gemeenteraad hebben we uitvoerig gedebatteerd over neutraliteit en religieuze

kenmerken.

 

Behalve de rood/groene fractie en één lid van CD&V die zich onthield was iedereen overtuigd dat de neutraliteit in het gedrang kon komen bij de stadsdiensten.

 

Als er geen kruisbeelden meer mogen hangen kan men toch moeilijk religieuze kenmerken toelaten en zeker voor wie in contact komt met het publiek.

 

Als nu blijkt dat bepaalde partijen binnen de meerderheid menen hun eigen visie te mogen doordrukken zonder rekening te houden met hun coalitiepartners denk ik dat dit ook omgekeerd kan werken en hoop ik met deze motie een wisselmeerderheid te bekomen over dit zeer belangrijk principe.

 

Zoals gezegd op een vorige GR heeft ook het Europees hof voor rechten van de mens  de strikte toepassing van de principes van neutraliteit aanvaard.

 

Het louter feit dat de overheid(lokale dienst) meer belang hecht aan deze principes dan aan de belangen van de werkneemster om haar geloofsovertuiging te uiten, maakt volgens het hof geen schending uit!

 

Het hof besluit zelfs dat het dragen van een hoofddoek door de werkneemster een tekortkoming is op haar neutraliteitsverplichting!

 

Wat N-VA betreft moet de lokale overheid de verplichtingen van neutraliteit en onpartijdigheid toepassen.

 

Persoonlijk verwacht ik dat mensen in een openbare dienst hun functie neutraal en objectief vervullen. Indien iemand een persoonlijke boodschap wil uitdragen, in dit geval een geloofsovertuiging, vind ik deze ongeschikt voor zo’n functie. Bovendien vind ik dat niemand het recht heeft om eisen te stellen vanwege een vrije privé-keuze

 

De vereiste van elke ambtenaar is een zekere integriteit: een respect voor de ambtelijke deontologie en respect voor de algemene sociale en ethische waarden en normen.

Ethiek is een praktische discipline maar ook een normatieve discipline die tot doel heeft voor te schrijven hoe men zich moet gedragen om sereen en onpartijdig te kunnen handelen

 

Hoe kan men anders objectief zijn als men niet neutraal is?

 

Vorige week las ik jullie een paragraaf voor uit het artikel van ovsg ivm de neutraliteit in de scholen. Ik herhaal vandaag de belangrijkste zin over de bestuurlijke neutraliteit van de openbare diensten: “In een democratische rechtstaat dient de overheid neutraal te zijn omdat zij de overheid is van en voor alle burgers en omdat zij deze in beginsel gelijk dient te behandelen zonder te discrimineren op grond van hun religie, hun levensbeschouwing of hun voorkeur voor een gemeenschap of partij; vertaald naar de gemeentelijke context betekent dit dat het gemeentepersoneel elke uitspraak, elke houding, elk voorkomen moet vermijden dat van aard zou zijn om het vertrouwen van het publiek in de neutraliteit van de gemeente aan te tasten.

 

Beste raadsleden : ik kan dus niet anders dan zeggen dat de stad Ninove er best aan doet om iedere stadsambtenaar te verplichten om de neutraliteit te tonen en dus voor zulke ambtenaren het hoofddoek of andere zaken of symbolen, die niet neutraal zijn, te verbieden.

Ik doe daarom de volgende motie:

 

De gemeenteraad vraagt om de rechtspositieregeling of in functieomschrijving in die zin aan te passen dat elke ambtenaar die taken uitvoert voor de stad, zij het exclusief of gedeeld, zelfs in onder aanneming, zich ten allen tijde volstrekt neutraal dient op te stellen. Onder neutraliteit wordt verstaan dat er op geen enkele wijze en onder geen enkele vorm een bepaalde voorkeur wordt getoond voor een politieke partij, een geloof, een overtuiging of voorkeur van welke aard ook.”