GR20150910 Punt 10. Personeel - wijziging rechtspositieregeling (datum van publicatie 23/09/2015)

Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen;

 

Gelet op de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, waarvan de laatste wijzigingen werden goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 30 december 2014;

 

Gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur, algemeen bestuurlijk toezicht van 25 februari 2015 waarbij deze kennis nam van het gemeenteraadsbesluit van 30 december 2014, houdende aanpassing van de rechtspositieregeling;

 

Overwegend dat er een rechtzetting moet gebeuren naar aanleiding van de opmerking betreffende artikel 126 RPR in de brief van het agentschap voor Binnenlands Bestuur van 25 februari 2015;

 

Overwegende dat artikel 126 bepaalt dat de aanstellende overheid bij de vacant verklaring van een betrekking aanvullende bevorderingsvoorwaarden kan voorzien;

 

Overwegende dat artikel 72 BVR RPR van 7 december 2007 bepaalt dat de Raad aanvullende bevorderingsvoorwaarden kan vaststellen;

 

Overwegende dat het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 tot wijziging van BVR RPR van 7 december 2007 bepaalt dat de aanvullende aanwervingsvoorwaarden niet langer door de Raad maar door de aanstellende overheid worden bepaald;

 

Overwegende dat deze wijziging echter niet werd doorgetrokken voor het vaststellen van de bevorderingsvoorwaarden;

 

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 18 juni 2015 waarbij de wijzigingen van de personeelsformatie en organogram werden goedgekeurd;

 

Overwegende dat in de personeelsformatie en organogram de nieuwe functie is opgenomen van diensthoofd B4-B5;

 

Overwegende dat dit betekent dat het artikel 111 van de rechtspositieregeling dient te worden aangepast;

 

Overwegende dat in de personeelsformatie en organogram de functie van meewerkende ploegbaas werd gewijzigd in werkleider D4-D5;

 

Overwegende dat in artikel 165 van de rechtspositieregeling bij de salarisschaal  D4-D5 de functie  van meewerkende ploegbaas moet worden gewijzigd naar werkleider;

 

Gelet op paragraaf 3 van artikel 21 van de rechtspositieregeling;

 

Overwegende dat het selectieprogramma voor de basisgraden van niveau C en de graad D4-D5 identiek is;

 

Overwegende dat dit selectieprogramma afgestemd is op administratieve functies;

 

Overwegende dat in de personeelsformatie en het organogram in de sector technische uitvoering en ondersteuning 3 functies van werkleider D4-D5 voorzien zijn;

 

Overwegende dat het hier om technische functies van werkleider gaat;

 

Overwegende dat het aangewezen is om voor deze technische functies een afzonderlijk technisch selectieprogramma te voorzien;

 

Overwegende dat er de personeelsformatie en het organogram geen andere functies op niveau D4-D5 voorzien zijn;

 

Gelet op paragraaf 4 van artikel 21 van de rechtspositieregeling;

 

Overwegende dat het huidige selectieprogramma voor de basisgraden van niveau D afgestemd is op administratieve functies;

 

Overwegende dat er sinds de reïntegratie van het Autonoom Gemeentebedrijf Dienstenbedrijf Ninove in de stad ook heel wat technische functies op niveau D aan de stad zijn;

 

Overwegende dat het aangewezen is om voor deze technische functies een afzonderlijk technisch selectieprogramma te voorzien;

 

Overwegende dat artikel 55 en 249§5 nog moeten worden aangepast wegens rechtzetting;

 

Gelet op het advies van het gemeenschappelijk managementteam van 29 juli 2015;

 

Gelet op het gemotiveerd advies van het hoog overlegcomité van 27 augustus 2015;

 

Beslist,

 

 

met 22 ja-stemmen (Dirk Vanderpoorten, Michel Casteur, Katie Coppens, Veerle Cosyns, Tania De Jonge, Henri Evenepoel, Wouter Vande Winkel, Paul De Schepper, Marc Torrekens, Lieven Meert, Freddy Van Eeckhout, Jacques Timmermans, Rudy Corijn, Jannick Violon, Octaaf Van Ongeval, Corinne Vanbelle, Antoine Van Melkebeek, Joost Arents, Maria Keymolen, Veerle Vanderpoorten, Misja De Ridder, Bruno Van Der Haeghen)

4 onthoudingen (Ilse Malfroot, Femke D'Hondt, Marc Plancke, Levi Verberckmoes)

 

 

De rechtspositieregeling van gemeentepersoneel wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 1

Het artikel 21 paragraaf 3 wordt gewijzigd als volgt:

 

De selectieprogramma’s voor de basisgraden van niveau C en de graad D4-D5.

 

Artikel 21 paragraaf 6 wordt toegevoegd als volgt:

 

het selectieprogramma voor de graad D4-D5:

 

De selectieprogramma’s voor de graad D4-D5:

 

Schriftelijk gedeelte:

 

1. Elementaire kennis van het gemeentedecreet en van de functierelevante wetgeving. De kandidaat ontvangt op voorhand de leerstof. Bij het oplossen van de vragen zal de kandidaat de ter beschikking gestelde leerstof mogen raadplegen (openboeksysteem). Beoordeling op 20 punten.

 

2. Functiegericht praktijkgeval: de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere situaties die zich tijdens de uitoefening van de functie kunnen voordoen. De context van het probleem of de problemen worden geschetst en aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven een oplossing uit te werken. Beoordeling op 40 punten.

 

3. Kennis van materialen en technieken betreffende het werkdomein. Beoordeling op 20 punten.

 

Om geslaagd te zijn voor het schriftelijk gedeelte dient de kandidaat 50 % van het totaal te behalen.

 

Mondeling gedeelte:

 

1. Competentiegericht interview: in deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de competenties voor het werkdomein. Beoordeling op 20 punten.

 

2. Verdedigen van het functiegericht praktijkgeval. Beoordeling op 20 punten.

 

3. Rollenspel: de kandidaat wordt geconfronteerd met situaties die zich tijdens de uitvoering van het werk kunnen voordoen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de gedragsgerelateerde competenties. Beoordeling op 20 punten.

 

Om geslaagd te zijn in de mondelinge proef dient de kandidaat 50 % van het totaal te behalen.

 

Praktijkgedeelte:

 

Gebruik informatica: de kandidaat moet op een pc in een bepaald tijdsbestek een tekst van ongeveer 3.000 karakters typen en/of een excelblad opstellen en/of een e-mail versturen of beantwoorden. In de tekst kunnen o.a. schrappingen, tabellen en titels voorkomen. Kennis van Word, Excel en Outlook in een windowsomgeving is vereist. Beoordeling op 20 punten.

 

Om geslaagd te zijn in het praktijkgedeelte dient de kandidaat 50 % van de punten te behalen.

 

Artikel 2

Artikel 21 paragraaf 4 wordt gewijzigd als volgt:

 

De selectieprogramma’s voor de basisgraden van niveau D voor functies van het administratief en bibliotheekpersoneel:

 

Artikel 21 paragraaf 7 wordt toegevoegd als volgt:

 

De selectieprogramma’s voor de basisgraden van niveau D voor functies van het technisch personeel:

 

Schriftelijk gedeelte:

 

1. Functiegericht praktijkgeval: de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere situaties die zich tijdens de uitoefening van de functie kunnen voordoen. De context van het probleem of de problemen wordt geschetst en aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven een oplossing uit te werken. Beoordeling op 40 punten.

 

2. Kennis van materialen en technieken betreffende het werkdomein. Beoordeling op 20 punten.

 

Om geslaagd te zijn voor het schriftelijke gedeelte dient de kandidaat 50 % van het totaal te behalen.

 

Mondeling gedeelte:

 

1. Conversatieproef: in deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de competenties voor het werkdomein. Beoordeling op 10 punten.

 

2. Verdedigen van het functiegericht praktijkgeval. Beoordeling op 10 punten.

 

3. Rollenspel: de kandidaat wordt geconfronteerd met situaties die zich tijdens de uitvoering van het werk kunnen voordoen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de gedragsgerelateerde competenties. Beoordeling op 10 punten.

 

Om geslaagd te zijn in de mondelinge proef dient de kandidaat 50 % van het totaal te behalen.

 

Praktijkgedeelte:

 

Concrete uitvoering van een taak waaruit de vakkennis van de kandidaat moet blijken. Beoordeling op 20 punten.

 

Om geslaagd te zijn in het praktijkgedeelte dient de kandidaat 50 % van de punten te behalen.

 

Artikel 3

Artikel 55 wordt aangepast als volgt:

 

De gemeentesecretaris zorgt voor de interne organisatie van de evaluaties.

 

Na afloop van elke evaluatieperiode wordt het eigenlijke evalueren, resulterend in het

evaluatieverslag van het personeelslid uiterlijk afgerond binnen drie maand volgend op de maand waarin de evaluatieperiode afloopt.

 

Indien de personeelsleden niet binnen deze termijn geëvalueerd worden, worden zij geacht gunstig geëvalueerd te zijn, tenzij het niet afronden binnen de termijn te wijten is aan de langdurige afwezigheid van het personeelslid. Het gesprek en verslag waarvan sprake in artikel 64 en 65 worden bij de terugkeer van het personeelslid zo spoedig mogelijk afgerond, waarbij de termijn uit artikel 59 wordt gerespecteerd.

 

Artikel 4

Het artikel 111 wordt uitgebreid als volgt:

 

Voor de graden van rang BX:

B4-B5: van B4 naar B5 na 9 jaar schaalanciënniteit in B4 en een gunstig evaluatieresultaat

 

Artikel 5

Het artikel 126 wordt aangepast als volgt:

 

De gemeenteraad kan bij de vacantverklaring van een betrekking aanvullende bevorderingsvoorwaarden voorzien. De gemeenteraad kan de aanvullende bevorderingsvoorwaarden die betrekking hebben op de diplomavereiste of vereiste van ervaring verder verfijnen.

 

Artikel 6

Het artikel 165 wordt aangepast als volgt:

 

2. Niveau D

Graad

Rang

Schalen

Administratief bediende

Technisch bediende

Vakman

Dv

D1 – D2 - D3

Meewerkende ploegbaas

Werkleider

Dx

D4 – D5

 

3. Niveau C

Graad

Rang

Schalen

Administratief medewerk(st)er

Bibliotheekassistent(e)

Technisch medewerker

werkleider

Cv

C1 – C2 –C3

Coördinator

Administratief hoofdmedewerker

Platformverantwoordelijke

Cx

C4 – C5

 

4. Niveau B

Graad

Rang

Schalen

Deskundige

Assistent-dienstleider

Coördinator

Bv

B1 – B2 – B3

Administratief hoofddeskundige

Hoofdboekhouder

Diensthoofd

Technisch hoofddeskundige

Bx

B4 – B5

 

Artikel 7

Artikel 249§5 wordt aangepast als volgt:

 

Paragraaf 5

De vakantiedagen die het statutaire personeelslid niet heeft kunnen opnemen als gevolg van een langdurige ziekte of arbeidsongeval, kunnen tot 15 maanden na hervatting van het werk worden opgenomen. Als langdurige ziekte geldt een totale afwezigheid wegens ziekte, gedurende een dienstjaar, van meer dan 3 maanden

 

Artikel 8

Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting verstuurd naar de provinciegouverneur via het digitale loket Binnenlands Bestuur.


Contact informatie