GR20131219 punt 18: retributie op de concessies op de begraafplaatsen - aanpassing

De raad

 

Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet;

 

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging en latere wijzigingen;

 

Gelet op de omzendbrief BB-2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten en latere wijzigingen;

 

Gelet op het goedgekeurde gemeenteraadsbesluit van heden houdende wijziging en coördinatie van het politiereglement op de gemeentelijke begraafplaatsen en op de begravingen;

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 30 oktober 2003 houdende aanpassing van artikel 3 van het retributiereglement op de concessies op de begraafplaatsen aan de voorschriften van voormeld decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

 

Overwegende dat op de herdenkingszuil aan de strooiweide en aan het urnenveld voor begraving van biologisch afbreekbare asurnen alleen identificatieplaatjes met naam, voornaam, geboorte- en overlijdensdatum zullen toegelaten worden die door de stad te koop aangeboden worden tegen de prijs van € 70,00;

 

Overwegende dat het identificatieplaatje voor een periode van 15 jaar, periode overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 16 van het politiereglement, mag blijven hangen;

 

Overwegende dat dit tarief wordt opgenomen in artikel 1 §2 van het retributiereglement;

 

Overwegende dat de tarieven, opgenomen in artikel 1 van het retributiereglement van 30 oktober 2003, dateren van vóór 1 januari 2002, datum van de invoering van de nieuwe munteenheid;

 

Overwegende dat een grafconcessie voor stoffelijke overschotten (2m x1m) bestemd is voor 1 stoffelijk overschot of maximum 1 stoffelijk overschot en 1 asurn of door goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen een tweede asurn bij 1 stoffelijk overschot en 1 asurn;

 

Gelet op de financiële toestand van de stad;

 

Overwegende dat een herziening van de tarieven zich opdringt;

 

Beslist,

 

 

met 18 ja-stemmen (Dirk Vanderpoorten, Michel Casteur, Katie Coppens, Veerle Cosyns, Tania De Jonge, Henri Evenepoel, Wouter Vande Winkel, Paul De Schepper, Marc Torrekens, Lieven Meert, Freddy Van Eeckhout, Jacques Timmermans, Jannick Violon, Ivan Vonck, Corinne Vanbelle, Alain Triest, Stijn Vermassen, Ferdi De Ville)

13 nee-stemmen (Rudy Corijn, Guy D'haeseleer, Werner Somers, Ilse Malfroot, Stania Van Loo, Femke D'Hondt, Michel Carels, Marc Plancke, Joost Arents, Maria Keymolen, Kurt Van Den Driessche, Veerle Vanderpoorten, Gerd Rassaerts)

 

 

Het retributiereglement op de concessies op de begraafplaatsen van 30 oktober 2003 wordt opgeheven en door volgende bepalingen vervangen:

 

Artikel 1

 

§1 Volgende concessies kunnen voor de duur van 30 jaar op de stedelijke begraafplaatsen worden toegestaan:

 

1) Grafconcessies voor begraving van stoffelijke overschotten,

2) Concessies op het urnenveld voor begraving van as na crematie,

3) Concessies voor bijzetting van asurnen in het columbarium,

4) Concessies tot het behoud van een graf na aangekondigde ontruiming, conform artikel 17 van de politieverordening op de begraafplaatsen.

 

De voorwaarden worden als volgt bepaald:

 

A. Voor inwoners van de stad:

1) Grafconcessies voor stoffelijke overschotten: 500 euro per plaats (2m x 1m), bestemd voor 1 stoffelijk overschot of maximum 1 stoffelijk overschot en 1 asurn of door goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen een tweede asurn bij 1 stoffelijk overschot en 1 asurn

2) Concessies op het urnenveld: 400 euro per plaats (0,5m x 0,5m), bestemd voor 1 of 2 asurnen

3) Concessies in het columbarium: 400 euro per nis, bestemd voor 1 of 2 asurnen

4) Concessies tot het behoud van een begraafplaats na aangekondigde ontruiming, conform artikel 16 van het politiereglement op de begraafplaatsen: het hierboven vermelde tarief verhoogd met het tarief van de belasting voor een ontgraving, vastgesteld in artikel 1 B van het belastingreglement op de begraving van stoffelijke overschotten, de begraving van as na crematie, de uitstrooiing van as na crematie en de bewaring in een columbarium van as na crematie.

Alle bijkomende kosten voor de ontgravingen en overbrenging van de begraafplaats in niet geconcedeerde grond naar geconcedeerde grond van diezelfde begraafplaats of naar een andere Ninoofse begraafplaats zullen ten laste zijn van de aanvrager.

 

B. Voor niet-inwoners van de stad:

1) Grafconcessies voor stoffelijke overschotten: 750 euro per plaats (2m x 1m), bestemd voor 1 stoffelijk overschot of maximum 1 stoffelijk overschot en 1 asurn of door goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen een tweede asurn bij 1 stoffelijk overschot en 1 asurn.

2) Concessies op het urnenveld: 650 euro per plaats (0,5m x 0,5m), bestemd voor 1 of 2 asurnen

3) Concessies in het columbarium: 650 euro per nis, bestemd voor 1 of 2 asurnen.

4) Concessies tot het behoud van een begraafplaats na aangekondigde ontruiming, conform artikel 16 van het politiereglement op de begraafplaatsen: het hierboven vermelde tarief verhoogd met het tarief van de belasting voor een ontgraving, vastgesteld in artikel 1 B van het belastingreglement op de begraving van stoffelijke overschotten, de begraving van as na crematie, de uitstrooiing van as na crematie en de bewaring in een columbarium van as na crematie.

Alle bijkomende kosten voor de ontgravingen en overbrenging van de begraafplaats in niet geconcedeerde grond naar geconcedeerde grond van diezelfde begraafplaats of naar een andere Ninoofse begraafplaats zullen ten laste zijn van de aanvrager.

 

§2 Voor een identificatieplaatje met naam, voornaam, geboorte- en overlijdensdatum op een herdenkingszuil voor een periode van 15 jaar is een retributie van € 70 verschuldigd.

 

Artikel 2

 

Hernieuwingen kunnen voor een duur van 30 jaar toegestaan worden, conform artikel 16 van het politiereglement op de begraafplaatsen, aan de tarieven voorzien in artikel 1 voormeld.

In alle gevallen zal de gevorderde retributie proportioneel worden berekend op het aantal jaren dat de vervaldatum van de vorige concessie overschrijdt, zulks conform de bepalingen van artikel 7 van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.

 

Artikel 3

 

De retributie is door de aanvrager op het ogenblik van de aanvraag van de concessie betaalbaar in handen van de financieel beheerder.

 

Artikel 4

 

Bij gebreke van minnelijke betaling zal de inning van de retributie geschieden langs de burgerlijke rechtspleging bij betwiste gevallen en volgens de procedure van artikel 94 van het gemeentedecreet voor niet betwiste, opeisbare gevallen.

 

Artikel 5

 

Dit reglement treedt in voege de vijfde dag volgend op de bekendmaking ervan conform artikel 186 van het gemeentedecreet.

 

Artikel 6

 

Een afschrift van dit besluit zal worden toegestuurd aan de gouverneur van de provincie.