GR20130912 punt AP4: Vraag van raadslid Kurt Van Den Driessche (N-VA) aan de schepen van openbare werken in verband met de heraanleg van kruispunt Den Dollar

Volgende motivering wordt door de heer Kurt Van Den Driessche in zijn vraag vermeld:

 

"Tijdens de zomermaanden is na hevige regenval de lager gelegen zone weer enkele keren ondergelopen. Ook in het verleden was dit herhaaldelijk het geval. Dit is opmerkelijk aangezien het knooppunt Den Dollar hoger ligt dan een groot deel van de omgeving.

 

Toelichting:

In een krantenartikel werd gesteld dat dit probleem in de toekomst opgelost zou worden aangezien er een gescheiden rioleringsstelsel zal worden aangelegd. Een gescheiden rioleringsstelsel is echter niet zalig makend…

Ten eerste moeten dan ook alle stroomopwaarts gelegen rioleringen die er op aan sluiten van het gescheiden type zijn om de hoeveelheden regenwater in de DWA's (Droog Weer Afvoer) te beperken.

Ten tweede moet het rioleringssysteem voor RWA (Regen Water Afvoer) ook voorzien zijn op zware regenval en moet vooral de volledige capaciteit over de volledige lengte van het stelsel worden benut. Een te grote aanvoer (meer dan een buis kan verwerken) zou daarom best stroomopwaarts al worden tegen gehouden en gebufferd. Dit kan door knijpleidingen te voorzien op regelmatige afstanden, door buffer en infiltratiebekkens te voorzien of door overstorten te plaatsen waar mogelijk.

Een deel van de grond onder het speelbos aan Den Dollar zou mogelijk kunnen worden ingericht als buffer- en infiltratiebekken. De ondergrond (aanvulgrond met veel steenpuin) is daar immers zeer geschikt voor, meer dan voor de aanplant van bomen...

 

Vragen:

1. Kan het CBS alle buurtbewoners die in het (nabije) verleden te maken hebben gekregen met wateroverlast, garanderen dat er na de heraanleg van de rioleringen geen risico tot overstroming meer zal bestaan?

2. Zullen alle rioleringen die aansluiten op de nieuw aan te leggen rioleringen ook van het gescheiden type zijn? Zoniet, werd dit in rekening gebracht bij de dimensionering van de DWA's?

3. Welke aanpassingen of ingrepen worden er ten opzichte van de huidige situatie voorzien om wateroverlast bij hevige regen in de toekomst uit te sluiten?

4. Worden er ondergrondse of bovengrondse buffers aangelegd?

5. Worden er stroomopwaarts knijpleidingen voorzien om zo de capaciteit van het afvoerstelsel voor regenwater optimaal te benutten over de hele lengte ervan?

6. Worden de buizen groter uitgevoerd dan de huidige? Zoja, hoeveel % zal de capaciteit vergroten?

7. Wordt er een overstort naar de Dender voorzien?

8. Indien het antwoord op één of meerdere van bovenstaande vragen negatief is, is het schepencollege dan van plan aanpassingen te vragen aan het ontwerp voor de rioleringen?"