GR20100128 punt 2: openverklaring functie beroepsluitenant

2. STEDELIJKE VRIJWILLIGE BRANDWEER - OPENVERKLARING VAN EEN FUNCTIE VAN BEROEPSONDERLUITENANT, TE BEGEVEN BIJ AANWERVING - GOEDKEURING.


DE RAAD,

Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van de geschiktheids- en bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids- en bevorderingsvoorwaarden voor de officieren van de openbare brandweerdiensten, inzonderheid op de artikelen 6 tot en met 17;

 

Gelet op de beslissing van 22 juni 2006 van de gemeenteraad houdende vaststelling van het reglement betreffende de organisatie van de brandweerdienst;

 

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 10 september 2009 houdende bekrachtiging van de beslissing van 30 juni 2009 van de burgemeester waarbij hij omwille van de continuïteit van de dienstverlening van de brandweer bij dringende noodzakelijkheid het ontslag van de officier-dienstchef van de brandweer heeft aanvaard;

 

Overwegende dat het noodzakelijk is de functie van beroepsonderluitenant bij de stedelijke brandweer van Ninove, te begeven bij aanwerving, opnieuw op te verklaren;

 

Gelet op de ministeriële omzendbrief van 28 mei 2004 over de woonplaatsverplichting voor brandweerlieden;

 

Overwegende dat voor de stad Ninove het aangewezen is een woonplaatsverplichting aan de beroepsofficier op te leggen omdat het een overwegend vrijwilligerskorps betreft waarvan de leden een andere beroepsactiviteit hebben overdag, waardoor er geen wacht in de kazerne kan georganiseerd worden zoals in een beroepskorps;

 

Overwegende dat het reglement betreffende de organisatie van de brandweerdienst zowel voor het vrijwilligers- als het beroepspersoneel een woonplaatsverplichting oplegt;

 

Overwegende dat ten einde de openbare veiligheid te verzekeren het noodzakelijk is een woonplaatsverplichting op te leggen aan de beroepsofficier;

 

Overwegende dat dit dossier werd onderworpen aan syndicaal overleg;


BESLUIT, met eenparigheid van stemmen

De functie van beroepsonderluitenant bij de stedelijke brandweer wordt vacant verklaard en is te begeven bij aanwerving.

 

De aanwervingsvoorwaarden, conform het koninklijk besluit van 19 april 1999 en het reglement betreffende de organisatie van de brandweerdienst, zijn:


- Belg zijn;
- Ten minste 21 jaar oud zijn;
- Een minimale lengte hebben van 1,60 m;
- In het bezit zijn van een rijbewijs C
- Van goed zedelijk gedrag zijn;
- In orde zijn met de dienstplichtwetten;
- Uiterlijk drie maanden na indiensttreding, woonachtig zijn binnen een straal van 6 km waarvan de brandweerkazerne het beginpunt is; 
- Houder zijn van een diploma of getuigschrift dat ten minste toegang verleent tot de betrekkingen van niveau 2 bij de federale overheidsdiensten, vermeld in bijlage I bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1937. De tot de proeftijd van één jaar toegelaten kandidaat dient voor het einde van zijn proeftijd het brevet van officier te behalen, overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten, om voor een statutaire benoeming in aanmerking te komen.

De proeftijd kan door de gemeenteraad maximum tweemaal verlengd worden met een periode van één jaar.

 

Kandidaturen dienen uiterlijk op 26 februari 2010 bij ter post aangetekende brief gericht te worden aan de heer burgemeester, Centrumlaan 100, 9400 Ninove.

 

Een oproep tot kandidaten zal gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad, in minstens twee kranten die in het gehele land worden verspreid en op de website van de stad. De oproep zal eveneens aangeplakt worden in de kazerne.

 

Kandidaten moeten zich onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek verricht door de officier-geneesheer van de brandweerdienst volgens de basiscriteria vermeld in bijlage II van het koninklijk besluit van 19 april 1999.

 

De examencommissie bestaat uit:
- een expert van de federale diensten van de gouverneur;
- twee brandweercommandanten van andere korpsen;
- een stads- of een gemeentesecretaris

De stadssecretaris of zijn afgevaardigde treedt op als secretaris van de examencommissie. Hij heeft geen stemrecht.

 

De selectieproeven voor de aanwervingsgraad van beroepsonderluitenant, die georganiseerd worden als vergelijkend examen, zijn:

 

Fysische proeven:
De medisch geschikt bevonden kandidaten worden onderworpen aan de proeven inzake lichamelijke geschiktheid vermeld in artikel 9 punt 8 van het reglement betreffende de organisatie van de brandweerdienst. Op die proeven staan geen punten. De kandidaat moet slagen in 8 van de 10 proeven. De proeven C en D zijn eliminerend. Het geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid zijn eliminerend en gaan elke andere selectieproef vooraf.


Schriftelijk gedeelte dat bestaat uit:


1. Kennis van de nieuwe gemeentewet, het gemeentedecreet en de regelgeving inzake overheidsopdrachten. De kandidaten ontvangen een lijst met de relevante regelgeving en/of teksten over die regelgeving. 
Bij het oplossen van de vragen zal de kandidaat de ter beschikking gestelde teksten mogen raadplegen (openboeksysteem). Te behalen punten: 10/20.


2. Goede kennis van de functierelevante wetgeving. De kandidaat moet een aantal vragen oplossen in verband met wetgeving die tijdens de uitoefening van de functie aan bod komt.
De kandidaat ontvangt een gedetailleerde lijst van de wetten, decreten en besluiten die relevant zijn. Bij het oplossen van de vragen zal de kandidaat de ter beschikking gestelde wetgevende teksten mogen raadplegen (openboeksysteem). Te behalen punten: 10/20.

3. Functiegericht praktijkgeval: de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere situaties die zich tijdens de uitoefening van de functie kunnen voordoen. De context van het probleem of de problemen wordt geschetst en aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven een oplossing uit te werken. Te behalen punten: 15/30.

 

Psychologisch onderzoek 
Vooraleer de voor het schriftelijk gedeelte geslaagde kandidaten toegelaten worden tot het mondeling gedeelte worden zij onderworpen aan een psychologisch onderzoek.
Het psychologisch onderzoek wordt in toepassing van artikel 6 § 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2000 tot uitvoering van het decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsbemiddeling in het Vlaamse Gewest uitgevoerd door een psycholoog.

Het psychologisch onderzoek is opgebouwd uit een aantal psychoprofessionele testen, namelijk testen waarmee de intellectuele (cognitieve) capaciteiten en inzichten van de kandidaat gemeten worden. Daarnaast worden tijdens het onderzoek specifieke vaardigheden, competenties en gedragsattitudes onderzocht via persoonlijkheidstesten en -vragenlijsten, eventueel aangevuld met simulatieoefeningen. Het psychologisch onderzoek omvat ook een competentiegericht interview via de star-interviewtechniek (situatie, taak, actie, resultaat). Het testprogramma is functiegerelateerd en afgestemd op het uitgeschreven profiel (competenties, vaardigheden, attitudes) van de functie.
Het psychologisch onderzoek is adviserend voor de examencommissie.

 

Mondelinge gedeelte


1. Competentiegericht interview. In deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de interesse voor het werkdomein. Te behalen punten: 20/40.


2. Verdedigen van het functiegericht praktijkgeval: 15/30.

Om geslaagd te zijn, moet de kandidaat 50 % van de punten behalen op elke proef en 60 % van de punten in het totaal.

Artikel 2. Afschrift van deze beslissing wordt gestuurd aan de provinciegouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen.