De volkstuinders over hun paradijs
’s Ochtends, zo rond 6 uur, is het er prachtig. Overdag vind je er een oase van rust, en de zonsondergang blijkt magisch te zijn. Als je de tuinders enthousiast over ‘hun’ volkstuinen Graafland hoort en ziet praten, zou je haast smeken om er ook een perceel te mogen bewerken. En dan hebben ze het nog niet gehad over de groenten die er uit de grond schieten. Want hun biologisch geteelde tomaten, aubergines en spinazieaardbeien groeien als kool en smaken hemels.
Het oorspronkelijke plan: een gesprek voor Ninove Info met twee van de ‘volkstuinders’. Tot het moment dat we wilden afspreken. De tuinders namen liever ‘als groep’ het woord, omdat ze samen Graafland vormen. Tegen zo een mooie gedachte kan je geen neen zeggen, en dus zitten we met z’n zessen op 1,5 meter van elkaar.
De tuinders van links naar rechts: Chris, Jean‑Marie, Jeroen, Jonas en familie, Louis en Erna.
De volkstuintjes bestaan net drie jaar. Hoe gaat het hier?
Erna: “Heel goed. (lacht) De kleine groeipijnen van de eerste jaren zijn achter de rug en we hebben het gevoel dat we nu écht vertrokken zijn met de volkstuinen. We hebben een heel toffe groep.” Chris: “Het is ook een heel diverse bende, wat logisch is, met 42 tuintjes. De één zit hier dagelijks, de ander maar af en toe. Sommige mensen doen eens graag een ‘klapke’, anderen voelen minder die nood. Iedereen kan hier zichzelf zijn in alle rust. En stilaan tekent zich ook een kerngroep af met mensen die het collectieve werk wat op zich nemen, zoals het onderhoud van de gemeenschappelijke delen.”
Jullie bewerken dus niet enkel jullie eigen perceel, maar onderhouden ook het terrein?
Erna: “Klopt. Jaarlijks krijgen we van de stad 3.000 euro voor het onderhoud en eventuele kleine werken. Daar hebben we de voorbije jaren onder meer kruiwagens en snoeimateriaal mee gekocht voor de gemeenschappelijke delen. Nu bekijken we of het haalbaar is om een bijenhotel te zetten.”
De volkstuinen vragen dus wel wat van jullie tijd …
Jeroen: “Ja, maar iedereen komt als het hem of haar past. Als we de gemeenschappelijke delen onderhouden, nodigen we iedereen uit, maar je bent niet verplicht om te komen. Sommige tuiniers kiezen ervoor om enkel hun tuintje te onderhouden, en dat kan perfect.” Jonas: “Als je komt helpen, zorgt Erna ’s middags wel voor een lekkere vegetarische lunch met een pintje erbij, en dat alleen al is een reden om de handen uit de mouwen te steken, toch?” (lacht)
Heeft corona dat samenzijn niet moeilijker gemaakt?
Jonas: “De eerste jaren organiseerden we een barbecue, en die bracht ons als groep écht samen. Die hebben we vorig jaar moeten missen, maar zodra het kan, komt er weer een.” Chris: “Voor mij zijn de volkstuinen een van de weinige plekjes waar je de pandemie even kan vergeten. Je bent in de natuur, hebt hier wat te doen waarmee je je gedachten kan verzetten, én je kan eens in openlucht, coronaproof, een praatje slaan. Heerlijk.”
En de groenten – we zouden het bijna vergeten – hoe gaat het daarmee? Aarden ze goed in de volkstuinen? En wat planten jullie zoal?
Louis: “De groenten groeien goed, ja. We hebben elk jaar een mooie opbrengst.” Jean-Marie: “Die mooie opbrengst heb ik voor een stuk wel te danken aan mijn medetuiniers. We wisselen veel tips uit, wat handig is, zeker omdat we hier biologisch werken. Ik heb al heel veel bijgeleerd.” Jonas: “Wat we planten? Heel veel. (lacht) Ik merk dat de oudere tuiniers sneller voor de klassiekers kiezen, zoals tomaten en prei, en dat de jongere sneller experimenteren. Ik heb nu bijvoorbeeld spinazieaardbei geplant, en vorig jaar was ik eens voor quinoa gegaan.” Jean-Marie: “We hebben ook heel wat tuiniers met een migratieachtergrond, en die gaan dan vaak voor groenten uit hun vroegere thuisland. Ik deel de tuinkamer met Ninovieters met Egyptische, Indonesische, Marokkaanse en Albanese roots. Heel boeiend om te zien en te horen wat zij allemaal planten. Ik heb pas sinds een jaar een tuintje, maar zou het nu al enorm missen, mocht het er niet meer zijn.”
Drie jaar zijn de volkstuinen er intussen. Wat startte als een project van de stad, wordt vandaag deels gerund door de vzw Graafland. Deze vzw, die voornamelijk bestaat uit ‘volkstuinders’, staat in voor het beheer en is je eerste aanspreekpunt als je een stukje wil huren. Heb je interesse in een volkstuintje, mail dan naar graafland.volkstuinen@gmail.com. Momenteel zijn alle percelen volzet, maar er is een wachtlijst waar je je kan laten opzetten.
Meer info over de volkstuinen vind je hier.