Een koffer vol herinneringen

Stephanie D’haeseleer is ondertussen een BN’er (Bekende Ninovieter). Als Prins Carnaval maakte ze vorig jaar de Ninoofse straten en café’s onveilig. In het dagelijks leven is Stephanie als kleuterleerkracht verbonden aan Stedelijke Basisschool de Letterentuin. Daar was ze acht jaar lang zorgleerkracht, maar sinds kort kan je haar opnieuw voor haar eigen klas vinden. Wij waren benieuwd naar haar ‘traantjeskoffer’, waarmee ze rouwverwerking bij kinderen wil ondersteunen.

Juf Stephanie en haar traantjeskoffer

Stephanie, bedankt om ons te woord te staan. Rouwverwerking bij kinderen is niet meteen een alledaags onderwerp. Hoe komt het dat je je daarmee bent gaan bezig houden?

“In 2015 hadden we hier een kindje op school waarvan de papa was overleden. Dat is natuurlijk een heel moeilijke situatie en ik ondervond al snel dat we hier op school niet meteen materiaal hadden om de kinderen bij te staan in hun rouwverwerking. Ik ben dan op zoek gegaan naar materiaal om onze school daarin te ondersteunen. Voor een stuk kwam het ook voort vanuit mijn eigen ervaring. Het jaar voordien was ik immers mijn mama verloren. Zo kwam na veel lezen, studeren en zoeken de traantjeskoffer tot stand.”

Wat moeten we ons precies voorstellen bij jouw traantjeskoffer?

“Het is echt nog een koffer zoals we die vroeger allemaal kenden. Een echte valies die ik ooit in de kringwinkel kocht en waarvan de slotjes al niet meer helemaal op en top zijn. Dat vind ik wel mooi, omdat die afgedankte koffer - met alle verhalen die hij ooit meegemaakt heeft - zo opnieuw in een ander verhaal terecht komt. De koffer is gevuld met allerlei zaken die kinderen kunnen helpen om te rouwen om het heengaan van een dierbare. Dat kan gaan om een van de ouders, een grootouder, broertje of zusje, maar soms reageren kinderen ook erg heftig op het overlijden van een huisdier.”

Welke zaken zitten er zoal in de traantjeskoffer?

“Oh, dat is erg divers. De rode draad is denk ik een beetje dat het allemaal zaken zijn die proberen om het verlies te concretiseren. Voor kinderen is de dood immers een erg abstract concept waar ze niet meteen vat op hebben. We zijn hier allemaal maar een beperkte tijd op deze aarde. Gaandeweg leren we omgaan met dat concept, maar jonge kinderen hebben de ervaringen en inzichten nog niet om de dood te vatten. We zijn er, maar op een bepaald moment zijn we er niet meer. Aan de hand van prentenboeken, verhalen, knuffels en poppen kan de leerkracht proberen om dieper in te gaan op dat onderwerp. Een heel interessant object in dat opzicht is ook een oude telefoon. Soms klappen kinderen bij een overlijden helemaal dicht, maar beginnen ze wel fictieve gesprekken met de overledene langs die oude telefoon. Wanneer je telefoneert communiceer je met iemand die er fysiek niet is. Misschien is dat wel de reden waarom die telefoon soms soelaas biedt?”

En ook herinneringen spelen een grote rol bij het rouwproces?

“Dat klopt. Wanneer iemand er niet meer is resten ons eigenlijk enkel nog de herinneringen aan die persoon. Er is een kadertje voorzien, waar een fotootje van de overledene in geplaatst kan worden met een kaarsje. Dit staat dan ergens op een veilige plaats in de klas. In de koffer zit ook een herinneringsboom. Aan de hand van knijpertjes kunnen kinderen bepaalde zaken aan de boom hangen. Dat kan gaan over een foto of een fysiek object dat een bepaalde betekenis heeft, maar ook over verhalen die de kinderen vertellen en vervolgens door de leerkracht op een kaartje opgeschreven worden.”

En ook de klasgenootjes dragen hun steentje bij?

“Zeker. We stimuleren gesprekken tussen de leerlingen en ze kunnen ook tekeningen maken voor elkaar en boodschapjes doorgeven wanneer ze zien dat hun klasgenootje verdriet heeft. Zo geven de kinderen elkaar broodnodige steun, maar ze komen zelf ook in contact met dit moeilijke onderwerp, wat ook bijdraagt aan hun eigen ontwikkeling.”

En de koffer, die reist rond in de school afhankelijk van welke leerkracht hem nodig heeft?

“Dat klopt. Wanneer er een klas is die behoefte heeft aan de koffer, dan gaat hij naar daar. Ik wil hem graag ook ter beschikking stellen van andere scholen. Zo kan hij nog meer zijn nut bewijzen. Soms reist de koffer ook met een kind mee naar huis wanneer er behoefte aan is. Zo was er bijvoorbeeld een sterfgeval waarbij de grootouders plotseling met de zorg voor hun kleinkind geconfronteerd worden. Dat was midden in de vakantie. Dan neem ik contact op en biedt de traantjeskoffer aan. Ik ga hem dan brengen en voorzie ook de nodige uitleg. Mensen kunnen me dan ook altijd bereiken voor het geval ze extra ondersteuning nodig hebben.”

Hoe uniek is jouw traantjeskoffer?

“Dat zou ik eigenlijk niet kunnen zeggen. Het is misschien een goed idee om dat eens uit te zoeken. Ik weet dat er enkele commerciële pakketten zijn, maar die zijn veel minder uitgebreid dan deze traantjeskoffer. Ik denk dat er weinig prentenboeken en verhalen zijn over het onderwerp die ik niet verzameld heb voor mijn project. En dat voel je ook. Je moet stevige spierballen hebben om die traantjeskoffer te verslepen (lacht).”