GR20160323 punt 18:Onderwijs - Scholengemeenschap GeNi - vacantverklaring ambt directeur basisonderwijs - vaststelling aanvullende benoemingsvoorwaarden en profiel (datum van publicatie 11/04/16)

De raad

Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid de artikelen 42 en 102;

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en de omzendbrief van 17 november 2000;

Gelet op het K.B. van 28 september 1984 houdende uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en latere wijzigingen, inzonderheid de artikelen 19, 37bis§1, 40, 41 en 42;

Gelet op de decreten betreffende het onderwijs;

Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en latere wijzigingen, inzonderheid de artikelen 73§1, 1°, 2° en 6°, en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten en ministeriële omzendbrieven;

Gelet op het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, artikel 21, 1° en de ministeriële omzendbrief terzake;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon kleuter-, lager en basisonderwijs en latere wijzigingen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, en latere wijzigingen, alsook op de ministeriële omzendbrieven terzake;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs en latere wijzigingen en de desbetreffende ministeriële omzendbrief;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2004 tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikelen 11, 13, 14, 15, 16, 18, 22 en 26;

Gelet op het reglement "rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel" van de stad Ninove;

Overwegende dat het reglement "rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel" van toepassing is op de directeurs van de scholen van de scholengemeenschap GeNi;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 11 maart 2013 waarbij twee betrekkingen van directeur basisonderwijs binnen de scholengemeenschap GeNi vacant verklaard werden te begeven bij aanwerving en de aanwervingsvoorwaarden, het profiel, de aanleg van een wervingsreserve, de samenstelling van de selectiecommissie en de evaluatieprocedure van de proefperiode goedgekeurd werd;

Gelet op het collegebesluit van 11 juni 2013 waarbij kennis genomen werd van de processen-verbaal van de schriftelijke proef en van de mondelinge proef en op het eindproces-verbaal opgemaakt op 7 juni 2013 van de selectieverrichtingen voor het ambt van directeur basisonderwijs binnen de Scholengemeenschap GeNi;

Gelet op het collegebesluit van 18 juni 2013 waarbij de geslaagde kandidate Sofie Borms werd opgenomen in de wervingsreserve voor het ambt van directeur basisonderwijs, geldig voor de scholen van de scholengemeenschap GeNi;

Gelet op het collegebesluit van 19 januari 2016 waarbij aan mevrouw Micheline Van Varenbergh, voltijds vastbenoemde directeur aan de Stedelijke Basisschool Parklaan-Seringen, ontslag werd verleend met het oog op het bekomen van een rustpensioen vanaf 1 april 2016

Gelet op de brief van 10 februari 2016 waarbij de vacante betrekking van directeur basisonderwijs aan de Stedelijke Basisschool Parklaan-Seringen werd aangeboden aan de enige kandidate uit de wervingsreserve, mevrouw Sofie Borms;

Gelet op de brief van 14 februari 2016 waarbij mevrouw Sofie Borms meedeelt dat zij de betrekking van directeur aan de Stedelijke Basisschool Parklaan-Seringen niet zal opnemen;

Gelet op het collegebesluit van 23 februari 2016 waarbij kennis wordt genomen van de brief van 14 februari 2016 waarbij mevrouw Sofie Borms meedeelt dat zij de betrekking van directeur aan de Stedelijke Basisschool Parklaan-Seringen niet zal opnemen;

Overwegende dat bijgevolg binnen de scholengemeenschap GeNi in het ambt van directeur basisonderwijs een voltijdse betrekking aan de Stedelijke Basisschool Parklaan-Seringen te begeven is;

Gelet op het gunstig advies van de schoolraad over het profiel voor het ambt van directeur basisonderwijs;

Gelet op het protocol van het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs Ninove van 9 maart 2016;

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

Besluit:

met éénparigheid van stemmen

Artikel 1

1. De voltijdse betrekking in het ambt van directeur basisonderwijs aan de Stedelijke Basisschool Parklaan-Seringen wordt vacant verklaard.

Het ambt is bij wijze van aanwerving te begeven.

Artikel 2

De aanwervingsvoorwaarden voor het ambt van directeur basisonderwijs worden vastgesteld als volgt:

Algemene decretale voorwaarden:

  • Houder zijn van het vereiste bekwaamheidsbewijs: ten minste professionele bachelor (PBA) + een bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB).
  • Als laatste evaluatie geen evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" hebben gekregen.
  • Indien het personeelslid niet werd geëvalueerd, wordt aan deze voorwaarde geacht voldaan te zijn.
  • Voldoen aan de algemene aanwervingsvoorwaarden van artikel 19 van het decreet rechtspositie van 27 maart 1991.
  • Aanvullende voorwaarden:
  • Beantwoorden aan het profiel zoals vastgesteld in artikel 4 van dit besluit.
  • Slagen voor een niet-vergelijkende selectieproef waarvan het programma door de gemeenteraad wordt vastgesteld in artikel 6 van dit besluit. Om geslaagd te zijn moet de kandidaat 50% behalen op het schriftelijk gedeelte en 50% behalen op het mondeling gedeelte en 50% behalen op het totaal van beide delen samen.
  • Een attest van deelname aan een cursus voor kandidaat-directeurs en/of beginnende directeurs en of gevorderden bij OVSG (AVSG) kunnen voorleggen, uiterlijk op de vooravond van de vaste benoeming.
  • Een gunstige beoordeling van de tijdelijke aanstelling op proef in afwachting van de vaste benoeming.

Artikel 3

De kandidaturen moeten op straffe van nietigheid ingediend worden volgens het verplicht gestelde sollicitatieformulier. Dit ingevulde sollicitatieformulier kan op de volgende wijzen worden ingediend:

  • bij aangetekend schrijven aan het college van burgemeester en schepenen, Centrumlaan 100, 9400 Ninove
  • door persoonlijke overhandiging tegen ontvangstbewijs aan de dienst onderwijs
  • door versturen via e-mail met ontvangstmelding gericht aan de dienst onderwijs.
  • De kandidaturen moeten vergezeld zijn van volgende documenten:
  • een kopie van alle diploma's en/of getuigschriften die het bekwaamheidsbewijs vormen
  • een kopie van andere relevante diploma's en getuigschriften
  • een uittreksel uit de geboorteakte
  • een uittreksel uit het strafregister model 2 maximum 6 maanden oud.
  • een nationaliteitsbewijs.

Artikel 4

Het hierbij gevoegde profiel voor het ambt van directeur wordt vastgesteld.

Artikel 5

Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor de duurtijd van drie jaar.

Artikel 6

Het programma van de selectieproef wordt als volgt vastgesteld:

A. Schriftelijk gedeelte

1. Administratieve proef: 20 punten

Toetsing van het inzicht in en de vertrouwdheid met de reglementering inzake het onderwijs en het gemeentedecreet.

Wegens de complexiteit van de materie wordt de toegang tot het internet ter beschikking gesteld. De kandidaten moeten vooral aantonen dat zij de reglementering kunnen opzoeken, situeren en toepassen.

2. Pedagogische proef: 20 punten

Peiling naar de kennis en het inzicht van de kandidaat in verband met de situering van het basisonderwijs in het onderwijslandschap of omtrent één of andere onderwijskundige problematiek, door het samenvatten van een (pedagogisch-didactisch) artikel over onderwijsaangelegenheden en het toevoegen hieraan van persoonlijke commentaar bij de uitspraken en de standpunten die in het artikel worden kenbaar gemaakt.

3. Eén of meer gevalsstudies – 40 punten

Peilen naar de bekwaamheid om aan de hand van fictieve gegevens een schoolorganisatorisch probleem op te lossen

B. Mondeling gedeelte

1. Psychologisch onderzoek

Toetsing van de vaardigheden aan het vereiste profiel.

Het psychologisch onderzoek is opgebouwd uit een aantal psychoprofessionele testen, namelijk testen waarmee de intellectuele (cognitieve) capaciteiten en inzichten van de kandidaat gemeten worden. Daarnaast worden tijdens het onderzoek specifieke vaardigheden, competenties en gedragsattitudes onderzocht via persoonlijkheidstesten en –vragenlijsten, eventueel aangevuld met simulatieoefeningen. Het psychologisch onderzoek omvat ook een competentiegericht interview via de star-interviewtechniek (situatie, taak, actie, resultaat). Het testprogramma is functiegerelateerd en afgestemd op het uitgeschreven profiel van de functie.

Het psychologisch onderzoek is adviserend voor de selectiecommissie, het managementteam en de aanstellende overheid.

2. Algemene proef: beoordeling van de kandidaat – 40 punten

  • toelichting curriculum Vitae
  • motivatie van de kandidatuur
  • aftoetsten van het goedgekeurde profiel voor dit ambt
  • kennis van de school en van de lokale context
  • kennis van de werking van het gemeentebestuur
  • visie op het pedagogisch project van de school

3. Pedagogische proef – 40 punten

  • uitdiepen en verder bespreken van het schriftelijk gedeelte
  • mondelinge bevraging van andere pedagogisch-didactische aspecten.

Artikel 7

§1 De geselecteerde kandidaat wordt op het einde van de proefperiode in vast verband benoemd na een gunstige beoordeling of de tijdelijke aanstelling wordt beëindigd bij een ongunstige beoordeling.

§2 De beoordelingsprocedure wordt als volgt vastgesteld:

  • Binnen de modaliteiten bepaald door het college van burgemeester en schepenen en uiterlijk binnen de 3 maanden na indiensttreding legt de geselecteerde kandidaat een beleidsplan ter goedkeuring voor aan het college van burgemeester en schepenen.
  • De geselecteerde kandidaat wordt tijdens de proefperiode en binnen afspraken van een specifiek begeleidingsplan gecoacht door de pedagogische begeleiding van OVSG.
  • Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd (een) externe en/of interne beoordelaar(s) aan te stellen.
  • De boordelingsprocedure gebeurt in twee stappen:

1° Vóór 15 april van het eerste volledige schooljaar legt de geselecteerde kandidaat een tussentijds rapport met betrekking tot de realisaties van het beleidsplan voor aan de externe beoordelaar(s). Het tussentijds beoordelingsrapport/de tussentijdse beoordelingsrapporten wordt/worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen als advies, eventueel aangevuld met het rapport van de interne beoordelaar(s).

Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot verdere aanstelling of tot beëindiging van de tijdelijke aanstelling. Deze beslissing wordt meegedeeld aan betrokkene vóór het einde van het eerste volledige schooljaar.

2° Ten laatste op 15 april van het tweede volledige schooljaar legt de geselecteerde kandidaat een eindrapport neer bij de externe beoordelaar(s). Deze maakt/maken een definitief beoordelingsrapport op na betrokkene te hebben gehoord.

Het definitief beoordelingsrapport/de definitieve beoordelingsrapporten wordt/worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen als advies, eventueel aangevuld met het rapport van de interne beoordelaar(s).

Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot vaste benoeming of tot beëindiging van de tijdelijke aanstelling. Deze beslissing wordt meegedeeld aan betrokkene vóór het einde van het tweede volledige schooljaar.

Artikel 8

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering van dit besluit.

Artikel 9

Dit besluit wordt meegedeeld als vermelding op de lijst naar de provinciegouverneur binnen de 20 dagen na deze zitting.