GR20140619 punt AP4: interpellatie van raadslid Kurt Van Den Driessche aan het college van burgemeester en schepenen in verband met het ingenomen standpunt van het college op de GBC van 11 juni 2014

Volgende motivering wordt door de heer Kurt Van Den Driessche in zijn interpellatie vermeld:

 

"Motivatie:

 

Tijdens de GBC werd er gediscussieerd tussen alle betrokken partijen over de verkeersafwikkeling t.h.v. het te ontwikkelen grootschalige kleinhandelscentrum langs de Brakelsesteenweg. Dat dit winkelcomplex er zal komen is volgens ons slechts een kwestie van tijd. Enerzijds is er het goedgekeurde PRUP. Anderzijds zijn tijdens de  vorige bestuursperiode de stedenbouwkundige voorwaarden goedgekeurd om op die plaats een dergelijk project te realiseren en was men daar ook niet principieel tegen. Mits aan de opgelegde voorwaarden wordt voldaan, zal een vergunning dus moeten worden afgeleverd, ongeacht wat er in een bestuursovereenkomst ook moge staan.

Uiteraard heeft iedereen het recht er een eigen mening op na te houden, maar voor dergelijke belangrijke en ingrijpende dossiers zou men van de meerderheid toch verwachten dat hierover niet alleen voorafgaand en grondig wordt overlegd, maar dat geldende regels ook worden gerespecteerd. Per slot van rekening zorgt de ontwikkelaar op eigen kosten voor een betere doorstroming op de N8 en voor een grotere verkeersveiligheid. Een ingreep waarvoor noch de stad, noch het AWV op dit ogenblik geld heeft.

 

Toelichting:

 

Wat wij tijdens de GBC hebben gehoord, hielden we eigenlijk niet voor mogelijk. Het studiebureau van de investeerder had met dit nieuwe voorstel met keerpunten immers vrij snel duidelijk gemaakt dat deze oplossing een verbetering zou betekenen voor de doorstroming op de Brakelsesteenweg. Het klopt dat de nieuwe handelszaken voor een extra aanzuiging zouden zorgen van verkeer op de vandaag soms al verzadigde N8 aldaar, maar het aantal voertuigen dat er door die activiteiten zou bijkomen zal volgens de studies en meest ongunstige simulaties aanzienlijk lager zijn dan de extra capaciteit die zal ontstaan door een verbeterde doorstroming. Daar zullen de voorziene keerpunten immers voor zorgen. In tegenstelling tot vandaag, zullen er namelijk geen links-af bewegingen meer gebeuren die het verkeer ophouden. Ten tweede zullen er hierdoor ook minder kop-staart aanrijdingen zijn omdat 180° keren en links afslaan eindelijk veilig kan gebeuren. Ook de N8 links oprijden vanaf een parking zou in dit lint van handelszaken onmogelijk worden gemaakt wat de doorstroming en de verkeersveiligheid ontegensprekelijk ten goede komt. Door deze ingreep zal de reserve capaciteit van de N8 ten opzichte van vandaag in absolute cijfers dus stijgen!

Iedereen aan tafel was het hiermee eens, op schepen Vande Winkel na die niet wou inzien dat deze optie nog beter was dan de twee ronde punten die eerder werden voorgesteld en dat dit voorstel ook tegemoet komt aan eerder gemaakte opmerkingen.

Op het moment dat de vergadering een standpunt moest innemen, hadden we nog even de indruk dat schepen Vande Winkel overstag zou gaan. Hij vroeg immers enkele dagen uitstel vooraleer een standpunt in te nemen, tot hij antwoord had gekregen op enkele technische vragen. Aangezien dit geen optie is, heeft hij dan uiteindelijk als enige tegen het verhogen van de verkeersveiligheid en tegen het verhogen van de doorstroming op de Brakelsesteenweg gestemd. Daar ging het namelijk over.

 

Vragen:

 

-       Is het CBS akkoord dat links afslaand verkeer de doorstroming op de Brakelsesteenweg vandaag hindert?

-       Is het CBS er mee akkoord dat door deze bewegingen er regelmatig ook ongevallen gebeuren?

-       Is het CBS akkoord dat het voorzien van een doorlopende witte lijn en op termijn een verhoogde middenberm, in combinatie met veilige keerpunten, kop-staart aanrijdingen op de Brakelsesteenweg kunnen voorkomen?

-       Is het CBS akkoord dat door het aanbrengen van veilige keerpunten ook de doorstroming op de Brakelsesteenweg aanzienlijk zal verhogen op drukke momenten (veel links afslaand verkeer)?

-       Werd van de vergadering van de GBC intussen al een verslag opgemaakt?

-       Werd dit dossier, voorafgaand aan de bespreking op de GBC van 11 juni, door het CBS besproken?

-       Waren er bij die eventuele bespreking van het CBS deskundigen aanwezig (internen of externen)?

-       Werd er door het CBS een gemotiveerd standpunt ingenomen over dit voorstel?

-       Zoniet, werd aan dhr. Vande Winkel dan een mandaat verleend om in naam van het CBS een standpunt in te nemen tijdens de bespreking van de GBC?"

-       Zo op één van de twee voorgaande vragen positief wordt geantwoord, in welke notulen van het schepencollege zullen we deze beslissing dan kunnen terugvinden?