GR20130912 punt AP5: Vraag van raadslid Kurt Van Den Driessche (N-VA) aan de schepen van openbare werken in verband met de verharding in de Koeweg

Volgende motivering wordt door de heer Kurt Van Den Driessche in zijn vraag vermeld:

 

"Voor zover wij dit menen te weten, is voor het plaatsen van verhardingen minstens de toestemming nodig van de eigenaar van de weg en mogelijk zelfs een vergunning.

 

Toelichting:

Bij de technische werkzaamheden in de Koeweg, werd de weg duidelijk voorzien van een nieuwe grindverharding. Dat deze er voordien niet was kan worden aangetoond.

 

Vragen, deel 1:

1. Wie heeft deze verharding aangebracht?

2. Werd de verharding aangebracht met medeweten van de stad?

3. Werd er voor de plaatsing van de verharding een vergunning afgeleverd?

4. Indien het antwoord op vraag 2 en 3 negatief is, gelieve dan ook op de vragen in deel 2 te willen antwoorden.

 

Vragen, deel 2:

5. Werd er voor de overtreding een PV opgesteld?

6. Werd er gevorderd de weg in de oorspronkelijke toestand te herstellen?

            a. Zoja, werd er ook een termijn aan verbonden en werd deze gerespecteerd?

            b. Zoniet, is de stad van plan dit te eisen?

7. Welke is de volgende stap die het CBS plant?"