GR20091216 punt 21: afschedsgeschenk scholen bij pensioen

21. SCHOLENGEMEENSCHAP GENI EN STEDELIJKE ACADEMIE VOOR MUZIEK, WOORD EN DANS - PERSONEEL - AFSCHEIDSGESCHENK BIJ PENSIOEN.


DE RAAD,

Gelet op het gemeentedecreet;

Gelet op de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, inzonderheid afdeling 5 artikel 231;

 

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat het gemeentepersoneelslid dat op rustpensioen gaat een cadeaucheque ontvangt waarvan de waarde bepaald wordt volgens de dienstanciënniteit, namelijk 12,50 euro per volledig anciënniteitsjaar met een minimum van 105 euro en een maximum van 250 euro;

 

Overwegende dat de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel niet van toepassing is op de gesubsidieerde personeelsleden van de stedelijke onderwijsinstellingen;

 

Overwegende dat het stadsbestuur juridisch gezien de werkgever is van de gesubsidieerde personeelsleden van de stedelijke onderwijsinstellingen, i.c. de scholen van de scholengemeenschap GeNi en de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans;

 

Overwegende dat het aangewezen is om ook aan het gesubsidieerd personeel van de stedelijke onderwijsinstellingen een sociale premie toe te kennen naar aanleiding van het rustpensioen;

 

Overwegende dat de dienstanciënniteit bij het stadsbestuur van het gesubsidieerd personeel van de stedelijke onderwijsinstellingen berekend wordt overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding;


BESLUIT, met eenparigheid van stemmen

1. Aan het gesubsidieerd personeel van de stedelijke onderwijsinstellingen wordt naar aanleiding van het rustpensioen een sociale premie toegekend. Deze premie bedraagt 12,50 euro per volledig jaar dienstanciënniteit bij het stadsbestuur Ninove met een minimum van 105 euro en een maximum van 250 euro in de vorm van een cadeaucheque.

 

2. De dienstanciënniteit bij het stadsbestuur van het gesubsidieerd personeel van de stedelijke onderwijsinstellingen wordt berekend overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.

 

3. Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om de uitgaven verbonden aan de sociale premie die wordt toegekend naar aanleiding van het rustpensioen van leden van het gesubsidieerd personeel van de stedelijke onderwijsinstellingen betaalbaar te stellen.